Blauwe plekken
39.
Als kind had ik vaak blauwe plekken en kneuzingen. Meester en mijn moeder zeiden dat het kwam omdat ik nou eenmaal niet zo handig was. “Ja Loon is een beetje onhandig en heeft heel snel blauwe plekken haha..” Ik geloofde dat. Jarenlang.
Om mij sterker en stoerder te maken sloeg Meester met zijn vuist hard op mijn handen, bovenarmen of op mijn bovenbenen.
Als ik viel of liet merken dat het pijn deed, lachte hij me uit en zei: “Ze gaat er gelijk bij liggen haha.., zie je wel, geen ruggengraat haha..”. Hij noemde het stoeien.
Het was de bedoeling dat ik die klappen probeerde te ontwijken, maar dat lukte nooit.
Hij liet ook zien hoe je met een vuist het hardst kon slaan. Dan moest je een vuist maken met je duim eromheen. Niet in je hand want dan zou je je duim kunnen breken. Vervolgens de middelvinger iets naar voren.
Op een keer op school tijdens een laatste gymles voor de vakantie hadden we apenkooi. Alle gymtoestellen waren her en der in het gymlokaal gezet. De lange mat was uitgerold en de ringen en touwen hingen naar beneden.
Na het fluitje van de gymjuf begon iedereen te rennen, te klimmen en te springen. Ik niet. Ik durfde niet vrijuit te spelen.
Toen de juf even niet keek verstopte ik me achter in de toestellenberging. Omdat ik daar natuurlijk niet aldoor kon blijven zitten, kwam ik tevoorschijn toen er nog maar een paar kinderen over waren.
Uiteindelijk bleef ik als laatste over. Ik had gewonnen. Juf kwam naar me toe en zei dat ik het heel goed had gedaan. Ze zei lachend dat ik de volgende keer een beetje voorzichtiger moest doen, want nu zat ik onder de blauwe plekken. Ik zei niets en schaamde me.
Toen ik wat ouder werd en op de middelbare school zat, deed ik mijn best die blauwe plekken en kneuzingen zo veel mogelijk te bedekken.
Maar soms kon ik met bepaalde oefeningen, zoals de rekstok of zwaaien aan de ringen, niet goed meedoen, omdat mijn handen of armen te veel pijn deden. Dan zei ik maar tegen de gymleraar dat ik mijn hand tussen de deur had gekregen of was gevallen.
Eén keer stond de gymleraar me na de les op te wachten. Bij de deur hield hij me tegen keek me onderzoekend aan en zei: “Het valt me op dat jij wel heel vaak je hand tussen de deur krijgt.”
Ik knikte, schaamde me, zei niets en liep snel door.
In diezelfde tijd was er een biologieleraar die het grappig vond om mij aan het schrikken te maken. Hij ging stilletjes achter me staan en liet z’n sleutelbos voor me op tafel vallen, of hij legde opeens een hand op m’n schouder.
Later vroeg hij of het wel goed met me ging, want het viel hem op dat ik erg schichtig was en erg schrikkerig.
Achteraf zijn er signalen geweest. Maar ik zei niets. Ik schaamde me en wilde mijn ouders niet afvallen.
Geplaatst in de categorie: misdaad