Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Verlegen maar niet naïef

Het verhaal over de hond en het strand was ik al bijna vergeten, toen het donker werd die middag in december.
Er waren in die barre december dagen, die steeds donkerder leken te worden, mensen die dachten dat wanneer iemand liet merken dat hij verlegen was, dat het betekende dat diegene naïef was.

Ik kwam in een lange chat terecht met de chattende dichter, hij bewonderde mijn kunstzinnige uitingen, die hij diepzinnig vond, maar met een kinderlijke eenvoud. Het was duidelijk dat hij van mijn werk gecharmeerd was, en misschien was dat de reden waarom hij nieuwsgierig was naar mijn leven.
Hij gooide steeds weer opnieuw een visje uit, en ik antwoordde terug, in het begin terughoudend, later leek hij mijn vertrouwen te hebben gewonnen, en werd ik wat opener. Op de vraag of ik wel eens gedichten voordroeg had ik hem verteld dat ik daar te verlegen voor was.

Wellicht was er toen iets in zijn gedachtewereld ontstaan, waardoor hij allerlei theorieën op mij begon te projecteren. De belangstelling sloeg al snel om in bemoeizucht en zijn aanwezigheid in het chatgesprek werd steeds dominanter, arroganter en tenslotte zelfs bazig. Alsof hij iemand die hij nauwelijks kende, alleen via gedichten en creatieve uitingen, wel even zou vertellen hoe het leven volgens hem in elkaar zat en hoe ik er voortaan tegen aan moest kijken.

Ik baalde tijdens het gesprek al dat ik nog nauwelijks iets terug kon chatten. Hij ging uitvoerig in over dat zijn vriend hem had verlaten, omdat die het spoor bijster was, volgens hem.
Hij ging mij plotseling de les lezen over mijn genegenheid voor jongere mannen. Het was allemaal projectie omdat ik in een middelbare levensfase zat, blabla. Alsof ik dat zelf niet kon verzinnen.
Toen ik het gesprek een wending probeerde te geven, begon hij weer met zijn psychologie van de koude grond. Eigenlijk was het hele leven overbodig als iemand anders in je hoofd ging zitten.

De dominante idioot, daar zat ik nu helemaal niet op te wachten. Mij vertellen dat een leeftijdverschil voor ongelijkwaardigheid zorgde, maar zelf net doen alsof ik maar heel dankbaar moest zijn om zijn oeverloze gelul te lezen.
Dit was dus niet wat ik met platonische vriendschap bedoelde, iemand die dacht dat ik naïef was omdat ik naïeve schilderijen en tekeningen maakte. Iemand die steeds weer stroop smeerde om vervolgens weer met een visje te gaan hengelen, naar wie ik nu eigenlijk was.

Ja, misschien was ik toch naïef geweest. Naïef om deze meneer op het internet te vertrouwen, terwijl het iemand was die totaal niet voldeed aan het beeld dat ik creëerde over nieuwe toekomstige vrienden. Het had iets denigrerend hoe hij over anderen sprak.

Was liefde niet altijd een vorm van projectie, en mochten mensen niet zelf meer uitmaken wie ze wel of niet leuk vonden. Ik kon er niet goed van slapen. Als mensen mij ongevraagd benaderden, en ik was niet van hun bemoeizucht gediend, dan hield ik daar een naar gevoel aan over.

Ik had wel een nieuw plan voor bij de hulpverleners. Ik zou ze gewoon gerichte vragen gaan stellen, over hoe sommige mensen met intimiteit omgingen, en waar ik allemaal tegen aanliep als ik probeerde nieuwe contacten te maken, of op de toenadering van andere mensen inging.

Als het zou tegen vallen, kon het wellicht wel een nieuw Bjarne-verhaal opleveren. Nog ruim twee dagen en dan was het zover.

Schrijver: Bjarne Gosse, 20 december 2016


Geplaatst in de categorie: emoties

4.7 met 3 stemmen 65



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)