Inloggen
voeg je autobiografie toe

Autobiografieen

Lege woordenpraal

Vergeleken met de erudiete, weloverwogen, onderhoudende gesprekskunst van Emma Petronella, leek alles wat een ander zei een lege woordenpraal. Zelfs wanneer ik mij van mijn straattaal bediende, bleef er niets anders van mijn woorden over dan een lege retoriek, te weinig onderbouwd om iets van betekenis te kunnen zeggen, bij lange na niet voldoende om de intellectuele geest van Emma Petronella te behagen, op een manier die voor haar zinvol had kunnen zijn.

Als kind had ik weleens de onnozele fantasie gehad dat ik later schrijver wilde worden, maar sinds mijn lieve hospita zich over mij bevoogdde was ik er onzeker over. Ze vertelde me dat ik geen verhalen moest schrijven, maar simpele kwatrijnen, want mijn kracht lag volgens haar in de eenvoud, en dat beaamde ik door haar lief te hebben, met mijn stoffelijke lichaam, voor haar gemaakt in de nacht.

Er was altijd wel iets aan het weer wat ik wilde beschrijven, en over hoe ik nadacht over de liefde, maar het vond geen bodem in mijn Hector Havermout schrift.

Terwijl Emma Petronella in de Italiaanse stad Rome naar een geschikt hotel zocht om er te overnachten, brak er een storm uit boven ons bewolkte Nederland. Ik had er voor gezorgd dat alle ramen van het herenhuis waren gesloten. In mijn kamer was het comfortabel, maar de storm riep herinneringen bij me op. Ik besloot die herinneringen op te schrijven, zodat ze een duidelijke plek kregen in mijn leven. Ik begon te schrijven over mijn verleden, een herinnering aan mijn jeugd:

Mijn donkere vader was van huis weggelopen, dat deed hij wel vaker. Hij was al drie dagen niet thuisgekomen. Mijn oudere zus probeerde mijn moeder te troosten en ze nam het roer thuis in handen. Het was geen prettige tijd. Mijn zus reageerde zich op ons af in pittige bewoordingen. Het was een bazige dominante meid met verschillende sadistische trekjes.

Toen mijn vader vier dagen weg was, brak er in de avond een storm los. De bomen rond het huis kreunden tegen het houten dak van onze tijdelijke woning. Er braken takken en er sneuvelde een ruit. Mijn moeder raakte in paniek, maar mijn oudste broer wist een houten schot voor het raam te plaatsen. Tom en ik moesten naar onze slaapkamer en in mijn bed hoorde ik hoe de wind te keer ging rond het huis. Het huis hield zich dapper staande, maar de weergoden vloekten en tierden.

Mijn moeder schreeuwde woedend naar mijn vader, maar die kon niets horen want hij was niet thuis. Plotseling begon ook mijn oudere zus te schreeuwen, akelige dingen over mijn vader, kennelijk met de bedoeling om mijn moeder te troosten. De storm bleef maar duren, het was moeilijk om in slaap te vallen. Mijn broertje Tom was bang, ik vroeg me af hoe het met de geiten ging, en nam mij voor om de volgende dag direct na het opstaan te gaan kijken of ze de storm hadden doorstaan in de geitenhokken. Laat in de avond leek de storm te gaan liggen, er was nog wel harde wind hoorbaar rond het huis, maar het ergste leek voorbij. Ik viel in slaap en had die nacht een nare droom vanwege het geschreeuw dat ik had gehoord.

De vrouwen in het huis zeiden de volgende ochtend niets tegen de zonen. Na het bordje havermoutpap glipte ik door de deur naar buiten en ging op bezoek bij de geiten. Ze waren blij dat ze mij zagen. Ik bracht ze vers water want de waterton bleek omgewaaid door de harde wind van de storm.
Toen het middag werd hoorde ik in de verte het geluid van een bromfiets. Het was mijn vader. Toen hij thuiskwam zag hij er verwaarloosd uit. Hij had zich niet geschoren en zei dat hij had besloten zijn baard te laten staan. Mijn moeder begon met een vloedstroom aan verwijten, nog diezelfde middag herstelde mijn vader de ruit in het raam en gingen we samen gevallen takken oprapen die rond het huis lagen.

Mijn moeder ging bij de buren op bezoek die veertig meter verderop woonden in een houten huis. Zij verkochten verse eieren die zij goed kon gebruiken voor een omelet voor bij het avondeten.
We aten ieder in onze eigen kamer omdat mijn vader en moeder niet samen aan tafel wilden eten. Na het eten moesten Tom en ik helpen met de afwas. Mijn moeder waste af en Tom en ik droogden de vaat met een theedoek. Mijn oudste broer had de radio aangezet en we hoorden dat er veel schade in het land was veroorzaakt door de storm.

Mijn vader ging de volgende dag weer zwijgend naar zijn werk, alsof er niets gebeurd was, maar er waren woorden in mijn hoofd die ik niet zomaar kon vergeten.

Ik had mijn verhaal in mijn Hector Havermout schrift geschreven, de herinneringen van hoe ik die had herleefd vanwege de storm. Ik legde mijn schrijfschrift weer terug in de lade van het bureau en stortte me op de leerstof voor bodemkunde. Ik had mijn verplichtingen voor school, daar kon de liefde niets aan veranderen. Ik stelde mij voor hoe Emma Petronella door het prachtige Italiaanse Rome slenterde en hoe de mannen haar nakeken en perplex stonden vanwege haar onverwachte schoonheid, die mij ook zo had weten te bekoren als huurjongen in haar statige huis.
Vergeleken met de onvergetelijke gesprekskunst van Emma Petronella was alles wat ik zei bedoeld om te vergeten. Lege woordenpraal voor in een schrift, door niemand gelezen.

Schrijver: Bjarne Gosse, 6 februari 2017


Geplaatst in de categorie: geschiedenis

4.5 met 2 stemmen 518



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)