Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Sepia.

Een late, dolende bij snort voorbij. Resten van spinnenwebben hangen verlaten en doelloos tussen de plantskeletten. Geen schijn van kans dat ergens nog groei aanwezig is.
Alles wacht op een nieuwe lente, op een nieuwe look.

De winterse periode wordt meestal poëtisch beschreven in fraaie zinnen. Hij brengt troost en heling met gedichtjes over winterse stilte, en witte rijp, en wolken waar nog sneeuw in zit, en hoop op het licht dat weerkeert.
In feite wordt deze periode telkens weer mooi verbloemd. Woorden als verrotting en necrose worden geweerd. We versluieren dit seizoen en onttrekken het aan ons oog. We steken het in de doofpot. Mist blijkt geen mist te zijn maar wordt dichterlijke ‘nevel’. Dodelijk verstijfd is in de winterse tuin ‘rustig ingetogen’. Foto’s van bevroren plantenresten krijgen als ondertiteling ‘de verstilde tuin’…, en in één adem wordt de groei die daarop volgt beschreven: het nieuwe seizoen waar we reikhalzend naar uitkijken, de lente.
Ik vergaap me ook aan de nieuwe knopjes van berk en sering nadat ‘in gouden heerlijkheid’ alle bladeren van de bomen zijn gevallen. En elk jaar wacht ik ongeduldig op de bloei van de eerste sneeuwklokjes. De tuin wordt van lentebollen voorzien en mijn tuinwerkschrift voor het komende jaar staat volgeschreven, want ik kijk graag vooruit. Her en der plant ik nog een rozenstruik met in gedachte de uitbundige bloei van het volgende jaar.
Ondertussen sluipt de dood stilaan binnen. Koperen tinten en weelderig brokaat vervagen naar een ziekelijke sepiakleur. De laatste rozen trachten nog te bloeien en nieuwe rozenknoppen staan verwachtingsvol op springen. Ze worden bij de eerste stevige vorst onherroepelijk geveld.
Arthur Japin beschrijft het als volgt: ‘Alles gaat voort, maar niet vooruit. Onophoudelijk en willekeurig ontstaan er beurse plekken. Ze rotten, herstellen zich, leven op en worden weer aangetast…. De meeste mensen verwarren voortgang met vooruitgang…’

Dood is nog steeds taboe, zelfs in de tuin en de natuur waar meer gestorven wordt dan waar ook. Vlinder, bij, mier, tor en worm, vogel, mol, egel, muis en rat, eekhoorn en wezel, haas en konijn, … Geen comfort, geen dokter, geen Leger des Heils, geen ziekte-brand of ongevallen verzekering. Een ingebouwd afweersysteem, een scherp instinct en meestal een grote dosis geluk vormen de elementaire kenmerken om in de natuur te overleven.

Elk jaar heb ik moeite om het ganse verhaal af te maken. Ik eindig steeds weer met ‘de levenscirkel wordt gesloten, maar de kiem van het nieuwe leven is gelegd’. Ik maak er een ‘happy ending story’ van door de dood weg te moffelen.
Dood zou geen taboe mogen zijn. Niet bij de mensen, niet in de natuur. Dood heeft recht op stille overpeinzing, heeft recht op de fluisterende woorden van Vasalis: ‘Het werd, het was, het is gedaan.’

Schrijver: Greet Berghmans, 25 oktober 2006


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

3.0 met 8 stemmen 627



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)