Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Paarden

Vroeger waren er veel meer. Ik bedoel paarden in de stad. Bruine,vale, blessen, soms ook wel een schimmel. Sommige hadden een staart, andere was die afgenomen. Daar zat geld in, dacht ik. Vioolsnaren, zachte bezems en wat niet al.
Het waren nooit mooie paarden. De baas had ze om te trekken en niet om hun toilet te maken. Begrijpelijk. Dat gebeurde wel met rijpaarden, maar die zag je nooit op straat.
De schimmels waren nooit echt wit, maar je herkende ze wel.

Het waren de paarden van de schillenboer, de groentenboer, de melkboer, de kolenboer, de bierwagen van Heineken, van Van Gend en Loos, van de paardentram, maar ook van de deftige koetsiers. Die liepen voor rijtuigen van rouw en trouw. Die rijtugen zag je steeds minder. Verdrongen door dikke taxi's met vleugeltjes aan de zijkanten.
Ik ben daarin getrouwd. Van De Bilt naar Utrecht. Dan naar het stadhuis, daarna naar de kerk. En tot slot naar het receptieadres. Zo degelijk als wat.

Mijn kersverse vrouw had een lange sleep. Die hield de chauffeur in zijn handen. Prachtig toch! Ik in een gehuurde jacquet met een hoge hoed. Meer dan 50 jaar geleden!
Trotse ouders. Eérst afstuderen en dán pas trouwen. Dat kon niet anders in die tijd.
Ach lieve tijd! Er is niemand meer over, alleen nog het bruidspaar. Aan een dun lijntje!

Maar die paarden. Sommigen wisten zelf de weg. Ze bleven precies bij de deur van de klant staan. Soms kregen ze wat brood. Daar wachtten ze op. Ik ken nóg een paard. Van een lange, dunne kar met alleen twee balken, evenwijdig in de lengte naast elkaar.
Het leek op een rijdende baar. Daar kwam de "heetwaterman" thuis de tonnetjes heet water voor de was mee afleveren.
Drie tonnetjes. Die moest je eerst bestellen. Ik deed dat op weg naar school. Als hij dan kwam zei hij lispelend "'t is besteld".
Ik vond het leuk dat mijn vroege aktie later op de morgen genoemd werd. Mijn moeder heeft nooit begrepen wat hij zei. Ze durfde het ook niet te vragen uit angst dat hij nog meer onverstaanbare taal zou uitslaan.

Al die paarden produceerden vijgen. Daar kwam dan een speciaal mannetje met een speciaal karretje voor. En een schop met een wonderlijk gevormd blad. Soms ging er een emmer water over de straat, maar vaak ook niet. Het was een nederig baantje. Zo waren er zo veel. Later haalden we daar gastarbeiders voor uit een ver lsnd. Maar toen deden we dat zelf. Niemand is er minder van geworden.

Ik denk aan de jaren 1945-1950. Moeilijke opbouwjaren met veel armoede. Toch gingen we elk jaar met het gezin twee weken met vakantie, soms wel drie! Ik weet nog niet hoe dat kon! Wat een luxe! Naar het huis van een tante, die dan naar een vriendin ging.

We gingen met de trein. Het warenn nog stoomlokomotieven. Ik hing graag met mijn hoofd buiten het raampje. Later mocht dat niet meer want je werd zo zwart als een toeter. Maar je rook wel heerlijk naar stoom!
Het waren coupé's voor 6 personen. Een eigen kamertje, inclusief treeplank. We gingen naar zee. Overstappen in Leiden. Wat een avontuur!

Merkt u het? Ik begon met paarden. Toen de trein. Toen trouwauto's. Maar ook bussen werden in die tijd heel populair. Kent u die oude modellen nog? Ze staan nu in het museum. Als ze alleen zijn praten ze over vroeger. Dat móet.

Net zoals wij over vroeger praten. Ook de treinen staan in een museum.
Daarna gingen we vliegen. En we hebben een eigen auto. Wat er nog komt weet ik niet. Maar ach, dat zien we toch niet meer. Ach, lieve tijd!

Schrijver: Wim Brandse, 26 januari 2009


Geplaatst in de categorie: tijd

4.2 met 5 stemmen 432



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)