Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De Pianosonates van Mozart II

Mozarts Pianosonates zijn te beschouwen als voorbeelden van een uitnemende klavierstijl. Ze stellen soms heel hoge eisen aan muziksal inzicht en er is in deze stukken vaak een breed skala aan uitdrukkingsmogelijkheden te realiseren.

Mozart was volgens ooggetuigen een wat terughoudend pianist. Alle aandacht in zijn spel was geconcentreerd op artistieke uitdrukking en de helderheid daarin. Hij zat heel ontspannen en rustig aan het instrument en vermeed elke grote of uitbundige beweging.

Mozarts Sonates zijn qua pianistische aspekten onvergelijkbaar met die van Beethoven. In de Sonates van Beethoven zijn de handen zeer beweeglijk, verandert de spanwijdte van de hand of het gewicht van de armdruk. Mozart verlangde dat in zijn klaviermuziek de vingers dicht bij te toetsen bleven, dat de toonvorming licht zou zijn en dat het geheel "als olie zou lopen".

In zijn stijl is Mozart sterk beïnvloed door Johann Christian Bach, één van de belangrijkste vertegenwoordigers van de "Empfindsame Stil" ('fijngevoelige stijl'), een uitdrukkingsperiode tussen barok en klassisisme. De waarde van het gevoel, de emotie, gaat men belangrijker achten dan het verstand.

Traditioneel moeilijke en strenge strukturen maken in de "Empfindsamkeit" plaats voor bevalligheid, galante melodieën en eenvoudige harmonieën. Een componist als Johann Christian Bach, ja de jongste, muntte in die schrijfwijze uit. Mozart maakt er ook geen geheim van dat hij van Johann Christian heel veel geleerd heeft!

Door de grote plaats die emotie en gevoel in de Pianosonates van Mozart innemen zijn deze bijzonder stijleigen en dient dat alles goed hoorbaar te zijn.
Toen Mozart eens een paar Sonates naar zijn zus Nannerl stuurde schreef hij er een briefje bij, waarin hij aanbeval de stukken "met grote uitdrukking, met smaak en temperament te spelen en ze uit het hoofd te leren".

In het begin schreef Mozart zijn Sonates in een wat modische stijl, aangepast aan de smaak van het grote publiek. Dat heeft te maken met de maatschappelijke veranderingen tijdens het laatste kwart van de 18e eeuw.
Steeds minder componisten vonden een van zorgen gevrijwaard bestaan in een van de paleizen van de adel. Meer en meer werden Staatsoperahuizen en Staatsorkesten opgericht. Dat had een nieuw publiek ten gevolge: de gegoede burgerij. Dat publiek verlangde steeds het nieuwste en was heel streng ten opzichte van muziek als deze bij het eerste gehoor tegenviel. Contrapuntische stemvoeringen, abrupte modulaties, ja zelfs mineurtoonsoorten werden door de modecomponisten vermeden om het publiek maar zoveel mogelijk te gerieven en zichzelf een boterham te bezorgen.
Het waren componisten die "componeerden om te leven".
Ook Mozart behoorde tot diegenen, en zijn huwelijk met Konstanze kostte veel geld. Hij voldeed aan de smaak van het Weense publiek en daar mag men hem niet hard over vallen.

Mozarts Pianosonates mogen dan niet in eerste instantie representatief zijn, de opera's zijn dat bij uitstek. Toch is er een voortgang in artistiek niveau te herkennen. Vergelijkt met KV 279 met KV 576 dan is er winst in diepgang en pianistiek. Graag wil ik nog eens schrijven over de Sonates van Mozarts tijdgenoten, en vooral ook over de Sonates van Scarlatti.

Mozarts gevierde tijdgenoot Karl Ditters von Dittersdorf schreef over Mozart: "hij had alweer een grootse inval terwijl wij de vorige nog niet in ons opgenomn hadden".

Is er een mooier besluit van deze beschouwing denkbaar?

Schrijver: Wim Brandse, 28 februari 2009


Geplaatst in de categorie: muziek

4.0 met 3 stemmen 142



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)