Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De melancholie van Tsjaikofski I

Zelden heeft de muziekgeschiedenis een componist gekend die meer onverhulde openheid en gevoelsmatigheid in zijn muziek gelegd heeft als Pjotr Iljich Tsjaikofski(1840-1894). Niet zo merkwaardig is dat die etalering van affekten in Tsjaikofski's muziek gevolgen heeft voor de appreciatie van zijn muziek, ten goede of ten kwade.

Voor melomanen beschikt Tsjaikofski over het heilige vuur en de gewijde inspiratie van de geboren melodicus.
Voor anderen is, juist door dat affekt, zijn muziek goedkoop, van een zekere perversiteit en van een beklemmende leegte. Ik heb een dominee gekend die vanaf de kansel het luisteren naar Tsjaikofski niet aanbeval!

Ik werd daar weer eens bij bepaald toen ik in "Muzikale Ommegang" van Alphons Diepenbrock las. In 1897 schrijft hij naar aanleiding van een uitvoering van Tsjaikofski's Zesde Symfonie ("Pathetique") in Amsterdam het volgende:
"Laat het maar eens gezegd zijn dat de Symfonie een smakeloos maakwerk is. De ideeën zijn banaal en gering. Eigenlijk het mengsel van verlepte cocquetterie en Siberische barbaarsheid. Moet het publiek niet zelf van Tsjaikofski, Grieg en al die schijnkunst langzaam gedegouteerd worden?"

Ziezo, dat liegt er niet om. Vandaag de dag zou dat onmiddellijk politieke gevolgen krijgen vanaf ambassadeursniveau tot Doema en Staten-Generaal, van legerbewegingen en wederzijdse gevaarlijke beledigingen.
Die bestonden in die tijd natuurlijk ook, maar op cultureel gebied werd, terecht, de soep niet zo heet gegeten als ze werd opgediend.

Grieg krijgt, zoals blijkt, ook meteen een veeg uit de pan mee! Het zijn boude uitspraken van iemand die zeker niet de eerste de beste was. Maar ze zijn kenmerkend voor de splitsing der geesten die in in het algemeen rond 1900 in muzikaal opzicht te herkennen was. Er speelt ies van het "fin de siécle" gevoel mee, zoiets van "heb je geen mening dan zorg je daar maar voor"! Duidelijk is dat Diepenbrock geen Tsjaikovski-liefhebber is of het althans speelt!

Natuurlijk getuigt het bovengenoemde citaat van tijdgebondenheid. Diepenbrocks woorden hebben geen profetisch allure gehad! Ware kunst overleeft alles, de tijd werkt als een zeef, waarin smakeloosheid, banaliteit en geringe gedachte onmiddellijk hun onhoudbaarheid bewijzen.

Merkwaardig vind ik overigens dat een erudiet man als Diepenbrock zo weinig begrepen heeft van de toonspraak en de muzikale ideeënwereld van een getourmenteerd man als Tsjaikofski, juist in een tijd waarin de door Diepenbrock bejubelde Mahler met zijn inmense "probleem"symfonieën door hem "zo goed begrepen werd".

Over zowel Tsjaikofski's als Mahlers artistieke tourmentaties betaan geen twijfels; zij brengen deze op hun eigen wijze tot uitdrukking. Tsjaikofski is dan de musicus "pur sang", Mahler daarentegen de filosoof-componist, degene die, zoals Mahler dat zelf noemt "werelden in zijn symfonieën uitdrukt".

Schrijver: Wim Brandse, 8 maart 2009


Geplaatst in de categorie: muziek

4.2 met 5 stemmen 289



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)