Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De triomf van Beethovens Negende

Zelden is een muziekwerk zo gewaardeerd en heeft zoveel tongen en pennen in beweging gebracht als de Negende Symfonie van Ludwig van Beethoven. Alle componisten uit de negentiende eeuw zien er als een ideaal naar terug, zowel naar vorm als naar inhoud.
Het getal 9 voor de produktie van symfonieën werd heilig verklaard.
De geschiedenis van de symfonie in de periode van de romantiek, die men wel aanduidt als "van de Negende van Beethoven naar de Negende van Mahler", is door Beethoven bepaald.
Het werk vormt niet alleen de aanzet van deze onwikkeling maar bergt ook de hele geschiedenis ervan in zich.

De sensatie van de artistieke inhoudswaarde van Beethovens Negende is niet uitsluitend bepalend voor de ongewone populariteit van het stuk, ook andere faktoren hebben daar een belangrijke rol in meegespeeld. Het zijn de ongewone vorm en lengte van het werk, het voor die tijd ongehoord grote orkest, de solisten en het koor, de rijkdom aan muzikale klankmiddelen en natuurlijk ook de ethische achtergrond, besloten in de tekst van Schiller in het slotdeel.
Uit diens "Ode an die Freude" die Beethoven gebruikte,is het voor ieder verstaanbare "Alle Menschen werden Brüder" tot een wereldomspannend symbool geworden.

De idee om zijn laatste symfonie te bekronen met een hymne van grootse allure heeft Beethoven voortdurend bezig gehouden. Aanvankelijk zou de finale ingeleid worden met de woorden "Heute ist ein feierliche Tag, diese sei gefeiert mit Gesang". Later kreeg Beethoven echter de idee Schillers "Ode" aan het stuk te verbinden. Hij voorzag deze tekst van een kleine wijziging en zorgde ook voor een inleiding.

De eerste acht symfonieën vormen met elkaar de opmaat voor het componeren voor Beethovens symfonische zwanenzang, de Negende. Hij denkt nu in andere, nog niet gehoorde dimenies.
Hij laat in de Negende het wezenlijke van zichzelf horen, door het klimmen der jaren ontwikkeld in wijsheid, door het beheersen van muzikale kracht en door de intensiteit van de beleving van schoonheid. Beethoven beschouwde het componeren van zijn Negende als een titanenarbeid.

De geschiedenis van het ontstaan van Beethovens Negende begint in 1809. Dan ontstaan de schetsen voor het begin van het eerste deel. In 1817 rijpt het plan. In 1818 komt een passage in zijn schetsenboek voor dat het Adagio van het werk zou worden. In 1822 schrijft hij dat hij aan het grote werk bezig is en in 1823 is het gereed, zijn opus 125.

De eerste uitvoering vindt plaats in 1824 en was voor de componist, die van het gebeuren door zijn totale doofheid niets gehoord heeft, een groot succes. Toch is het Richard Wagner die van Beethovens Negende een wereldsucces maakt. Ondanks heftige tegenstand dirigeert hij in 1846 een modeluitvoering van het stuk door voorafgaande artikelen bij de toehoorders ingeleid te hebben.

De eerste drie delen van Beethovens Negende zijn als een terubgblik, de finale sluit daarop aan als een toekomstvisie.
Het eerste deel is een verheven symfonische bespiegeling. Dit deel kent een enorme opzweping, volgens het grondplan expositie-doorwerking-reprise geschreven. De muzikale krachten die Beethoven daarin tot ontwikkeling laat komen kunnen uitsluitend door het langdurige coda geneutraliseerd worden.
Het tweede deel is een onrustig Scherzo, eenvoudig in struktuur maar vol verrassende vondsten zoals de canonmelodie, een ritmisch motief uit het eerste deel en een dartel Trio voor houtblazers.
Het derde deel, het Adagio, is van een ontroerende shoonheid. Twee aangrijpende thema's voeren in variaties en verstrengelingen de luisteraar naar een loutering die de weg opent naar het derde deel. Hier voltrekt zich de muziek in een haast onbenoembare sfeer, hier klinken de meest "wijze" bladzijden uit de muziekliteratuur.

De koorfinale is de apotheose van Beethovens Negende. Alle krachten bundelen zich tot dit geweldige feest van de vreugde, waarbij Schillers tekst als voertuig wordt gebruikt. Het is een tekst van een tijdloos karakter. Het herdenkingsconcert ter gelegenheid van het slechten van de Berlijnse muur bevatte Beethovens Negende. Leonard Bernstein leidde de uitvoering, en had voor deze gelegenheid de zin "Alle Menschen werden Brüder" gewijzigd in "Alle Deutschen werden Brüder", voor velen een ontroerend symbool.

Citaten uit de voorafgaande delen omfloersen in het begin van het slotdeel voorlopig nog de opspattende emotie, tot de baritonsolist woorden van doorbrekende strekking zingt: "O Freude, nicht diese Töne! sondern lasst uns angenehme anstimmen und freudenvollere".
De hoofdmelodie is van een treffende eenvoud en leent zich voor veel varianten en tegenstemmen.

Zo verloopt het slotdeel van Beethovens Negende tot een hymne, een mars en een fuga tot een orgie van gevoelens die zich nauwelijks met een pen laten optekenen.
Daarmee heeft Beethoven het hoogtepunt bereikt van zijn symfonisch vermogen, overweldigend en doordringend.
Deze muziek is in de gehele muziekliteratuur van een onvergelijkbare signatuur.

Schrijver: Wim Brandse, 13 mei 2009


Geplaatst in de categorie: muziek

4.3 met 10 stemmen 309



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)