Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Pianotranscripties (II)

Voor de 19de eeuwers geldt dat transcripties muziek van welke aard dan ook bekend maakten bij het publiek. Er was nog geen radio, alleen bladmuziek en concertpianisten, die voor die bekendmaking konden zorgen. Het spreekt dus vanzelf dat de muziekuitgevers heel blij waren met de transciptiepraktijk.
Op die manier leerde men zowel oude als nieuwe muziek kennen. Maar er was ook nog een heel andere reden om het te doen.

Je kon als concertpianist epateren met eigen bewerkingen van muziek van anderen. Hoe virtuozer des te beter, en vooral ook hoe exquizer en exclusiever des te beter! Maar je moest vooral van de muziek die je transcribeerde houden, die muziek voedde je en lokte je uit tot prachtige nieuwe stukken. Het maken van transcripties gold als een bijzonder handwerk, waarbij vooral opperste pianistiek als creativiteit als goede smaak betrokken waren. En dat waren geweldige uitdagingen voor de transcribenten. Daarom zijn transcripties over het algemeen pareltjes in de pianoliteratuur die vooral geschikt waren voor de salons en minder voor de grote zaal. Juist wel voor het vaak adelijke salongezelschap, dat het plezier in deze muziek vergezeld deed gaan van goede honoraria!

Rond de vorige eeuwwisseling zijn de pianisten Rachmaninof en Busoni aktief in het maken van transcripties. Vooral Rachmaninof maakte prachtige juweeltjes in pianistiek en expressie. Hij beperkte zich niet alleen tot Schubertliederen, maar gebruikt ook meer materiaal. Het Scherzo uit Mendelssohns "Midsummernightsdream" krijgt een uiterst virtuoze en elegante verklanking. We leven dan in het tijdperk van het "fin de siècle", een periode waarin het "oude" tot grote (nieuwe) schoonheid leidt, maar onvermijdelijk wordt ingehaald door het "nieuwe".

Een aardige bijkomstigheid is dat Rachmaninof nog veel van zijn transcripties zelf heeft opgenomen. Hoewel de apparatuur van zijn dagen niet de huidige is, sta ik steeds weer verbaasd over de goede kwaliteit van opname en weergave. Aan te bevelen!

Eén van de grootsten onder de componisten van pianotranscripties is wel Leopold Godowski (1870-1938). Hij behoort tot de grootse periode van het "fin de siècle".Zijn transcripties bevatten barokmuziek en liederen, vooral die van Schubert. Het muzikale beeld van en Schubertlied is dat van eenvoud in de pianobegeleiding, die met de prachtige melodie erboven een ware uitdaging is voor degene die "meer" hoort dan Schubert op papier schreef. Godowski was zo'n man, hij tovert Schubertliederen om tot klankjuweeltjes zonder weerga. Er is een leuke uitspraak over Godowski bekend: "Godowski is niet echt geïnteresseerd in andermans muziek, behalve als hij die zelf componeert".

Hoewel het gebruik naar mijn gevoel van de pianotranscriptie is afgenomen, is de interesse ervoor gegroeid. Dat lijkt met elkaar in tegenspraak, maar als studieobject is de transcriptie belangrijk gebleven. Er is nog een aantal zeer gerespekteerde pianisten die de kunst van de transcriptie onderhouden.
Twee Nederlanders noem ik graag als meestertranscribenten: Rian de Waal en Frederic Meinders. En met ere noem ik de 92-jarige Amerikaanse meesterpianist Earl Wild, die juweeltjes maakte van liederen van Rachmaninof en muziek van Gershwin.

Schrijver: Wim Brandse, 19 mei 2009


Geplaatst in de categorie: muziek

4.1 met 7 stemmen 668



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)