Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Carl Orff en het muziektheater

Het zal lang zoeken zijn om in de muziekgeschiedenis een figuur te vinden gelijk aan de componist Carl Orff(1895-1982). Het is ook niet eenvoudig om hem te karakteriseren omdat in hem en zijn muziek een veelheid wordt geboden die op het eerste gezicht een zekere verwarring teweeg brengt. Er is in de muziek van Carl Orff van alles te herkennen. Iets van de madrigaallust die Lassus eens uitstraalde, maar ook iets van de muziekkomedie liefhebber Orazio Vecchi.

Er is ook iets van de humanitische geestesgesteldheid te bespeuren waar de oude Florentijnen het drama van de Grieken weer tot leven wilden brengen, het ideaal dat door Claudio Monteverdi tot waarheid werd. Maar zeker is er iets van die wijde, onontdekte wereld die in de middeleeuwen hemel en aarde aan elkaar verbond: heilig Gregoriaans met niet-heilige wereldlijke liederen ontmoeten elkaar in een vruchtbare samenwerking.

In het werk van Carl Orff beleven we de geboorte van een nieuwe, door geen voorbeelden belemmerde wereld die een zeldzaam voorkomende bemiddeling is tussen hoge vergeestelijking en gezonde levenskracht, tussen ver terugliggend verleden en onmiddelijke hedendaagsheid, tussen het spelen met de geest en het spel met geestkracht beoefenen. Deze totaliteit is zo intensief en zo veelsoortig in het werk van Carl Orff aanwezig, en gebouwd op de fundamenten van de oude Griekse idealen. Maar ook op de rijkdom van de tegenstrijdigheid van de Middeleeuwen en vooral ook wortelend in de ongecompliceerdheid en het primitivisme van het Beierse volklied.

Kenmerkend voor de muziektaal van Carl Orff zijn de vitaliteit van het ritme, de gemakkelijk toegankelijke melodievorming, de simpele drieklanksharmonie en het barbaarse van het ostinate.
Van het begin af heeft Carl Orff de moed gehad het uitgangspunt van zijn artistieke weg te zoeken bij de bron zelf, en hij heeft aangetoond dat die bronnen niet verzegeld zijn.
Zijn grote voorbeeld is de componist Claudio Monteverdi, de componist die zich steeds weer in een nieuw, verassend kleed weet te hullen, en die zich beurtelings vermeide in het componeren van muziek voor de wereld en voor deerk, en zo mens was in alle mogelijke artistieke aspekten. Zo verwierf Carl Orff zich een volkomen eigen stijl, komend van de weg van de dans en zoekend naar de weg van het drama.

Deze ontwikkelingsgang toont twee elementen die tot een eenheid samengevoegd worden: een opvoedende en een artistieke.
Orffs "Schulwerk", dat het ritmische element als een oergegeven kenmerkt is tot een wereldomvattende muziekpedagogische overtuiging gekomen. Sinds Rixhard Wagner en Richard Strauss, in wier theaterkunst Orff een duidelijke afsluiting ziet, stelt Orff een nnieuw drama voor waarin woord, beeld en drama door Orff zelf gestalte gegeven, tot een noeuwe dimensie wordt veheven. Sophokles en Shakespeare, volksspel en sprookje, Romeinse en Benediktijnse liederen, Monteverdi en Hölderlin zetten Orff op de weg van de realisatie daarvan. Het is de geest van het oude drama dat in dienst wordt gesteld aan de geest van het hedendaagse.

Vanaf de "Carmina Burana", deopwindende scenistische cantate, waarvan de herontdekte Benediktijnse teksten en liederen het grondplan zijn, tot aan "Trionfi", het Griekse hymnenspel op de overwinning van Aphrodite, speelt zich een vérgaande maar wel afgesloten weg af. Daarin vinden we als tussenstations "Die Kluge", het spel van de koning en de dappere vrouw, het kleine muziektheaterstuk "Der Mond", de liefdesspelen in "Catulla carmina" en het oudBeierse gegeven "Die Bernauerin" en tenslotte het op een nieuwe vocaliteit van het woord gebouwde treurspel "Antigone".

Het muziektheater heeft bij Carl Orff een nieuwe fysionomie gekregen, en het is geen toeval dat het literaire woord zoals vroeger ook het geval was bij de oude Florentijnen Rinucinni Cacinni en Peri hierbij een belangrijke rol speelt. Historie en aktualiteit, land en landslieden spelen in deze bonte veelkleurigheid een belangrijke rol. In dit alles vindt men de weg die vanuit de klassieken tot het midden van onze wereld leidt. Carl Orff is deze weg alleen gegaan.

Dat hij ooit leerling was van Heinrich Kaminski schijnt van weinig belang: dat hij als gedreven zoeker zichzelf ontwikkeld heeft, gevoed door zijn praktijk als theaterdirigent. Dat hij vanuit zijn zelfveworven kennis componist en pedagoog werd lijkt van oneindig meer belang.

Zijn leerlingen Karl Marx (een andere!)en Werner Egk hebben andere, eigen wegen gevonden. Dat toont Carl Orff als een uitstekende leraar. Zijn school echter, zijn denken en handelen vanuit een nieuw ideaal van muziektheater, heeft een lange reeks aan werken opgeleverd, die aan de veelheid aan muziek in de twintigste eeuw een onmiskenbaar accent heeft toegevoegd.

Schrijver: Wim Brandse, 31 oktober 2009


Geplaatst in de categorie: muziek

2.6 met 9 stemmen 441



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Emilie Kassenaar
Datum:
1 november 2009
Mooi verhaal, zou niet misstaan in een muziekencyclopaedie of een ander medium voor muziekliefhebbers. Voor het geval het artikel ook gelezen (en begrepen) zou moeten worden door mensen die niet tot die doelgroep behoren, zou ik kiezen voor kortere zinnen en minder elitair taalgebruik!

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)