Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

KOEKENBAKKER MAARTEN 'T HART

’t Moest niet zo zijn, maar ’t is wel zo: nogal wat christenen hebben een soort minderwaardigheidsgevoel ten opzichte van niet-christenen.
Met name op leesgebied. Bedoelde christenen denken dat alleen ongelovigen goeie boeken kunnen schrijven. Dat klopt van geen kant.

Als je regelmatig in de bibliotheek rondscharrelt kom je boeken van hoog-literaire schrijvers tegen die zo verdorven zijn dat er geen enkele uitnodiging tot lezen van uitgaat en verder is er ook onder de niet- christelijke literatuur gigantisch veel bagger en onbenul.

Anderzijds verschijnen er regelmatig goede, christelijke boeken maar dat schijnt niet altijd door te dringen. Aan het eind van deze aflevering noem ik wat van die boeken.

Nu maar eens over DE GROTE LITERAIRE SCHRIJVER MAARTEN ’T HART, die een poosje geleden weer een magistraal werk afgescheiden heeft, 'Verlovingstijd'.
Ik heb dit ongare product van de koekenbakker/boekenkakker Maarten ’t Hart gelezen. Het is af en toe best leuk je ‘es te ergeren. Het schijnt ook niet slecht voor je hart te zijn.
We leven in een vreemd land. Er zijn recensenten van naam ('zéér bekwaam' om Wim Kan te citeren) die 'Verlovingstijd' de hemel in geprezen hebben (wie het vatten kan, vatte het).
Hans Werkman die in het 'Nederlands Dagblad' het boek gelukkig tot fijn gehakt vermaalde begrijpt daar ook niets van.

’t Gaat over een jongen (de grote Maarten zelf, tenminste, dat neem ik aan) die voortdurend verliefd is maar zich die vriendinnetjes laat aftroggelen door een vriend. Wie laat dat nou zo stompzinnig over zich komen? Enfin, dat gaat in eindeloze monotonie voort.
Zoals altijd is ook dit boek van ’t Hart doorspekt van aftandse grapjes en gezochtheden. ’t Hart zit er vol mee als de bok van keutels.
’t Hart heeft het christelijk geloof ver achter zich gelaten. Dat is iets voor de allerdomsten. En dat wil hij weten ook. En toch blijft hij het gereformeerde mannetje dat hij is en altijd zal blijven, tot zijn dood toe. Het kleine en benarde en kortzichtige dat je ook bij nog al wat gereformeerden vindt (ik weet het, ik hoor er ook bij) – je loopt er voortdurend tegenaan.

Het oubollige dat mijn goede vader had en met hem al mijn gereformeerde ooms (ik spreek nu van vijftig, zestig jaar geleden) dat zich uitte in grapjes, moppen en raadsels, kneutert je van vele, vele pagina’s bij ’t Hart tegen, nu in 2009. Met het air van 'Nou ga ik toch eens wat leuks vertellen', tovert hij het ene na het andere lolletje uit zijn gereformeerde hoge zije.

Wat ik ook heel frappant vind zijn die smalende opmerkingen over zogenaamde ongerijmdheden in de Bijbel (ik herinner ze me allemaal van de gereformeerde knapenvereniging), u weet wel van het genre: waar haalde Kaïn zijn vrouw vandaan?
En: hoe kan een ezel nou spreken? Nou, denk ik dan, waarom zou Maarten ’t Hart kunnen spreken en een andere willekeurige ezel niet.

Ik herinner me vaag een voorbeeld uit het boek. De hoofdpersoon betrapt een meisje op het lezen van de Bijbel, natuurlijk is ze verdiept in een gedeelte waar ’t Hart al een heel leven op afgeeft. Hij wringt altijd zo dat hij weer even kan katten.
Gezochte flauwiteiten, onwaarschijnlijke ontwikkelingen enzovoort, enzovoort: 'Verlovingstijd' puilt er van uit.

Eigenlijk vind ik ’t Hart een sneue man. Als je eindeloos jezelf herhaalt en erger: als je je hele kostbare leven besteedt aan schoppen tegen het christelijke geloof, op een benedenmaats niveau, aan smalen en aan smaden en roddelen, aan zeuren en kankeren leid je maar een droefgeestig bestaan. Wat een armoe en platheid.
En altijd maar met dat vuistje tegen de hemel en boeken als 'Wie God verlaat heeft niets te vrezen'. Nou daar zal hij achterkomen.

Maar hij is niet alleen een beetje zielig. Hij is ook een bron van verleiding. Aan hoeveel scholieren werden zijn boeken niet opgedrongen en hoe velen heeft ’t Hart (sympathisant van nihilist Nietzsche) niet tot twijfel en ongeloof gebracht. Wat een verkeerde en verwrongen indruk van het geloof heeft hij zijn lezers opgedrongen. En hoeveel christenouders wisten ervan en deden niets?

Prof.J.Kamphuis heeft een indringend boekje geschreven 'Nietzsche in Nederland' waarin het o.a.gaat over ’t Hart. De haat tegen de levende God van Nietzsche is ook de haat van Maarten ’t Hart.

Hoe kan het toch dat ’t Hart de Bijbel leest en toch niet die uitnodigende armen van God ziet?
Hoe kan het toch dat ’t Hart, ik noem maar wat, de pastorale brieven leest en niet van zijn stuk raakt door die verrukkelijke woorden van liefde en genade? Hoe kan het toch dat ’t Hart niet overweldigd wordt door die hartveroverende tekenen van Gods liefde en trouw?

Maar ook voor Maarten ’t Hart is er een uitweg uit het slop van verwarring en opstand – dat hij de weg mag vinden. Nu is er nog gelegenheid voor.

--------------------------------------------------------
Hieronder zomaar wat christelijke boeken.
Het aantal titels is met vele te vermeerderen.


Peter de Vries – Het lam
Pieter Nouwen – Het negende uur


Zie ook: http://www.keesvanbaardewijk.nl

Schrijver: Kees van Baardewijk, 8 november 2009


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.0 met 6 stemmen 448



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)