Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Aan de wieg van de klaviermuziek (1)

Rond 1600, dat beroemde jaartal waarvan onze vroegere geschiedenisboekjes vermeldden dat in het westen van ons continent de Slag bij Nieuwpoort plaatsvond, gebeuren er allerhande opmerkelijke feiten in onze muziekgeschiedenis.
In Italië ontwikkelt zich een hernieuwde belangstelling voor het klassieke Griekse drama, hetgeen uitmondt in de eerste aarzelende pogingen in het muziekgenre dat als opera te boek staat. Later wil ik graag nog eens schrijven over de geboorte van de opera. De vlucht die deze nieuwe kunstvorm overigens door de eeuwen heen heeft genomen, behoeft geen commentaar.

In Engeland tekent zich in die dagen de eerste ontwikkeling af op het gebied van het klavierspel, muziek die zich langzaam ontwikkeld heeft uit die voor luit, en die bekend staat als een eerste proeve van een zelfstandige klaviermuziek.

Het zijn "A new book of tabiliture" van William Barkley (1596) en "Schoolle of Musicke" van Thomas Robinson (1603).
Zij leggen de basis voor een rijke periode van Engelse klaviermuziek, een periode die men aanduidt met de term "Virginalisten", waarin de benaming van het Engelse primitieve klavecimbel het "Virginaal" ligt besloten,
een driehoekig instrument, met aan de lange zijde een klavier(tje)

John Dowland (1562-1626) is in die dagen Engelands grootste luitist. Hij kan worden gezien als de stamvader van klaviermuziek in zijn vaderland. Dowland is een reislustig heer. We zien hem aan begin van de tachtiger jaren van de zestiende eeuw als musicus in dienst van de Engelse ambassadeur in Parijs, waarna wij hem weer in zijn moederland tegenkomen waar hij de graad van "Doctor of Music" in ontvangst komt nemen.
Later zien wij hem in Italië in aanraking komen met een van de belangrijkste componisten van die tijd, Marenzio. Rond de eeuwwisseling blijkt hij verbonden te zijn aan het hof van de Deense vorst Christian IV.
Het bekendst wordt Dowland als componist van liederen. Zijn melodieën zijn rijk en van grote expressieve schoonheid. Zijn gepubliceerde werken verschijnen tussen 1597 en 1613 en omvatten in totaal vier delen. Daaruit blijkt dat Dowland elk muziekgenre volledig beheerst, zowel muziek van serieuze aard als muziek van een wat lichtere signatuur wordt door Dowland op de meest talentvolle wijze geproduceerd.
Liederen als "Come away, sweet love", "Flow my tears" en "Shall I sue" zijn in dit verband goede voorbeelden en onderstrepen Dowlands melodische talent.
Bovendien schrijft Dowland ook luitmuziek op hoog niveau. Zijn "Fantasies" en "Dances" zijn exemplarisch voor zijn verfijnde compositiestijl en expresieve uitdrukkingswijze.

Schrijver: Wim Brandse, 9 november 2009


Geplaatst in de categorie: muziek

4.5 met 6 stemmen 234



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)