Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Jean Pierre Rawie: Finis

Finis

Heden is, na een langdurig lijden
dat hij met godsvertrouwen droeg,
Jean Pierre Rawie van ons verscheiden.
Hij komt dus niet meer in de kroeg.

Dat hij, die somber was bij tijden,
de hand niet aan zichzelve sloeg
stemt misschien nog wat tot verblijden,
al is het zo al erg genoeg.

Wat hem tot slot de dood in joeg,
de liefde of de drank, of beide? -
wij hebben door dit overlijden
een leger leven voor de boeg.

Het is zoals de Ouden zeiden:
de besten gaan altijd te vroeg.

Jean Pierre Rawie

Wie de poëzie van zuipschuit Willem Kloos kent, die zal niet raar opkijken, wanneer ik de dichter Rawie met hem vergelijk. Kloos was ook een stevige drinker, hij had ook niet veel geluk met de vrouwen en hij was ook een melancholicus, voorts had hij een homo-erotische eenzijdige liefde voor Albert Verwey, eerder voor Jaques Perk. Hoogstvermoedelijk was zijn zwaarmoedigheid te wijten aan de verdringing van zijn homo-seksuele geaardheid, in die tijd zeker nog een taboe in de samenleving. Kloos is een groot dichter geweest, met de nadruk op 'geweest', want er is een nieuwe Kloos opgestaan en dit in de edele vorm van Jean Pierre Rawie, die overigens hetero-seksueel is.
Rawie is een groot dichter, meer zou ik niet hoeven uitweiden, maar toch, sinds ik hem heb gezien in 'De Nacht van de poëzie' te Utrecht, laat zijn ranke gestalte mij niet meer los. Deze vergeestelijkte man is adembenemend, zijn voordrachtskunst sober en degelijk, hartverruimend. Waarom wordt een dichter vaak na zijn dood gelauwerd? Past hij dan meer in het mythe-beeld? Dichters zijn mensen van vlees en bloed, ze hebben ook een gironummer en je kunt ze aanraken, graag zelfs, ook al lijkt hun werk het tegendeel te opperen.
Bij Rawie moet ik denken aan de film 'Death in Venice' van Visconti: trage diepgang, muziek van Mahler, dromerig-esthetische beelden, eenzaam lijden om de vergankelijkheid. De nagloed is bezetenheid en verrukking. De afgelopen zomer moet ik Rawie gezien hebben, het was op een boekenmarkt in Amsterdam; of het geen zinsbegoocheling was, dat kan alleen hij weten. Ik zag hem langs de kramen schuiven, op zoek naar oude dichters, op zoek naar buitenlandse onbekenden, op zoek naar zichzelf.

Wellicht was dit gedicht van hem er niet te vinden; het mag dan cynisch zijn, het herbergt een positieve inslag, al zal hij dit zelf niet belijden. Ik hoop dat hij nog veel van zichzelf laat horen. Geluk is mogelijk, Jean Pierre, ook buiten je gedichten en voorbij je ideaal-beelden, ook al sterf je vele malen. Leef wel op je boerderij in Groningen; dat de verleidelijke Muzen je nabijstaan.

Schrijver: Joanan Rutgers, 29 september 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.0 met 1 stemmen 336



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)