Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

J.C. Bloem: Eenzaam

Eenzaam

Besloten in 't gewonde zelf
Blijft elk, die niet meer hopen mag,
Toch rijst voor hem aan 't laag gewelf
Steeds dag na grijzen dag.

Maar is het zwak, een enkle maal,
Te wensen, dat er iemand was,
Die spreken zou in de éne taal,
Waardoor het hart genas?

Een mens, die oordeelt noch verwijt,
Maar die begrijpt door de eigen nood
Hoezeer de helse daaglijksheid
Des levens alles doodt.

Vergeefs. Onscheidbaar is de smart
Van 't leven en moet doorgeleefd:
Er is voor de eenzaamheid van 't hart
Geen mens, die uitkomst geeft.

Jacobus Cornelis Bloem werd geboren in 1887 te Oudshoorn. Zijn vader was burgemeester en had hoge verwachtingen van hem. Hij doorliep daar de lagere school, tesamen met zijn zus en broer. Als jonge jongen las hij al de gedichten van Victor Hugo, ik vermoed toch vertalingen daarvan. In 1899 verhuisde hij in zijn eentje naar Leiden, wat een hele stap geweest moet zijn voor een jongen van twaalf. Hij ging toen wonen bij zijn geschiedenisleraar, die grappig genoeg meneer Kunst heette. Hij was er erg eenzaam en hij deed daar zijn HBS-studie met de hakken over de sloot. Hij kon nu eenmaal geen energie schenken aan zaken die hem niet interesseerden. Zijn diploma HBS haalde hij niet in Leiden, maar in Amersfoort, waarna hij weer een tijdje thuis ging wonen. Hij wilde dolgraag Nederlands gaan studeren, maar dat werd hem verboden door zijn dominante vader, die een dorp of een stad kon besturen, dus zeker hem, dacht hij. De financiële vooruitzichten van neerlandici waren beroerd en dus diende hij rechten te gaan studeren van zijn, terwijl hij volgens de wet al wel volwassen was, maar de studiekosten werden natuurlijk betaald door zijn vader. Dus begon hij in 1909 met zijn rechtenstudie te Utrecht. Hij had weinig stimulans uit zichzelf en hij zat vaak in de schulden, vooral bij boekhandelaren, en dat sleepte zich voort tot 1916, toen hij eindelijk promofeerde. Daarna deed hij van alles en nog wat; gemeentelijke administratie te Amsterdam, NRC-redacteur, griffier van het kantongerecht Lemmer en Breukelen. Echter de sleur van 9 tot 5 te moeten werken haatte hij enorm. Hij was enige tijd lid van de NSB, maar die relatie verbrak hij zelf, nadat hij een bezoek had gebracht aan Mussert, die hij ronduit achterlijk vond. Na 1946 was hij enkel nog dichter en de laatste jaren van zijn leven woonde hij in Kalenberg. Zijn ex-vrouw en dichteres Clara Eggink verzorgde hem daar, totdat hij in 1966 stierf. Bloem heeft een bloemrijk oeuvre nagelaten, waarin vooral veel over de eenzaamheid wordt gesproken, hij heeft dan ook zijn hele leven gevochten met zijn gevoel van eenzaamheid en dat hij waarlijk een eenzame geest was, daarvan getuigen talloze gedichten, die qua taalkeuze al dichter bij onze tijd in de buurt komen. Ik heb het gedicht 'Eenzaam' ooit als jongeling overgetiept, zoals ik dat bij meerdere gedichten van anderen deed, die mij raakten. Blijkbaar had ik me toen sterk herkend in dit sonnet, met name de pijnlijke laatste twee regels, hoewel ze ook als troostend kunnen worden opgevat. Dichters overdrijven vaak om het effect te vergroten, ik vermoed daarom dat ons Bloempje best eens een bloemetje heeft geplukt, bijna wel zeker meerdere bloemetjes en niet alleen zijn trouwe Clara, die hem toch maar mooi die laatste jaren verzorgde. Was hij niet ook een zwartkijker en een brombeer toen hij schreef:

De mond blijft stom
Tegen den tijd,
Want ouderdom
Is eenzaamheid.

Schrijver: Joanan Rutgers, 12 oktober 2010


Geplaatst in de categorie: eenzaamheid

4.7 met 3 stemmen 944



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
dnGroeneveld
Datum:
6 maart 2016
Zo als het gedicht het geeft, beleef ik het, en heb het beleefd.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)