Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Simon Carmiggelt: De uitgever

De uitgever

Toen Pegasus hem smadelijk had afgeworpen,
sprong hij Mercurius maar op de nek
en werd een naarstig vuller van het boekenrek,
dat Wim en Gerrie zoet houdt in hun dorpen.
Aanvankelijk nog wat gevleugeld, nam hij poëzie
van diepe mannen mee op voorjaarsreizen
en sloeg de boekverkopers met die steen der wijzen.
Maar och, wat harde koppen hadden die...
Thuis huilde hij dan uit aan Wilma's borsten.
'Ze zijn te stom!' klonk akelig zijn stem.
Het vrouwtje huilde mee, maar meer om hem,
en om de grove dingen die ze zeggen dorsten.
Zo ging de tijd zijn gang en boog die fiere kop.
Nu kleeft hij aan het slijmspoor der successen.
Maakt óók een 'sellertje'. De wroeging lessen
dat doet Schiedam - van meidauw in de drop.
Maar na zijn tiende vraagt hij altijd om papier,
en tokkelt schreiend op zijn oude lier.
De wijze Wilma zegt: 'Niet publiceren, Jan.
Gooi ze maar weg.' Dat doet de kelner dan.

Simon Johannes Carmiggelt werd geboren in 1913 te Den Haag. Zijn broer heette Jan en ze groeiden op in een sociaal en sterk anti-fascistisch gezin.
Hun vader was handelaar in vleeswaren en hun moeder bestierde een hoeden- en pettenwinkel.

Simon begon als journalist bij 'Het Vaderland' en in 1932 bij 'Vooruit' als toneel- en filmrecensent. In 1938 neemt hij boksles vanwege de naderende nazi's, maar met weinig succes.
In zijn stamkroeg ontmoette hij Tiny de Goey, die moderedactrice was. Ze trouwden in 1939, in 1940 kregen ze hun dochter Marianne en in 1942 kregen ze hun zoon Frank.
In Amsterdam zette Simon zich in voor het illegale blad 'Het Parool'. Hij werd 1 week gevangen gezet door de Duitsers, daarna ging hij gewoon verder met zijn illegale praktijken tegen de bezetters. Zijn broer stierf in het concentratiekamp Vught, omdat hij Joden had geholpen.

In 1945 werd hij redacteur van 'Het Parool' en later leider van de kunstrubriek. Door de oorlogservaringen is hij zeer pessimistisch geworden en dat zal zijn drankzucht zeker niet beteugeld hebben.
In 1946 schreef hij de eerste 'Kronkel' van uiteindelijk zo'n 10.000 stuks. Hij schreef ook teksten voor Wim Kan en Wim Sonneveld. Hij schreef humoristisch over mensen in vreemde situaties met een sterk inlevingsvermogen, soms gortdroog, maar altijd levendig en vermakelijk. Schrijven deed deze veelschrijver in het park of in de kroeg, meestal dat laatste, waardoor er dus een drankslavernij ontstond. Hij schreef er wel mooie verhalen en gedichten over.
De schilder/dichter W. Hussem was een vriend van hem.
Hij bewonderde vooral Willem Elsschot, met wie hij een goede vriendschap opbouwde. Verdere beïnvloeding door Holst, Tucholsky, Tsjechov en Nescio.

In 1961 won hij de Constantijn Huygensprijs en je voelt hem al aankomen, in 1967 de P.C. Hooft-prijs. Met de beeldend kunstenaar Frank Lodeizen verwerkt hij drie drinkliederen en tekeningen van Frank tot 'Vreugden en verschrikkingen van de dronkenschap'. Frank is familie van Hans Lodeizen.

Simon stierf in 1987 te Amsterdam aan een hartaanval.
Daarna schreef Renate Rubinstein 'Mijn beter ik', over de geheime relatie, die zij met Carmiggelt had. Dat zal wel, maar dat voegt niets toe aan het omvangrijke oeuvre van Carmiggelt.

Schrijver: Joanan Rutgers, 27 oktober 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.2 met 5 stemmen 204



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)