Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

J.H. Leopold: Zoek heil en heul

Zoek heil en heul in uw gedichten; doe als ik
en denk om roem en eer geen ogenblik,
maar vindt in verzen vrede en zielsgeluk.

Veracht de wereld en zijn valsch behagen
in afbreuk doen, wat groot is te verlagen
en al het kleine en slinksche hoog te dragen.

Christenen, Joden, Parsen, Moslemin,
zij dolen allen; voor wie toe wil zien,
vervalt de gansche menschheid slechts in tweeën,

twee soorten enkel worden er ontdekt:
intelligente menschen zonder vroomheid
en vrome menschen zonder intellect.

Ik wil gaan schuilen in mijn eigen woorden,
onzichtbaar zijn in mijn verliefd gedicht,
dat ik haar mond mag kussen.

Jan Hendrik Leopold werd geboren in 1865 te 's-Hertogenbosch. Hij was de oudste zoon van Martinus Leopold en Anna Elisabeth Plaat. Ze kregen drie jongens en twee meisjes, waarbij één meisje vroeggestorven is. Martinus was leraar op de HBS, ze verhuisden in 1865 eerst naar Goes, maar al vrij snel naar Arnhem, waar Martinus een betere baan kreeg als directeur van een kweekschool voor meisjes. Zijn vader publiceerde ook poëzie en twee ooms waren neerlandici, een tante schreef kinderboeken, dus het literaire talent zat al in zijn genen. Als kind had hij allereerst talent voor tekenen en schilderen uitgeoefend, gekoppeld aan een groot concentratievermogen, wat altijd een pré voor kunstenaars is. Verder leerde zijn vader hem pianospelen, wat toendertijd nog veelal een meisjesbezigheid was. Hij hield van wintersport en wandelen. Rond 1892 verloofde hij zichzelf met Fini Rijkens, maar deze vrouw trouwde gek genoeg met zijn jongere broer Johannes. De liefde gaat vreemde wegen. Later schreef hij brieven naar hun kinderen en ging hij met hen naar de bioscoop en de schouwburg. Een suikeroom dus. Echter in 1920 kwam daar een einde aan, vanwege zijn doofheid en knorrige achterdocht. Van 1888 tot 1892 studeerde hij klassieke letteren in Leiden, ze vereerden daar Da Costa en Fiore della Neve, wel erg bestofte figuren. Gelukkig dronken de heren studenten wel de nodige wijn. Hij promoveerde cum laude in Leiden. In 1892 werd hij leraar aan het Gymnasium Erasmianum, waar ongeveer 100 leerlingen waren. Het imposante gebouw is helaas verwoest door de Duitsers. In 1893 debuteerde hij met gedichten in 'De Nieuwe Gids', een glansrijke doorbraak met veel positieve gevolgen. Hij werd beïnvloed door de sensitivistische poëzie van Gorter, had zelf ook een stijl vol klankwaarde, maar wel met een archaïsche manier van woordgebruik. Later ontwikkelde hij een vrijer ritme. De dichteres Ida Gerhardt was een leerlinge en vriendin van hem. Zijn werk is symbolistisch, aristocratisch en dromerig-romantisch. Hij bestudeerde Spinoza en Descartes. Hij vond dat kapitalisten en proletariërs bezeten waren van dezelfde hebzucht, ze wisselden enkel van posities. Hij vertaalde kwatrijnen van de Perzische dichter Omar Khayyam. Zelf bezit ik een eerste druk van de vertaler Ponticus. Leopold leefde zeer teruggetrokken, in Rotterdam woonde hij op een huurkamer in de Oldenbarneveldstraat 121, meer dan 30 jaar. Sommige studenten bezochten hem daar 's avonds. Hij had de uitstraling van een student-vrijgezel, bleef dat in feite ook. Verder was hij charmant, goedgekleed, goedlachs en vooral zijn wijde langzaam gaande stap viel op. Hij had een keurige baard en soms droeg hij kanariegele schoenen. De poëzie was zijn contact met de buitenwereld, hij had een afkeer van de dagelijkse realiteit. Hierin was hij sterk verwant aan de anti-burgerlijke bohémiens Verlaine en Rimbaud. Misschien was hij stiekem van de herenliefde, maar dat kan ik niet met zekerheid stellen. Hij had een groot besef van de eenheid van mensen en alle leven. Hij bezocht met collega's de kroegen en hij wist echt alles van diverse belangrijke onderwerpen. Echter, door zijn toenemende doofheid ging het lesgeven slechter en werd hij extreem paranoia. Twee professoraten gingen mede hierdoor aan zijn neus voorbij. Hij raakte intens verbitters en als zodanig verbrak hij het contact met iedereen, zelfs met de familie waar hij zo lang op kamers had gewoond. Hij verhuisde naar de Samuel Mullerstraat, waar de vriend van alle literaire verslagenen A.H. Holst nog wel toegang tot hem vond. Daar stierf hij ten gevolge van een borstvliesontsteking. Zijn as is, hoe eenzamer kan het, verstrooid op de Noordzee.

Schrijver: Joanan Rutgers, 2 november 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 146



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)