Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Christine D'Haen: Faeryland

Waar ligt dat avontuurlijk Faeryland?
De glazen globe, gave van Merlijn,
zilveren schimmig, met parelen schijn.
Bokaal waar alles is wat eenmaal was,
waar de oude vorst, de oude vorstin verblijft,
eerwaarde voorouders van het mensenras.

Kom, kom nu in mijn borst, kom hier met spoed,
waar uit de wonde drupt ons kinderbloed.
Het deugdzaam altijd hier bereikte Rijk:
Faerie Queene in de maanregenboog
Prince Arthur, haar genade in zielennood,
Edele ridderziel in staalkuras -

Mooi Ierland, die over haar kinderen schreit,
Verschrikking van Brittanniës Christenstrijd.
Zichtbaar onzichtbaar zielen-Faeryland.

Christine Elodia Maria D'Haen werd geboren in 1923 te Sint-Amandsberg.
Zij was de dochter van een onderwijzer, die later inspecteur van het onderwijs werd.
Haar moeder was stenotypiste en huismoeder.
Ze deed haar Grieks-Latijnse, middelbare studies op het Sint-Bavo-instituut van Gent, daarna ging ze Germaanse filologie studeren aan de Rijksuniversiteit van Gent; ze behaalde haar diploma in 1946.
Van 1947 tot 1949 studeerde ze filosofie te Amsterdam en van 1949 tot 1950 studeerde ze anglistiek te Edinburgh.
Dat ze een studietalent had, mag duidelijk zijn.
Ze werd na Engeland lerares Engels in Brugge; van 1950 tot 1957 in het Rijkslyceum en van 1957 tot 1970 in de Rijksnormaalschool.

Maar intussen was haar literaire ster al flink gerezen. Zij had voor 1948 al her en der gepubliceerd onder diverse pseudoniemen, waarschijnlijk om de literaire wereld anoniem te verkennen.
In 1948 publiceerde ze voor het eerst onder haar eigen naam in 'Dietsche, Warande en B.' en 'Nieuw Vlaams T.'.
Haar thema was haar katholieke achtergrond, al stelde zij dat zij inmiddels agnosticus was.
In 1958 verscheen haar debuutbundel 'Gedichten 1946-1958'. Het was klassiek van vorm, wat nogal opviel tijdens de glorietijd van de Vijftigers, maar ze hield voet bij stuk. Ze was uiterst taalrijk, was dan ook veelbelezen, vooral in de Griekse mythologie en de andere Antieken plus de Renaissancetijd.
Haar symbolische stijl en een ongelofelijke verbeeldingskracht vielen meteen op. Zij was een Eros-aanbidster van onvervalste aard, tilde het op naar het zielsniveau en daarin staat zij gelijk aan de erotische magiërs oftewel de Tantra-beoefenaars. Johan Polak was een groot fan van haar.

In 1952 was zij getrouwd met René Beelaert (de bofkont!), leraar geschiedenis te Brugge. Zij kregen samen twee kinderen; Anna Livia in 1953 en Sylvester in 1956.
In 1970 maakte zij een wetenschappelijke behandeling van het werk van Guido Gezelle, waarvan het originele werk in bezit was van de stad Brugge, dat zij voltooide in 1982. Zij schreef ook een mooie biografie over deze priester-dichter. Ook vertaalde zij poëzie van Hugo Claus in het Engels.

Zij zag er niet alleen erudiet uit, maar zij was het ook, wat haar soms onbegrepen maakte bij minder belezen en minder poëtisch ingestelde critici.
In 1989 kreeg zij de Henriëtte de Beaufort-prijs, wat zich herhaalde in 2007.
In 1992 ontving zij de Grote Prijs der Nederlandse Letteren.

Haar prozadebuut 'Zwarte sneeuw' is formidabel verfilmd.

Zij als klassiek geschoolde werd overschaduwd door een oppervlakkige cultuur, die haar hart voor altijd bezeerde, haar ziel deed besluiten voorgoed in te keren. Zij kreeg een ziekte, die zo'n twee jaar voortschreed, totdat zij in 2009 overleed in haar eens zo geliefde Brugge, waar nog steeds de koetsen oneerbiedig voor haar huis langs denderen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 november 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.8 met 4 stemmen 171



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)