Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Anna Roemers Visscher: Wat is 't anders als fraai?

Wat is 't anders als fraai?

Die anders niet en kan als zingen,
spelen, tuiten,
is geenszins fraai zo deugd en
eerbaarheid staan buiten.
Een vrouw die niet als zingt en tuit,
die gaarna danst, en die de luit
schier nimmer uit haar handen leit,
fij, fij, dat is lichtvaardigheid.
Maar is het niet een hemel schier
te zien hoe dat een geestig dier
met zang of spel haar man verkwikt
als 't nodig huiswerk is verricht?
Misbruik verkeert het zoetste zoet
in walgelijk en bitter roet,
ja, heilzaam nutte medicijn
t' ontijds gebruikt, keert in venijn.
Dan die zijn oog op 't eeuwig slaat,
de tijdelijke fraaiheid laat,
die met al 't wereldse gespook
verdwijnen zal als wind en rook.

Anna Roemers Visscher werd geboren in 1583 te Amsterdam.
Ze was de oudste dochter van Roemer Visscher en Aefgen Jansdr. Onderwater.
Haar vader was een rijke koopman-graanhandelaar en dichter.
Ze groeide tezamen met haar jongere zus Maria Tesselschade op in het grote huis aan de Geldersekade, waar ze in de achtertuingracht zwemmen leerden. Dat huis heette terecht het 'Zalig Roemers huis'. Het gereformeerde gezinsleven bloeide volop.
Anna schilderde, borduurde, zong, kalligrafeerde en schreef gedichten. Ze was zeer gelovig, wat meestal een handicap vormt voor een kunstenaarsziel. Haar jongere zus was ook literair begaafd en zij werd later de spil van de Muiderkring, omdat ze mooi en populair was.
In huize Visschers werden vaak literaire avonden gehouden, zodoende kwam zij Anna in contact met Hooft, Bredero, Vondel, Huygens en Coornhert. Ze kreeg een humanistische opvoeding met extra les in Frans en Italiaans, geschiedenis en literatuur. Ze kon prachtig glas graveren, verwierf er roem mee. Voor Huygens graveerde ze een roemer (wijnglas), dat in het Rijksmuseum staat.

In 1619 stierf haar moeder, waardoor zij als oudste dochter de huishouding op zich nam.
In een verzamelbundel 'De Zeeuse Nagtegael' verschenen 12 gedichten van haar. Ze deed mee met verzamelbundels, maar een eigen bundel bleef uit. Wel verscheen haar werk in bundels van anderen (vader, Cats, Heinsius). Ze vond dat een dichter en zeker een dichteres zich bescheiden moest opstellen, deed zelf geen enkele moeite om een bundel te publiceren. Wel had ze 32 gedichten samengevoegd in 'Letterjuweel', maar ook dat is nooit uitgegeven.
Cats droeg zijn bundel 'Maechdenplicht' aan haar op, roemde haar wijze plichtsgetrouwheid.

Ze onderdrukte voortdurend haar erotische verliefdheden.

In 1620 verzorgde zij een herdruk van 'Sinne-poppen', verzamelde afbeeldingen door haar vader, waar zij dan gedichten bij geschreven had.

In 1624 trouwde zij met Dominicus Boot van Wesel, een herenboer/dijkgraaf en baljuw van de Wieringerwaard.
In 1625 werd in Alkmaar haar eerste zoon geboren, in 1626 in Den Haag haar tweede zoon. Zij heetten Romanus en Johannes. De zonen zaten op een Jezuïetenschool in Brussel.
Na 1629 werden zij en haar man rooms-katholiek.
Na haar huwelijk heeft ze weinig nog geschreven en wat ze schreef stond in het teken van haar godsdienstige overtuigingen.
Ze had veel contact met Belgische artiesten, zo ook met de schilder Rubens, wiens werk ik nog eens grondig moet bekijken of zij er niet tussen staat. Rubens kennende zal hij het haar zeker gevraagd hebben. Ook Hugo de Groot was bevriend met haar.
In 1646 gingen beide zoons en hun vader studeren in Leiden. In 1647 stierf Johannes.

Ze was minstens zo knap als haar jongere zus en ze werd door haar tijdgenoten volop bejubeld, een nieuwe Sappho genoemd, maar dat was overdreven, meer 'de wens is de vader van de gedachte'.
Ja, dichtende vrouwen waren een unicum in die tijd, dus werden de haantjes al gauw lyrisch.

In 1654 verscheen 'Honderd christelijke zinnebeelden', door haar vertaalde gedichten van Georgette de Montenay. In 1617 had ze een bruydlofs-gedicht geschreven voor Daniël Heinsius en, nou komt het, ene Ermgaert Rutgers. Ze heeft mijn achternaam ten minste één keer gedacht en geschreven, dat soort kleinoden doen mijn hart harder slaan. Zou Ermgaert verre familie van mij kunnen zijn? Wie weet.

Tenslotte stierf zij in 1651 te Alkmaar. Ik heb daar nog veel rondgedoold, misschien wel op dezelfde plekken waar zij ooit gelopen heeft.

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 november 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.5 met 2 stemmen 256



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)