Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Maria Tesselschade Roemers Visscher

t' Amo mia vita
Mijn Lief ik min uw.

Myn Lief ik min uw. Dus mijn lieve leve seyde,
Mid dat mijn lippen van haer lieve lippe scheyde

Geen meerder soetigheyd ter voren inne quam

Dan als sy mij dat gaf, het geen ick haer ontnam

Onthout die toontjes ey! ik bid uw Cupidootje
Gy kleyne Sielen-vooght, gy machtigh wonder
Goodtje!
En steltse in mijn borst op sulken even maet,
Dat daer op pols, en mild, hert, longh, en lever
slaet.
Gebied, hier door, mijn Siel aen 't Lichaem 't
sijn te geven,
En stadigh dat te voen met sulk een lieve leven

En zeggen dan: mijn lief ik min uw, liefste mijn

Gij sult altoos, ô lief, mijn lieve leven sijn!


Maria Tesselschade Roemer Visscher werd geboren in 1594 te Amsterdam.
Haar vader was de rijke graanhandelaar Roemer Visscher en haar moeder heette Aefgen Onderwater.
Haar twee zussen heetten - de eveneens hoogbegaafde - Anna en - de wat minder bekende - Geertruyd.
De naam Tesselschade ontstond omdat haar vader vlak voor haar geboorte veel van zijn vermogen verloor door een enorme scheepsramp bij Texel, waar talloze koopvaardijschepen vergingen. Toch blijft het merkwaardig van haar vader, het zat hem blijkbaar nog erg hoog en hij was er waarschijnlijk door verward.
Maria was elf jaar jonger dan Anna, en ook zij tekende, borduurde, deed aan glasgraveren, maar de zangkunst lag haar het beste. Verder bespeelde ze verschillende muziekinstrumenten en ze beheerste de talen Frans en Italiaans. Men noemde haar het 'puikjuweel der vrouwelijke sekse', een ware schoonheidsgodin dus, een Miss Universe, extreem knap.
Bredero probeerde haar ooit te versieren, maar dat mislukte, ook kende ze zijn reputatie.

In 1620 stierf haar vader, de zusters hielden nog wel artistieke avonden in hun grote huis aan de Geldersekade, maar de drijfveer kelderde.
In 1623 trouwde zij met Allart Janz. Crombalch, een zee-officier. Een jaar later trouwde Anna, Geertruyd was al getrouwd.
Met haar man kreeg zij drie dochters. Teetgen in 1625, Maria in 1628 en een kort na haar geboorte gestorven dochter in 1631.
Crombalch bewoog zich tussen de Alkmaarse regenten en ik neem aan op zee. Ze bleef een goede vriendin van Hooft en ze kwam dan ook vaak logeren op het Muiderslot, waar ze dan de andere aanwezigen trakteerde op haar inspirerende zangkunst, niet voor niets werd zij de Muiderslotmuze genoemd. Ze deed met haar stem heel wat ontvlammen bij de pennehelden. Hooft aanbad haar innemende charme, ze zijn echter nooit vreemd gegaan. Ze deelden hun smaak voor John Donne. Huygens maakte in zijn bundels plaats voor haar poëzie.

In 1630 won ze een door Vondel georganiseerde dichtwedstrijd voor religieuze verdraagzaamheid.
In 1634 stierf haar man, gewezen officier, aan bloedspuwing door een overdosis kalmeringsmiddelen. Op diezelfde dag stierf Teetgen aan de pokken.
Ze vond troost in haar geloof. Ze was 40, maar kjreeg nog veel aandacht van in haar geïnteresseerde dichters. Ze leerde de hoogleraar-dichter Caspar Barlaeus kennen, die net zo verliefd op haar werd als Constantijn Huygens. Beide heren gingen een literaire competitiestrijd aan om haar hart te veroveren. Maria had hun snode plannen door en wenste geen van hen bij haar in bed. Ze was wijs en deugdzaam, geen wildebras en losbol. Overigens was de rek van het erotische verlangen eruit.

In 1641 werd ze rooms, net als Anna, tot ergernis van Huygens. Zijn eerdere lof sloeg om in valse hoon, maar diepergelegen zat daar natuurlijk het door haar afgewezen zijn achter. Toch herstelde de vriendschap zich. In een smederij werd Maria door een ongeluk blind aan haar linkeroog. Vondel, ook rooms geworden, kwam haar dichterbij te staan.

In 1647 stierf haar dochter Maria en haar vriend Hooft.
In 1648 stierf haar vriend Barlaeus en daarna leefde zij nog anderhalf jaar in uiterste eenzaamheid een groot verdriet met zich mee torsend.
Zij stierf op 55-jarige leeftijd te Alkmaar, volkomen bereid haar dood te aanvaarden, zelfs welkom te heten.

Haar bekendste werk is 'Onderscheyt tusschen een wilde en een tamme zangster'.
Een kleine vier eeuwen scheiden mij van haar; toch heeft ze mij doen warmlopen en zeg ik haar graag: mijn lief ik min u!

Schrijver: Joanan Rutgers, 26 november 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.3 met 3 stemmen 239



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)