Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Karel van de Woestijne: Ik zal u niet beminnen

Ik zal u niet beminnen

Ik zal u niet beminnen,
gij, die in vreê-gewaad
voorbij mijn torve zinnen
langs-heen mijn leven gaat.

Ik zie uw rústige ogen,
en 'k weet hoe góed ge zijt:
úw tederheid, gebogen
over mijne eenzaamheid.

En 'k heb u niets verborgen
van blijheid, drift en leed,
en hoe uw plegend zorgen
me in stilte wenen deed.

Maar - 'k zal u niet beminnen,
met brandend hart en brein;
ik wil u niet beminnen:
ik wil gelúkkig zijn.

Karel Peter Edward Marie van de Woestijne is geboren in 1878 te Gent, aan de Sint-Lievensstraat, zijn geboortehuis staat er nog.
Zijn vader was een koperslager.
Hij had drie broers: Edward, Maurice en Gustave.
Zijn vader stierf toen hij twaalf was, wat van grote invloed op zijn psyche was. Hij volgde het middelbare onderwijs op het Koninklijk Atheneum.
Hij was al vroeg verzot op de beeldrijke poëzie van Charles Baudelaire.
Hij studeerde Germaanse filologie, wijsbegeerte en letteren aan de Universiteit van Gent.
Zijn moeder stierf in 1903. Dat betekende dat hij medeverantwoordelijk werd voor het door zijn ouders nagelaten koperbedrijf.

Karel publiceerde al jong in vele tijdschriften en in 1901 debuteerde hij met 'Laetemsche brieven over de lente'.
Met zijn broer Gustave (kunstschilder) woonde hij een aantal jaren in Sint-Martems-Latem, omringd door kunstenaars-vrienden, een paradijselijke tijd.

In 1904 trouwde hij met de aantrekkelijke Mariette van Hende, met wie hij al eens had geflirt in een schouwburg. Zij kregen twee kinderen: Paul (1905) en Lily (1919). Misschien leeft Lily nog wel. Mariette stierf in 1969. Ze trouwden in Gent en gingen daarna wonen in Sint-Amandsberg.

Hij was ook journalist en criticus. In 1906 werd hij correspondent voor de NRC te Brussel. Hij was een tijd ambtenaar bij het Ministerie van Kunsten en Wetenschappen.
Hij was een typische workaholic, maar wel eenzelvig en teruggetrokken.
In 1907 gingen zij in Brussel wonen en na een tijdje te Pamel bleven ze in Brussel tot 1920. In Pamel schreef hij samen met Herman Teirlinck een boeiende brievenroman 'De Leemen Torens', vol geschiedenisanekdoten.

Hij schreef ook proza en essays; heel zijn schrijfwerk is zeer verrijkend geweest voor de Belgisch-Nederlandse literatuurwereld. In 1920 werd hij zonder diploma, maar met genoeg overredingskracht gezien zijn literaire status, hoogleraar Nederlandse literatuurgeschiedenis aan de Gentse Rijksuniversiteit.
Hij was redacteur van 'Van Nu en Straks' en van 'Vlaanderen'.
Waar haalde die man in godsnaam zijn energie vandaan?
Hij was verfijnd en supergevoelig (melancholisch), schreef vol souplesse en dan met name over de woonplekken in zijn leven. De Gentenaar is realiteitsbewust en strevende naar vrijheid, daar de stad neerdrukkend is. Dat is waar, dat proefde ik al na één nacht.

Hij werd uiteindelijk een mystiek dichter, geen Gezelle, niet zo tergend braaf en benauwd, maar iemand met een ruimhartig open geest. Hij was net zo groot als Verlaine en Verhaeren.

Hij was een tijd kabinetssecretaris van minister Destreé. Ondanks zijn grote arbeidzaamheid was hij ook een neurasthenicus en in seksueel opzicht absoluut een masochist. Op zijn 25-ste was hij nog maagd en levenslang vrijwel grotendeels impotent. In 1908, 4 jaar na haar huwelijk, ging Mariette wel vreemd met een vriend van Karel, maar zij was dan ook seksueel zeer actief, tja, tegenpolen klikken.
Verder was zij zeer geldverkwistend, dus is zijn werkdrift enigszins te verklaren.

Na 1925 woonden zij in Zwijnaarde, in villa 'La Frondraie', waar hij in 1929 stierf na een langdurig ziekteproces.

Ik heb hem in mijn puberteit al in mijn hart gesloten, vond hem een waarlijk romantisch dichter en na zoveel jaren is mijn mening hetzelfde gebleven.

Schrijver: Joanan Rutgers, 2 december 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.5 met 2 stemmen 125



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)