Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Paul Claes: De ziener

De ziener

Geen glinsterende dageraad, geen glans van goud
en van ivoor op de gevesten van de zwaarden,
geen paarse avond die de bloemenwei bedauwt
waarover manen waaieren van blauwe paarden,

geen goden uit de groene schemer van het woud,
geen opgloeiende as in uitgedoofde haarden
nooit heeft de grijze bard de regenboog aanschouwd
die trilt in lucht en vuur, in water en in aarde.

De Muze bood haar blindgeboren zoon slechts woorden:
de weeklacht van de weduw, de hese schreeuw
van huursoldaten die haar kinderen vermoordden.

Het jammerende lam, de hongerige leeuw:
Homerus was de enige die hun stemmen hoorde
in zijn herinnering van nevel, nacht en sneeuw.

Paul Claes is geboren in 1943 te Leuven en in Leuven groeide hij op. Zijn sterrenbeeld is Schorpioen. Als kind was hij al veel bezig met woorden, hij vertelde avonturenverhalen aan zijn broertje en sprookjes aan zijn zusje. In zijn diensttijd vertelde hij aan alle recruten over de schoonheid van Helena van Troje. Hij tekende strips na en hij versierde zijn nichtje met mooie woorden van anderen. Hij moest iedere morgen om acht uur naar de schoolmis, oervervelend, zodat hij zijn kerkboek ging lezen. Frans leerde hij door de Franse krant te lezen. Op zijn veertiende begon hij een Mythologisch Woordenboek samen te stellen, hij wilde net als Plato alles weten. Woorden waren en zijn de ware werkelijkheid voor hem. In zijn jeugd las hij Ernest Claes, Verne, May en Bomans. Op zijn 17-de begon zijn Rimbaud-fascinatie. Rond zijn 23-ste waren zijn lievelingsschrijvers: Proust, Rilke, Mann en Joyce. Hij studeerde Grieks en Latijn, klassieke, Nederlandse en Engelse letteren en communicatiewetenschappen aan de Koninklijke Universiteit van Leuven. Hij promoveerde daar tot doctor in de letteren met een proefschrift over de antieke elementen in het werk van Hugo Claus, getiteld 'De mot zit in de mythe' (1981). Hij was enkele jaren journalist bij 'De Standaard'. Hij was leraar in de universiteit van Nijmegen, door ene Bromzwaer aangezogen. Tevens was hij docent in de hogescholen van Gent en Antwerpen. Nu is hij erehoofddocent van de K.U. Leuven. Hij moet zijn boeken ergens van betalen. Zijn huis staat dan ook vol met overvolle boekenkasten. Hij is lid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde en lid van het Guido Gezelle Genootschap, wat ik maar vreemd vind, want de vrome rijmelarij van Gezelle slik ik echt niet. In 1991 kreeg hij de Belgische Staatsprijs, in 1996 de Martinus Nijhoff-prijs, in 2002 de Multatuli-prijs. Naast dichter is hij een uitstekend schrijver van historische romans, essayist, exegeet en niet te vergeten vertaler. Hij vertaalde o.a.: Sappho, Joyce, Rimbaud, Laurence, Pound, Bataille, Mallarmé en Chajjaam. Op grootmeesterlijke wijze. Hij is tegen de ontregelingen van narren en dwazen, niet de opzettelijke ontregeling van Rimbaud, die hij zeer bewondert. Zijn taal kenmerkt zich door perfecte afwerkingen, subtiel en nauwgezet, ieder woord correct geplaatst, al is hij soms al te bombastisch in zijn taaleuforie en struikelt hij over zijn eigen Rococo-stijl. Hij weet donders goed in de huid van een andere schrijver te kruipen en zo diens werk te imiteren. Hij is een keizerlijk pastiche-schrijver en hij gaat zeer aandachtig te werk, vraagt dat ook van zijn lezers, maar die zijn niet allemaal zo erudiet en belezen als hij. Hij ziet zichzelf als een medium: hij verduidelijkt, hij legt uit, hij maakt mogelijk. Rimbaud wilde graag het zienerschap bereiken, daar moet hij aan gedacht hebben, toen hij de titel van het bovenstaande gedicht schreef, want alles loopt in en door elkaar als je zoveel woorden in je geest hebt opgezogen. Hij schreef 'Het hele internet is één hysterische schreeuw om aandacht', maar daarmee gaat hij vrijwillig met hoofd en handen in de schandpaal staan, hier druipt het van de jaloezie, waar anderen makkelijk aandacht verkrijgen, terwijl hij er zwaarvechtend en omslachtig om moet smeken. Deze projectie van zijn eigen 'hysterische schreeuw om aandacht', is te herleiden naar zijn kindertijd, maar hij verward daarbij het publiek met zijn te weinig aandacht schenkende ouders. Erudiete boeken schrijven is bij veel aandacht willen ook niet zo handig. Desalniettemin staat als een paal boven water dat Paul Claes minstens zijn eigen ziener is.

Schrijver: Joanan Rutgers, 23 december 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 90



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)