Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hugues C. Pernath: De onkuisheid

De onkuisheid
(voor Myra)

Geloof in mij, want ik geloof in jou
Weigerend wat was en wetend wat ons weerhield.
Ik zal je vernoemen, je mee voorbij dit leven dragen
Jij, Enige, en schaduw die mij bedekt.
Door jou ben ik geworden en met de littekens
Van jouw weefsels, de waas van jou.
Zo ons zwijgen, zo ons zeggen.
Niets werd ons beloofd, alleen het leven
Dat wij kozen kan ons nemen of verlaten,
Geen medelijden, want niets heeft ons gemaakt.
Omdat ik voor jou mijn speeksel spaarde, en nu
Na de nacht en de nevel, in jouw angsten herleef
En tracht je te beschermen tegen de gruwel.
Er is geen klacht meer nodig, de pijn heeft opgehouden
En voldaan. Slechts jij en ik ontkiemen en gedijen
In het louterende onbekende van de tederheid.
Onwennig ligt ons landschap, een scheppingsverhaal
In ons zoeken en ons vinden, het reddeloze volgen
Van de onderwerping die onze lichamen rekt.
Spin. Spin en bewaar mij in jouw liefde.
Zo zullen wij beschreven staan, ouder wordend
Dan de valk die zijn vlucht begint en rimpels trekt
Over de dorre braaklanden van vroeger en voorheen.
Geen misverstand. Tussen jou en mij geen overleven
Want deze dag betekende voor mij het begin der dagen.
Jij bent mijn eerste dag. Hier ben ik, want ik blijf.


Hugues C. Pernath oftewel Hugo Wouters werd geboren in 1931 te Borgerhout bij Antwerpen.
Zijn vader Charles wilde hem Napoleon noemen, maar dat werd niet geaccepteerd.
Hij studeerde in het Sint-Norbertus-instituut te Borgerhout en zijn vader, die zeer belezen was, stimuleerde de leesdrift bij hem. Hij heeft zichzelf veelal autodidactisch opgeleid.
In de oorlog vluchtten zij naar Frankrijk; in 1942 maakte hij de Antwerpse razzia's mee.
Toen hij vijftien was, maakte hij zijn eerste gedichten, die niet meer bestaan.
Om te ontsnappen aan de vele ruzies van zijn scheidende ouders werd hij beroepsofficier in het Belgische leger, dertien jaar lang.
In 1955 was hij mede-oprichter van 'Gard Sivik' en hij was een Vijfenvijftiger. Hij was een vriend van Snoek, Claus en Burssens.
Naast dichter was hij boekhandelaar, boekhouder, vertaler en kunstschilder.
In 1958 verscheen zijn debuutbundel 'Het uur Marat', beïnvloed door Franse surrealisten.
Van hem is de uiterst sombere uitspraak: 'Poëzie is de enige leefbare zelfmoord!'. Hij was dan ook een aartspessimist tot op het bot.
Zijn thema's waren: oorlog, geweld, gruwel en wreedheid. Het leger zal hem wel gehard hebben.

In 1961 reisde hij vier maanden door Ierland en 'Soldatenbrieven' verscheen, die hij samen met Paul Snoek had geschreven.
In 1967 reisde hij drie maanden door Polen.

Hij leed aan doofheid, wat zijn eenzaamheid vergrootte.
Hij is twee keer getrouwd geweest.
In 1970 trouwde hij met Myra, een Australische vrouw met een joodse achtergrond. Hij schreef 'Exodus' voor haar, een vermenging van zijn herinneringen aan een Auschwitz-bezoek en zijn pijnlijke kindertijd.

Vanaf 1973 was hij lid van de Pink Poets, een Antwerps genootschap, waarvan de leden zich in hun clubhuis VECU te goed deden aan een overdaad van drank en lekkernijen.

In 1974 kreeg hij de Jan Campertprijs.

Hij stierf in 1975 onder aan de trap van de Pink Poets-club, getroffen door een hersenbloeding.

Hij was een droef en eenzaam mens, aldus Paul Snoek en zelden vrolijk. Maar Myra dan, denk ik, hij zal toch niet de liefde met haar hebben bedreven met een gelaat op onweer?

Schrijver: Joanan Rutgers, 30 december 2010


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.0 met 1 stemmen 250



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)