Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Fleur Bourgogne: Amsterdam

Amsterdam

Weer varen boten langs het raam. Ze zijn met
vingertoppen te raken, varen veilig van eeuw
naar eeuw recht op de haven aan. Een hoge stem
zegt het ontstaan in drie talen, zo en niet anders
is het gegaan met specerijen en slaven, de vrouwen
stonden klaar onder hun fluwelen rokken en de
mannen takelden liefde, liefde naar boven, stouwden
hun zolders vol met gewin en graan. Weer varen boten
langs mijn raam, raken mijn vingertoppen de alledaagse
dingen en strijken ze glad, strelen het verleden: vaalgeworden vergezichten, zelfportretten in
clair-obscur, herinneringen -

Paard dat draafde, maar nu op stal staat te wachten
tot het voorbij is, de winter, tot uit harde grond
gras opnieuw groeit, zwaar wordt, snijdt. Roerloze
reiger. Vogel die vis vangt. Vrouw die met vuur in
haar handen loopt tot het dooft maar het steeds
weer aanjaagt met woorden. Een meer waar laat licht
over glijdt. Tot het vervaagt. Tot het slijt.


Fleur Bourgogne is geboren in 1946 te Achterveld. Daar waren haar vader en haar opa hoefsmeden. Ze herinnert zich de donkere smederij vol middeleeuwse beelden, het opspattende vuur tijdens het hoefijzer in vorm slaan en het sissen ervan in een emmer water. De gespierde armen die de spijkers in de hoeven slaan.
Haar moeder had een winkel vol huishoudelijke spullen en ijzerwaren.

Van huis uit was ze katholiek, maar daar heeft ze daar al definitief mee gebroken, want ze wilde volkomen ongebonden zijn.

In 1968 woonde en werkte ze een tijd in Parijs, waar ze vrouwelijke zwervers hielp.
Eind 1970 vertrok ze voor tien jaar naar Zuid-Amerika.
Ze woonde o.a. in Chili, Argentinië, Venezuela, Cuba en op Paaseiland. In Argentinië studeerde ze aan de School voor Sociale Psychologie en Psychoanalyse.
Ze schreef voor 'De Groene Amsterdammmer' en de NRC.
Ze publiceerde er een Spaanse studie over armoede en prostitutie.

Ze trouwde met Jan van der Putten, een Nederlandse journalist. In 1975 kregen ze een dochter.
Ze keerde in 1980 met haar dochter en zonder man terug naar Nederland. Eenmaal terug begon ze haar ervaringen in Z.A. te beschrijven, vooral over het vele geweld.
In 1985 verscheen 'Spoorloos', over de brute Chileense en Argentijnse dictaturen. Ontvoeringen, martelingen, verkrachtingen, moord, velen in zee gegooid.
In 1986 verscheen haar operalibretto 'Valparaiso' over de terreur in Z.A. en de novelle 'De terugkeer' verscheen.
Zij ontving dat jaar De Gouden Ezelsoor.
In 1987 verscheen haar dichtdebuut 'Stenen voor het begin'.
In 1988 ontving ze de Betje Wolffprijs voor haar grote maatschappelijke betrokkenheid.
Inmiddels reisde ze door Zuid-Europa, het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Australië.
In 1989 verscheen 'Achtergelaten land'.
In 1991 verscheen het operalibretto 'Flora Tristan', over een strijdster voor vrouwenrecht.
Tevens verscheen 'Van eenheid de breuk', poëzie over een verbroken relatie en de ontstane onzekerheid.
Ze schreef een hoorspel over de Mexicaanse dichteres S.J.J. de la Cruz, dat in 1992 op de televisie kwam.
In 1993 was er de roman 'De bedrieglijke warmte van vuur'.
Ze vertaalde werk van S.R. Mercado en M. Benedetti.

In 2000 verscheen 'Sintering' en in 2003 'Vrije val'.
Tenslotte in 2009 'Verdwijnpunt' met nog heel wat daar tussen in.
Haar thema's zijn: De vaak doelloze reizen naar verre oorden om het eigen 'ik' te ontrafelen/ontdekken, terwijl relaties en het eigen bestaan in een wankel evenwicht gebracht worden. Het gaat vaak over eenlingen zonder bindingen, die zichzelf verliezen in droombeelden. Verder over de last van het verleden die men nu meedraagt.
Fleur heeft een fleurig uiterlijk, maar ze schreef wel één van de meest droevige zinnen die ik ken:

'Het kan zijn dat je liefhebt wat stuk is.'

Schrijver: Joanan Rutgers, 5 januari 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.5 met 2 stemmen 185



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)