Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Lieke Marsman: We weten allemaal niet...

We weten allemaal niet waar we heen gaan die nacht
in het tramhokje. Dus denk ik graag dat we allemaal
hetzelfde denken die nacht in het tramhokje, weigeren
aan te nemen dat we enkel in de kou staan om uit de kou
te komen. Ik heb gezien hoe we seinen met ingeklapte
paraplu's en gerommel aan sigarettenpakjes, hoe je aan
de touwtjes van je regenjas sjort alsof je mijn
hagelnatte haar vlecht. We dragen vriendschap met ons
mee, voorzichtig verpakt en onder de arm geklemd in
identieke supermarkttassen.
Nu staan we in de rij alsof iemand ons soep gaat geven.
Een uitgetrokken handschoen en een knik naar de verte en
truien die naar hetzelfde wasmiddel ruiken. Zo gaat
wachten ons in de koude kleren zitten, alsof we samen
een ramp trotseerden en nog steeds met de reddingsvesten
aan elkaar geknoopt zijn, voor altijd elkaars handen
vasthouden op weg naar de nooduitgang. Stilstaan is één
woord gemaakt uit twee.
Nu vergeet ik dat je rustig een krant leest en dat er
geen neerstortend vliegtuig is, geen massademonstratie,
geen plots overlijden dat je in mijn armen zou kunnen
drijven. Alleen een naderende tram en geen reden te blijven.


Lieke Marsman is geboren in 1990 in Zuid-Gelderland, laten we Arnhem gokken.
Ze debuteerde in 2005, toen ze 14 was, met het gedicht 'De lucht had ik toch al gezien'.
Ze viel al jong op bij de Kunstbende en Doe Maar Dicht Maar.
Ze is geen familie van Hendrik Marsman en ook niet van Bernlef. Wel wil ze net als haar voorganger 'groots en meeslepend' leven.
Ze leest vooral poëzie en korte verhalen.
Haar meest geliefde dichters zijn: Sylvia Plath (ze kruipt zelfs in haar huid), Esther Jansma, Dorianne Laux, Richard Siken, Daphne Gottlieb en Ingmar Heytze, mooi voor hem.

Ze publiceerde haar werk in 'Tirade' en dat is niet mis voor zo'n jong talent.
Begin 2011 verscheen haar debuutbundel 'Wat ik mijzelf graag voorhoud'. Arjan Peters noemt haar een 'wonderkind', met alle nare gevolgen van dien. Inmiddels is ze een jonge, beeldschone vrouw van negentien lentes.
Willem Thies schrijft over haar: 'Marsman wil huidloos zijn, oeverloos, grenzeloos - de tegenstelling tussen binnen en buiten, water en land, opheffen.' Dat spreekt me aan.

Ze schrijft prozagedichten in de stijl van Rimbaud, kijkt daarin terug op haar jeugd. Terwijl haar broek al naar beneden wordt getrokken, vraagt ze zichzelf af of ze de koelkastdeur wel heeft gesloten.
Verder is ze o.a. gebouwd op haar vagina, wat bij alle vrouwen zo is, dit is collectieve zelfontdekking.
Ze vindt dat ze leeft in een surrealistisch schilderij. Ik vermoed van Salvador Dali. Ze heeft al opgetreden in de Nacht van de Poëzie en de meeste recensenten zijn lovend en veelbelovend over haar.

Momenteel is ze redacteur van het tijdschrift 'Met Andere Zinnen'.
Ook is ze bezig met het bloemlezen van J.H. Leopold, wat me een saaie bezigheid lijkt voor haar.

Ze woont in Amsterdam, waar ze nog steeds op de Universiteit Filosofie bestudeert.
Ze heeft een intens verdriet over wat niet zo heeft mogen zijn.
Ze haat het dodende stilzwijgen en de moordende stilte, de liefdeloze wreedheid van mensen en godinnen/goden.

Die tweede bundel gaat niet lang op zich laten wachten, want ze staat te dringen aan de poort van eeuwige roem en tijdelijk succes.
Haar jeugdige charme werkt zeer betoverend, een lief heksje in opleiding.

Schrijver: Joanan Rutgers, 23 januari 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.0 met 3 stemmen 824



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)