Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Erik Menkveld: Meisje en paard, 1932

Meisje en paard, 1932

Nietsontziend vernietigend zal het
om zich heen willen trappen, alles
wat het voor de hoeven vindt
versplinteren en vertreden - laat het
komen, denkt ze, laat het komen.

In haar ongerepte handen
zal het zijn laaiende voorpoten
vleien, zijn teugelloze kracht
zal overstromen in haar.

Al klokt haar nog een boezelaar
om de benen, ze is geen kind
maar een hoofd vol morgenrode
landerijen, haar onbevangenheid
gehouwen uit Beiers graniet.

In een wolk van blij gekrijs
zal het door haar gebreideld
moeiteloos de stugge grond
openleggen en overladen karren
over kinderkopjes trekken.


Erik Menkveld is geboren in 1959 te Eindhoven.
Zijn vader werkte bij Philips, die radiofabrieken startte in verre landen. Vandaar dat zijn lagere schooljaren in Tanzania en Ghana plaatsvonden. Hij sprak toen Engels, waar hij later profijt van had.
Zijn middelbare schooltijd vond plaats in het bosrijke Doorn, de streek van Gerrit Achterberg. Toen hij het werk van Achterberg las, ervoer hij dat als een grote schok, die magie van hem, zo wilde hij ook schrijven.
Na discussies over 'Van de koele meren des doods' van Van Eeden begon hij op zijn zestiende met dichten, eerst liefdesgedichten voor zijn toenmalige vriendin.

Hij bewondert o.a. Nijhoff, Gorter, Kemp, Michel, Koenegracht, Schippers en Duinker.

Hij heeft Nederlands gestudeerd en in 1987 werd hij medewerker bij De Bezige Bij. Op den duur kreeg hij daar het poëziefonds in zijn beheer, geen wonder, want hij zit diepgeworteld in de poëziewereld.
In 1990 redigeerde hij een briefwisseling van Roland Holst en Henriëtte Holst.
In 1995 verscheen 'Koebeest en vrouwdier' (poëzie) in een beperkte oplage. Hij vertaalde Axel Hacke, dat werd 'Achter het behang'.
Ook verscheen er de bloemlezing 'Honderd jaar Nobelprijspoëzie' van zijn hand.
In 1997 verscheen zijn dichtdebuut 'De karpersimulator', waarvoor hij de C. Buddingh' poëzieprijs kreeg, toegekend, maar niet uitgereikt, omdat hij werkzaam was bij Poetry International.
Hij kreeg tevens de Van der Hoogtprijs en hij werd genomineerd voor de VSB Poëzieprijs 1998.
Vanaf 2000 is hij redacteur van 'Tirade'.
In 2001 werd hij genomineerd voor de Hughes C. Pernathprijs en de J.C. Bloemprijs voor zijn bundel 'Schapen nu!'.
Sinds 2002 is hij full-time dichter/schrijver.
In 2006 verscheen zijn brievenboek 'Met de meeste hoogachting'.
In 2009 was hij ook genomineerd voor de Dichter des Vaderlands, maar dat werd Ramsey Nasr.
Hij leest zijn geschreven gedichten hardop voor om de klanken te checken en hij treedt graag op.
Hij woont met zijn vrouw en kinderen in een bovenwoning aan de rand van Amsterdam.

Het bovenstaande gedicht is naar aanleiding van het brugbeeld van de beroemde stadsbeeldhouwer Hildebrand Lucien Krop.
Jaren geleden zijn we door elkanders aura gelopen, in en voor het café bij Poetry International. Herkende echtheid.

Schrijver: Joanan Rutgers, 13 maart 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.2 met 4 stemmen 226



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)