Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Annemarie Estor: Droesemig genoeg

Droesemig genoeg
(voor Frederick Turner)

Waar wij zitten, in het park,
hangen flessengeesten slierten lampjes op.
Ze vlechten uit het bladerdak een krans voor jou.

Ze schilderen aardsap op de meisjes, lippen glanzen.
Het groene glas beschijnt decolletés.
We laten Dionysos onze bloes bezoedelen.

Dan neem je jouw kiezels uit de verzameling weg.

Later zit je op je bed, je hemd valt van je ribben.
Mijn vingers duwen weefsels die je achterliet de grond in,
een aardeduivel legt me op zijn bast.

Jij vond de nacht al droesemig genoeg,
maar het bloesemt aan je pen.


Annemarie Estor is geboren in 1973.
Ze groeide op in Limburg. Ze studeerde Cultuur- en Wetenschapsstudies aan de Universiteit van Maastricht. Ze studeerde ook aan de Universiteit van Santiago de Compostela.
In 2004 promoveerde ze aan een proefschrift over het bovenzinnelijke in het werk van de Britse Jeanette Winterson. Dat gebeurde in Leiden.
Ze was zwaar teleurgesteld over de Nederlandse fantasieloosheid, de karige levenslust, dus verhuisde zij naar het bruisende Antwerpen.
In 2006 werd ze daar de wijkdichteres van Zurenborg, die haar poëzie in een wijkgazet plaatste.
nmiddels woont ze elders en chiquer, maar ze blijft Zurenborg beminnen. Vanaf 2009 werkt ze met de dichteres Lies van Gasse aan het geïllustreerde epos Hauser, een gepassioneerde briefwisseling.
Ze is redacteur van het tijdschrift Streven.
In 2011 ontving ze de Herman de Coninckprijs voor haar debuutbundel 'Vuurdoorn me', uitgegeven bij Wereldbibliotheek.
Een vuurdoorn is een sierlijke rozenstruik, die beschutting biedt aan nestelende vogels. Nikke Dekker, een jonge dichteres, noemt haar keihard een ingedutte vogel in een vuurdoorn. Nikki vindt dat 'ze blijft hangen in het cliché van dromerigheid en mysterie', waar ze wel een punt heeft, maar ja, geen vrouw is gelijk.
Joris Gerits noemt 'Vuurdoorn me' een 'knallend taalvuurwerk' en 'een dionysische roes'. Smaken blijven nu eenmaal verschillen.

Ze publiceerde o.a. in: Poëziekrant, Deus ex Machina, Surplus, Gierik/NVT, De Ware Tijd.
Ze is tevens zangeres in het koor van de Cantorij Norbertus en beeldend kunstenares.
Annemarie woont en werkt nog steeds in Antwerpen en ze is hoofdredacteur van 'Tekengenootschap Pictura'.
Schrijven doet ze ook in opdracht.

Haar vader heeft ook een grote passie voor de schilderkunst. Zij maakt olieverfschilderijen en ze schrijft ook nog eens sprookjes. Ze werkt momenteel aan een poëtisch sprookje over een vrouw, die smoorverliefd verstrikt raakt in iemands manier van denken.

Haar stem klinkt moeizaam tevoorschijn komend, een beetje bang en toch bijna mannelijk stoer. 'Erotiek is fascinerend en gevaarlijk tegelijk', zegt ze, misschien dat ze daarom zo verbloemd en voorzichtig sluierend erover dicht.

'Als je met je vingers rozenkruisen krieuwelt over mijn gebladerte, camelia, dan wellen geuren op uit gebergten van hoofdkussens, doordrenkt met rotte perziken, ajuin uit bergen waar de waarheid schuilt, zwarte pruimen uit de monden van mannen.'

Schrijver: Joanan Rutgers, 26 augustus 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.3 met 3 stemmen 131



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)