Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Gerrit Krol: Geen señorita

Geen señorita

Nee, ik moet geen señorita in mijn armen,
zo'n buitenlands mens.
Hotelregistratie met een vinkje bij señorita -
geen vinkje voor mij.
Want ik houd niet van mensen die ik niet ken.
Zo zal ik nooit naar de hoeren gaan.
Een bordeel - ik heb al moeite met een café.
Al die vreemde mensen daar die niet mijn type zijn.
Ik ken ze niet.
Ik ken alleen maar mensen die ik ken.
Ja, ik ben echt mensenschuw.
Daarentegen, niets is heerlijker dan
de blote kont van een vrouw,
de blote kont van een vrouw in je armen,
je eigen vrouw bijvoorbeeld,
een kont die je kent.
Niets is heerlijker voor een man
en voor een vrouw,
dan elkaars
kont te beminnen, ergens buiten,
op een zandweggetje of gewoon,
langs een vierbaansautoweg.


Gerrit Krol is geboren in 1934 te Groningen.
Zijn protestantse ouders waren Idzerd Krol, leraar Nederlands, en Tjitske Groenhof. Hij was de oudste van drie zoons.
In 1947 ging hij naar het Willem Lodewijk Gymnasium (bèta) in Groningen. Na zijn dienstplicht studeerde hij M.O.-wiskunde in Groningen en in Amsterdam.
In 1957 was hij computer-programmeur in het Shell Laboratorium.
In 1959 trouwde hij en gingen ze wonen in Purmerend.

In 1961 publiceerde hij in Barbarber, Tirade en het Hollands weekblad.
In 1962 in Elseviers weekblad en zijn debuutroman 'De rokken van Joy Scheepmaker' verscheen.
In 1965 zat hij in Caracas en enkele Zuid-Amerikaanse lander, o.a. Venezuela, dit tot 1969.

Hij schreef recensies voor het Algemeen Handelsblad.
In 1967 verscheen zijn dichtbundeldebuut 'Een morgen in maart'.
In 1968 ontving hij de Prozaprijs van Amsterdam.
In 1969 werkte hij voor de N.A.M. te Assen en zijn roman 'De ziekte van Middleton' verscheen, over zijn verslaving aan de enorme borsten van de pin-upgirl Margaret Middleton.
In 1971 was hij gastredacteur van Propria Cures.
Van 1975 tot 1981 was hij columnist voor de NRC. In 1978 ontving hij de Multatuli-prijs.
In 1981 was hij columnist voor de Volkskrant.
In 1986 ontving hij de Constantijn Huygensprijs, in 1989 de ECI-prijs, in 1996 de Busken Huetprijs.
In 2001 ontving hij de P.C. Hooftprijs en hij gaf gastcolleges aan de TU Delft, over techniek en cultuurfilosofie.
In 2002 was hij genomineerd voor de VSB Poëzieprijs voor 'Geen man, want geen vrouw'.
Hij maakte vertalingen en bloemlezingen.
Eerst schreef hij korte gedichten, later proza-gedichten. Hij schreef meer dan 30 prozawerken.
Zijn dichtbundels verschenen bij Querido.
Ad Zuiderent schreef een biografie over Krol.

Gerrit woonde als kind op de Groningse Korreweg en op zijn 75-ste woont hij er weer. Hij heeft heel wat van de wereld gezien, zo zat hij ook van 1986 tot 1989 in Nigeria.
Krol is gefascineerd door Marsman, Nietzsche, zen en kunst

Voor een vertaalde roman ontving hij een Italiaanse literatuurprijs.
In 2005 kreeg hij een eredoctoraat van de VU Amsterdam. Hij woonde geïsoleerd in Noord-Drenthe, te Oudemolen. Ze hebben in Groningen aan het einde van de Korreweg een brug naar hem genoemd.

In 2009 verscheen 'De industrie geneest alle leed; verzamelde gedichten'. Gerrit Krol is inderdaad een oude man met een stok geworden met een uiterst eerbiedwaardig oeuvre. Over de liefde schreef hij: 'Je telt uiteindelijk gewoon alles op.'

'Opnieuw moesten wij, noodlot, op een stille morgen in maart elkaar zien staan, de straat waar zij stond achterin, voor ik de handen langs de vensterbank, voorbij het holle der portieken, haar tegenging, ontving wat zij tot het midden had bewaard: een lachje zijdelings, o god, hoe dapper kunnen wij dan verder! Wat rest er echter van ons samenzijn? Mij alleen die pijn toen ik omzag haar van achteren te zien, de schouders en de vraag of zij zich redt'

Schrijver: Joanan Rutgers, 24 mei 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

2.0 met 3 stemmen 253



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)