Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Gust Gils: Dankzegging voor de bols

Dankzegging voor de bols

ik dank u voor de bols, en dat die ook nog te drinken is

want er is ook ondrinkbare: kokende bols, bevroren bols
en bols op basis van looizuur of aseton
bols die voor het chemisch reinigen van hoeden werd gebruikt
en het reinigen van stokken achter de deur waar honden mee worden geslagen negerbols (op kleur gebracht met zwarte inkt) en eskimobols (50% petroleum) en bols gewonnen uit de resten van vinnen van pestilente potvis of nog platwaardig
rotte bols; bols naar het moerasdom overgelopen en bols van dubbelgedestilleerde skunk van sigarettenstompen sigarenas zogenaamd houtvrije bols gestookt uit onverkochte dichtbundels waarlik ik dank u voor de bols maar niet de verzeepte geschifte verkoolde beschimmelde bols sintetiese en namaakbols ersatzbols pseudobols zoute bols zure bols gerookte bols gedroogde bols verslavende bols giftige bols
insektenbols ontsmettingsbols kneedbols strontiumbols kernbols ruimtebols en bols tout court en bols van erven bols die sinds drie generaties ontaard het jeneverstoken verleerden

ik dank u voor de bols, en dat die tegen zoveel tegenkansen in ook nog te drinken is.


Gust Gils is geboren in 1924 te Antwerpen. Hij was slechts kort student geneeskunde, daarna werd hij bediende, maar daarnaast ging hij al vroeg tekenen en schilderen. Ook maakte hij gravures, lino's en houtsneden. In 1944 speelde hij in een jazzband, hij is dan ook sterk beïnvloed door de jazz-muziek. Hij is tevens beïnvloed door de sciencefiction (Burroughs en Lovecraft). Begin jaren vijftig begon hij te beeldhouwen, vooral met hout, en hij begon te dichten.

In 1953 verscheen zijn dichtbundeldebuut 'Partituur voor vlinderbloemigen', in eigen beheer. Het blad 'Tijd en Mens' wilde wel gedichten van hem opnemen, maar het ging failliet.
In 1954/1955 richtte hij het blad 'Gard Sivik' op, samen met Hugues C. Pernath, Paul Snoeck en Tone Brulin. Het blad was vernoemd naar het gelijknamige jazz-café in Antwerpen. Gust verliet de redactie, nadat Hans Sleutelaar en Hans Verhagen het blad nieuw realistisch wilden maken.
In 1957 verscheen 'Ziehier een dame'.
In 1961 werd hij als opvolger van Louis Paul Boon redacteur van Podium.
In 1962 verscheen 'Gewapend oog' en in 1965 'Insomnia Ferox' en 'Een plaats onder de maan'.
Hij gebruikte zoals velen in de jaren zestig LSD, pilletjes en hasj. Hij zocht naar de essentie van de menselijke geest.
Hij was één van de belangrijkste pioniers van de podiumpoëzie.
In 1966 las hij 'Dankzegging voor de bols' voor tijdens 'Poëzie in Carré'.

Hij schreef kort en krachtig, satirisch en kolderiek. Hij vond zijn gedichten ideaal voor de voordrachtkunst, vooral het ritme vond hij van groot belang. Hij werkte samen met de muzikanten Lucien Goethals en Karel Goeyvaerts.
Zijn proza is maatschappijkritisch, met name door de normale ordening ondersteboven te zetten via absurde en tegendraadse, rebelse gedachtengangen.
In 1966 ontving hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs en in 1969 de Dirk Martensprijs, vervolgens in 1981 de Prijs van de provincie Antwerpen.

In 1983 verscheen 'Een vingerknip', in 1988 'Zanger met zuurstofmasker' en in 1994 'Mijn plichtvergeten werk', een bloemlezing van zijn werk, zijn laatste dichtbundel.
Voorts vertaalde hij 'Juliette' van Markies de Sade en 'Kardinaal Poelaetueo' van Stefan Themerson.
Hij schreef ook toneelteksten, o.a.: 'Muizen', 'Fata Morgana', 'De schatgraver' en 'De slaap der gedrukten'.
Toen de kamertoneelgroepen weggesubsideerd werden, stopte hij met het schrijven van toneelstukken, want hij schreef juist voor dat soort gezelschappen.

In 1996 ontving hij de Driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor de bekroning van een schrijversloopbaan.
In 1999 verscheen zijn laatste prozabundel 'Schotbalken en doorlaatkleppen'.
Hij bewoog zich van een kritische poète maudit naar een zeer zachtaardige, begrijpende man. Hij verbaasde zich over van alles, hij toonde die verbazing aan zijn lezers, hij schreef over het lot van het individu in deze technologische wirwarwereld. Hij wilde loskomen van het opgebouwde, vastgeroeste zelfbeeld, zichzelf volkomen herontdekken, zijn onbekende zelf tegemoet treden.

Gust was zeer goed bevriend met Willem Frederik Hermans.

Deus ex Machina kwam met een speciaal themanummer over hem. Zijn laatste jaren vertoefde hij in afzondering.
Gust Gils overleed in 2002. Hij ligt begraven op de Schoonselhof te Hoboken, vlakbij Herman de Coninck. Posthuum verscheen zijn dichtbundel 'Spookpijnen'.

'Vrienden, ik heb de pijn maar op de kachel gezet om ze warm te houden, als iemand pijn wil, ze is lekker vers, neem gerust en neem wat meer, er is pijn genoeg voor iedereen'
(staat op de zijgevel van café Köln, Antwerpen)

Schrijver: Joanan Rutgers, 22 juni 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.5 met 4 stemmen 163



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)