Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Zorg door de jaren heen - deel 2

Fixeren was vroeger heel normaal in de zorg. Fixeren is het vastbinden van mensen. Er was geen wet die dat regelde. Nee, mensen werden gewoon gefixeerd als ze onrustig waren. Veel mensen zaten in die tijd vast met een Zweedse band; dat is een gordel die om het middel van een bewoner wordt bevestigd en met bandjes vastzit aan een bed of stoel. Ik herinner me een mevrouw die met een Zweedse band vast lag in bed. Ook haar polsen waren aan het bed vastgemaakt met polsbanden. Die mevrouw had altijd erge jeuk en krabde zich helemaal open, daarom lag ze vast.
Als ik daaraan terugdenk draait mijn maag zich om, want dat waren wantoestanden.
Het werd normaal gevonden en er was geen haan die ernaar kraaide. Nu zou deze mevrouw een speciaal pak aankrijgen om te voorkomen dat ze zich open krabde.

Wat een macht hadden we toen, vreselijk gewoon. Over macht gesproken: wij bepaalden hoe laat iemand naar bed ging en wanneer iemand naar de wc ging.
‘s Morgens en ’s middags hadden we daarvoor toiletrondes. Iedereen werd op de wc gezet en moest op commando zijn behoefte doen. Mensen droegen toen slecht incontinentiemateriaal waardoor we veel mensen met doorligwonden hadden. ’s Nachts hadden we twee verdroogrondes van twee uur. Iedereen werd dan verdroogd. Dat moest ook wel omdat het incontinentiemateriaal slecht was. Vaak moest je daarom het hele bed verschonen. In die tijd waren de bedden ook minder goed dan nu, waardoor mensen vaker diepe doorligwonden hadden. Die wonden moesten we uitspoelen en twee keer per dag verbinden - niet echt prettig voor de bewoner. Als leerling vond ik dat eng.
Nu ik erover schrijf moet ik terugdenken aan een meneer. De beste man had een grote wond op zijn stuit waar vijf gaasjes in konden. Die gaasjes moest je inbrengen met een pincet. Nu hebben we bijna geen wonden meer: een hele vooruitgang zou ik zeggen. Dat is mede te danken aan goed incontinentiemateriaal en goede matrassen.

Misschien denken jullie nu dat het allemaal kommer en kwel was in die tijd. Nee, want we hadden enorm veel plezier. We hadden soms buikpijn van het lachen om elkaar maar ook om gebeurtenissen met bewoners. Ik moet daarbij denken aan een meneer die altijd ’s avonds laat naar bed ging en veel praatte.
Op een avond dat ik in de nachtdienst zat kwam ik binnen. Meneer zat zoals altijd aan de tafel. De collega die ik af moest lossen was nog bezig met haar ronde. ‘Hoe is het?’, vroeg ik terwijl ik in mijn tas zocht naar een pen die ik altijd kwijt was. Hij antwoordde niet. Daarom vroeg ik nog eens ‘Hoe is het?’ en legde mijn hand op zijn schouder omdat ik het gevoel had dat er iets was. ‘Ik praat een beetje moeilijk’, antwoordde hij onverstaanbaar. Verbaasd keek ik hem aan. Terwijl ik naar hem keek wees hij naar zijn mond. In zijn mond, die hij nauwelijks dicht kon krijgen, zaten twee bovengebitten en een ondergebit. We hebben de man van zijn ‘lijden’ verlost en er nog lang om gelachen.

Regelmatig werd er iemand van het personeel onder de douche gezet. Daarna zochten we wat kleding bij elkaar van de bewoners en daarin mocht die collega de hele dag rondlopen. Dat zijn leuke dingen om aan terug te denken.
Hiermee rond ik dit deel af. In het volgende deel zal ik de situatie van nu beschrijven.

Schrijver: dyenne Hendrikse, 4 juli 2011


Geplaatst in de categorie: welzijn

2.2 met 4 stemmen 375



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Arie
Datum:
4 juli 2011
Ik lees: 'Het werd normaal gevonden en er was geen haan die ernaar kraaide.' Er was toen ook geen persleger dat getipt werd en het interssant vond. Vandaag wel, want het levert politieke sensatie op! De journalist is machtig geworden.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)