Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Blanka Gyselen: Boom in april

Boom in april

Gij noemt hem: ruiker voor de bruid...
hij hoort het niet, hij droomt zich uit
in 't boom-zijn gans verzonken
en van zijn wortels tot zijn kruin
staat heel de wereld als een tuin
onder de zon te pronken.

Gij denkt: hij bergt een nest, weldra...
en bouwt, de vogel achterna,
een zekerheid voor morgen.
Maar breed gespreid van tederheid
verdroomt de boom gewoon zijn tijd
diep in het lied geborgen.

Gij zucht: hij raakt zijn bloesems kwijt...
en 't sneeuwt alweer vergankelijkheid.
De boom, hij leent zijn lover
aan d'oude wind, die jonger stoeit
terwijl hij tijdeloos verbloeit
met zoveel dromen over!...

O, zo bereid en rijk en stil
éénmaal te staan, boom in april,
van zon en droom bedropen
los van de wens, het nest, de vrucht
in die onmetelijke lucht
met àl uw bloesems open!


Blanka Maria Franciska Gyselen is geboren in 1909 te Antwerpen. Ze was de dochter van Jerôme Gyselen en Maria Elisa Loyen.
Het was een doorsnee katholiek gezin. Blanca volgde het onderwijs in het Frans. Toen ze zeventien was, is ze drie jaar zwaar ziek geweest, waardoor ze drie jaar niet kon studeren.
Ze studeerde aan de Vlaamse Hogeschool voor Vrouwen, waar ze zich bekwaamde in letterkunde en geschiedenis. Ze leerde er Maria Rosseels kennen, schrijfster ('De dood van een non') en journaliste bij De Standaard, later barones geworden.
In 1934 studeerde ze af aan het Koninklijk Vlaams Conservatorium. Ze schreef eerst religieuze toneelstukjes voor kinderen. Daarnaast gaf ze voordrachten over o.a. Henriëtte Roland Holst-van der Schalk, Hélène Swarth, Jeanne Van de Putte en Alice Nahon.
Ze werkte mee aan programma's van de Katholieke Vlaamse Radio Omroep. Ook werkte ze voor de Gazet van Antwerpen, op de afdeling archieven en documentatie.
In 1936 verscheen haar dichtbundeldebuut 'Door roode vuur'.
Ze was vooral beïnvloed door Karel van de Woestijne.
De bundel werd niet overal met open armen ontvangen, omdat Blanka de erotiek niet schuwde. Nadat ze weer in een hospitaal geweestwas, verscheen in 1938 haar bundel 'De eeuwige Eva', geschetste vrouwentypes. Ze schreef hoorspelen over bekende vrouwen, die op de radio werden uitgezonden.
In 1939 trouwde ze met Floris Langlet, met wie ze in het dorpje Vriesdonk (Brasschaat) ging wonen in hun landhuis genaamd 'De Gulden Schaduw'. Ze waren beiden overtuigd Vlaams-nationalist.
Floris moest onder de wapenen en Blanka ging weer bij haar ouders wonen, inmiddels zwanger.
In 1940 verscheen 'Heimwee, asch der branden'. Floris werd krijgsgevangen genomen. Hun zoontje werd slechts twee weken.
Zij was lid van de culturele, collaborerende vereniging De Vlag, ze ging zelfs veel verder met haar collaboratie.
In 1942 was Floris terug, maar hij kreeg een dodelijk auto-ongeluk (38) te Kortrijk. Ze publiceerde 'In Memoriam', over het dubbeltragedie van haar man en hun kind.
Ze schreef Vlaams-nationale gedichten over de Vlaamse inzet aan het Oostfront. Ze was populair en ze gaf voordrachten op Duitse bodem.
In 1944 ontmoette ze haar nieuwe geliefde Johan Sacré, samen zaten ze eerst in Duitsland, later in een buitenwijk van Parijs, met schuilnamen. In 1946 werden ze gearresteerd en in de Antwerpse gevangenis aan de Begijnenstraat opgesloten. Blanka kreeg er een dochter, die ze maar twee weken mocht houden; ze stierf enkele maanden later.
Eind 1946 wist ze haar doodstraf om te zetten in twintig jaar hechtenis. Begin 1948 werd de straf teruggebracht tot twaalf jaar.
Ze schreef de bundels 'Na de verdwazing', 'Balladen achter de staven' en 'Zie den mens'.
Ze werd in 1949 vrijgelaten om gezondheidsredenen. Ze moest wel Antwerpen verlaten en ze mocht geen poëzie meer publiceren. Ze had geen huis en geen werk meer. Ze woonde bij haar vriendin An Martens in Heist-op-den-berg en in Bouwel. Ook samen met haar moeder.
Ze reisde samen met An naar Frankrijk, Spanje en Italië. Vanaf 1952 mocht ze weer voordrachten geven en dat deed ze volop door heel België.
In 1952 verscheen 'De engel werft' en in 1953 'Orgelpunten'.
In 1955 verscheen haar roman 'Adieu Filippi...' bij De Vink in Antwerpen. Ze publiceerde in Dietsche Warande & Belfort, het Nieuw Vlaams Tijdschrift, Thompson's Post en Vlam.
Haar laatste jaren waren nog tamelijk gelukkige jaren. Ze stierf in 1959.

Schrijver: Joanan Rutgers, 15 oktober 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.7 met 3 stemmen 254



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)