Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Iris Van de Casteele: Heidens heilig

Heidens heilig

Zij die de diepten peilen,
zich wagen aan de rand
van kraters, hun nagels boren
in de korst van ijzerslakken,
lavablokken, obsidiaan.
Vrouwen. Gezegenden.

Soms is hun huid van berk.
Hun kruinen waaien verten open.
Hun splinters maken vonken aan.

Hun heldere bast daagt spechten uit.
Vaak zijn het saters die de schors
bespatten, bevlekken. Saters die
Bacchus dienen, dronken voeren.
Vrouwen: wonden vol berkenwijn.

Soms is hun huid van mos.
Dan slapen in het bos de saters.
Dan stijgen zilveren nevels op.
Dan klateren de bronnen.
Dan worden ze genomen.
Ingekerfd. Aangeduid.

Iris Van de Casteele is geboren in 1931 te Adegem. Ze was het vierde kind van negen kinderen. Haar vader heette Achilles Van de Casteele en haar moeder heette Elvira Matthys.
Ze werd al heel vroeg door haar moeder verstoten en ze heeft vreselijke dingen in haar jeugd meegemaakt.
Ze was pas acht toen ze haar eerste gedichtje 'Beekske' schreef.
Ze zat op het middelbare onderwijs te Maldegem. Ze studeerde later maar liefst zes talen aan verschillende Brusselse instituten. Ze is dus met recht een talenwonder te noemen.

In 1984 verscheen haar dichtbundeldebuut 'Witte silhouetten' in een bibliofiele uitgave, 21 gedichten met 21 tekeningen van André van Laere. Uiteindelijk schreef ze meer dan dertig dichtbundels. Verder schreef ze cursiefjes, beschouwingen, essays en columns. Ze publiceerde het biografische boek 'De slagen zijn geteld', de novelle 'Klanken uit het Oerwoud' (in het Spaans vertaald) en de boeken 'Galeano schrijvend omhelsd' (beschouwingen) en 'Hoe overleef je dat'.
Ze vertaalde poëzie in het Frans, Duits, Spaans en Russisch.
Sinds 1990 is ze uitgeefster van uitgeverij 'De Distel', waar het merendeel van haar dichtbundels verschenen, met uitzondering van bijvoorbeeld De Dilbeekse Cahiers.

Ze heeft een totaal eigen stijl, die ze onverstoorbaar voortzet, ook al is ze inmiddels de tachtig gepasseerd.
Iris is getrouwd met de Uruguayaanse musicus Juan Carlos Aguirre, een gitaar- en harpvirtuoos.
Ze schreef ook gedichten in het Spaans, Frans en Duits.
Ze is een zieneres en ze denkt dan ook nooit volkomen begrepen te worden.

Ze woonde met haar man in Asse bij Brussel.

Ze is melancholisch qua ondertoon. Adegem is niet meer het romantische Adegem uit haar jeugd. In Brussel bewonderde ze de vele parken en bossen.

Ze woonde in 1998-1999 in Asunción del Paraguay, wat net zoiets is.
Ze woonden in Ganshoren, een geliefd Brussels natuurgebied met wel tachtig verschillende vogelsoorten. Ze hadden er een tuin van 8 keer 22 meter.
In Brussel (studietijd en later) heeft ze zichzelf kunnen ontplooien, zowel psychisch als fysiek.

Ze heeft veel te danken aan Albert Van Hoestenberghe, die haar als oprichtster en hoofdredactrice introduceerde bij het weekblad 'Vrij Maldegem', waar ze een hele pagina ter beschikking kreeg, getiteld 'De Poëzietuin'.
Ze zet zich in voor haar medemens, voor sociale rechtvaardigheid en voor meer humaniteit.

Haar vader werd na vijftig jaar huwelijk door haar moeder verstoten, waarna zij hem in huis nam, wat vervolgens weer tegen het zere been van haar tirannieke moeder was.

Ze heeft zes jaar geworsteld met kanker, maar ze heeft het overwonnen dankzij een zeer bekwame chirurg.

Ze is gelauwerd in Paraguay, ze kreeg een erediploma van het Instituto De Educación Superior voor haar bundel 'Symi: narraciones poéticas', geschreven in het Guarani, de tweede taal van Paraguay. Deze bundel verscheen in 2010, evenals de bundels 'Naar de voltooiing toe' en 'Quis evadet?'.
In haar bundel 'Paradijsvogels' verdoezelt ze de erotiek, omdat een geklede vrouw erotischer en mysterieuzer is. Ze verwoordt het mythische Hieros Gamos, het sacrale huwelijk tussen de hemelgod en de aardemoeder. Een opvallend detail in haar leven is, dat ze goed bevriend was met de dichter Paul Snoek, wiens tragische dood een diepe wond in haar ziel sloeg. Ze woont sinds 2006 weer in Acunción te Paraguay.

'Een vrouw daalt de straat af, bepakt met haar lege recipiënten. Niemand weet hoe zwaar het water weegt dat ze naar boven zal torsen. Niemand vraagt of ze dorst heeft'

Schrijver: Joanan Rutgers, 24 september 2011


Geplaatst in de categorie: literatuur

3.3 met 10 stemmen 350



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Günter Schulz
Datum:
25 september 2011
Email:
ag.schulztiscali.nl
Met belangstelling en met instemming gelezen en nog eens herlezen. Jij zet haar op een voetstuk dat zij ten volle verdient. Zelf prijs ik mij gelukkig enkele dichtbundels van haar in mijn bezit te hebben.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)