Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER LEVENWEKKENDE WOORDEN

Het nieuw-testamentische bijbelboek Johannes begint met de mysterieuze woorden:
"In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord wás God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden dat geworden is. In het Woord was leven..."

Het was alsof ik de echo van deze woorden hoorde toen ik een bepaald fragment las in een al in 1988 verschenen boek van Jeremy Campbell, getiteld "Homo grammaticus - de informatietheorie als de grammatica van de natuur". Voor ik dit nader toelicht zeg ik ter voorkoming van een misverstand maar vast nadrukkelijk dat ik absoluut niet wil suggereren dat het hierboven geciteerde begin van het Johannes-evangelie de strekking zou hebben van wat Campbell in het bedoelde fragment schrijft. Maar dat doet geen afbreuk aan de verrassende analogie.

Campbell legt verband tussen aan de ene kant de menselijke taal (die ideeën overdraagt en daardoor impuls is voor veranderingen, eerst in het denken en als gevolg daarvan ook in het handelen) en aan de andere kant de genetische code. Genen, zegt hij, moeten we in de eerste plaats beschouwen als informatie en pas in de tweede plaats als scheikunde. Hij haalt dan de Engelse bioloog Goodwin aan. Deze schrijft:
"Aristoteles had gelijk, toen hij beweerde dat zulke zaken als vormgevende ideeën – in zeker opzicht verschillend van de gewone fysieke materie – de ingewikkelde en buitengewoon gevarieerde, vormgevende processen van de levende natuur moeten leiden. We weten nu dat dit verschil ligt in de symbolische aard van de genetische code en in het opmerkelijk ingewikkelde systeem waarover de cellen beschikken om deze te vertalen. Door genetische symboliek kan levende materie beperkingen opheffen die worden opgelegd door natuurlijke wetten.(...) De symbolische aard van het genetische materiaal levert de vrijwel onuitputtelijke voorraad van mogelijke genetische toestanden voor de evolutie, aangezien symbolen op heel veel verschillende manieren naast elkaar kunnen worden geplaatst om nieuwe 'uitspraken' te leveren, nieuwe, toetsbare hypotheses."

Het treffende van deze beschouwing vind ik, dat evolutie hier wordt beschreven als een soort "talig" creatief proces: symbolen vormen woorden, woorden vormen zinnen, zinnen verwoorden ideeën, ideeën worden uitgewisseld en in onderling verband gebracht. Zo ontstaat een verhaal, een ontwikkeling. De evolutie presenteert zich als een verhaal dat nog voortdurend verder geschreven wordt.

Campbell schrijft:
"Bepaalde fundamentele overeenkomsten tussen genen en de taal staan niet ter discussie. Een gen is een segment van de DNA-boodschap en bedraagt bij mensen ongeveer een miljoenste van haar totale lengte. Het bestaat uit een reeks chemische symbolen, ongeveer zoals een zin wordt gemaakt met letters uit het alfabet. Dit alfabet is natuurlijk veel kleiner dan het taalalfabet. Het bestaat uit slechts vier letters: A staat voor adenine, G voor guanine, C voor cytosine en T voor thymine. (...) Het genetisch alfabet van een muis is hetzelfde als dat van een konijn of een olifant. Op zeer kleine uitzonderingen na is de code universeel. (...) De reeksen chemische symbolen, de bases A, G, C en T, geregen langs het DNA-molecuul, zijn mogelijkheden. Eiwitten zijn de verwezenlijking van die mogelijkheden. (...) Eiwitten vormen de "betekenis" van de genetische boodschap. Ze zijn nauw met de werkelijkheid verbonden, omdat ze het wezenlijke materiaal zijn waarvan vlees en botten worden gemaakt. (...) Men zou kunnen zeggen dat DNA het woord is en de eiwitten de daad zijn..."

Je zou bijna in de verleiding komen het bovenstaande op te vatten als een soort wetenschappelijke parafrase van de hierboven geciteerde aanhef van het evangelie van Johannes:
"Alle leven is door het genetische Woord geworden en zonder dit genetische Woord (deze "wordingsopdracht", dit "bouwplan") is geen leven geworden dat geworden is. In het genetische Woord was leven..."
Het is immers een merkwaardige gedachte dat met de vier letters van het genetisch alfabet het gehele leven in zijn onuitputtelijke verscheidenheid is geschreven en nog geschreven wordt.

Campbell schrijft verder:
"Wanneer een virus een cel binnendringt, is de verovering gemakkelijk doordat het virus, hoewel een buitenstaander en een buitenlander, hetzelfde symbolensysteem gebruikt als de door hem geïnfecteerde cel. Het virus kan zijn eigen informatie gebruiken om die van de cel te ontkrachten en over te nemen, zodat de cel dan gehoorzaam energie en grondstoffen gaat aanvoeren die het virus nodig heeft om zichzelf te reproduceren. Het is alsof de soldaten van Napoleon voor de poorten van Moskou allemaal vloeiend Russisch gesproken zouden hebben."

Ook dit citaat levert weer zo’n verrassende associatie op! Het lijkt wel een natuurwetenschappelijke analogie van de paradijsmythe over de zondeval in Genesis 3: de strijd tussen goed en kwaad. Het creatieve Woord tegenover de destructieve vervalsing ervan.

Schrijver: H.P. Winkelman, 22 november 2011


Geplaatst in de categorie: filosofie

3.0 met 7 stemmen 169



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)