Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Hendrik Carette: Back in town

'Scheef is de poorte van oudheid geweken' Guido Gezelle

Back in town

Weer flaneer ik in de Steenstraat
en met enige zwier begroet
ik een grijnzende koetsier
en ik lach naar een jonge Japanse vrouw
(is zij echt in kimono of ben ik hier de bonobo?)
Zij wuift naar mij vanuit haar koets
en bij Simon Stevin sta ik even stil
en denk aan die zwarte glanzende buggies
(of zijn het sjezen?)
van The Amish People in Amerika.

Stap na stap herken ik alle stegen,
maar ik haat deze winkelstraat
en plas op een klein plein
waar de tegels blinken en de gevels
ook goed stinken.

Ach, de poorten van mijn stad staan
de hele dag wagenwijd open
en die zeearm is al zeven eeuwen
dichtgeslibd en verzand.
Ik, ik wacht op het sluiten van de poorten
en op de ultieme overstromingsnacht.

Hendrik Carette is geboren in 1946 te Brugge.
Hij werkt in Schaarbeek (Brussel) en naast gedichten schrijft hij kritieken, essays en aforismen. Hij stond in 1965 in de bloemlezing 'Pijn en puin vergeten' (Manteau), met dichters als Herman de Coninck, Eddy van Vliet en Ben Klein.
Hij is geïnspireerd door Osip Mandelstam en Velimir Chlebnikov. Hij las E.M. Cioran, Borges, George Steiner, Rüdiger Safranski, Milan Kundera en Henri Michaux. Hij bewondert de dichters H.H. ter Balkt, H.C. ten Berge en Jaques Hamelink. Hij zou het liefste Paul Claes willen zijn om als zodanig letterkundige raadsels te ontmaskeren.

Hendrik was ambtenaar, kelner, figurant in films en toneelstukken en bedelaar, zeg maar zwerver.
Hij vertaalde gedichten van Christian Dotremont, Henri Michaux en Marguerite Yourcenar.
Hij publiceerde o.a. in: Maatstaf, Gedicht, Meervoud, De Houten Gong, Kruispunt, De Brakke Hond en Kreatief. Hij is columnist voor het maandblad Meervoud en hij is medewerker van de Poëziekrant, Ons Brussel, Septentrion, Het Liegend Konijn en NieuwZuid.

In 1974 verscheen zijn dichtbundeldebuut 'Winter te Damme & andere minder beroemde gedichten van de jonge meester'.
In 1978 verscheen 'Ik leef dus ik zweef nog', een ode aan Friesland, in 1985 verscheen 'Klacht van een grootgrondbezitter' bij Poëziecentrum Gent, in 1993 verscheen 'Een raaf in Raversijde', eveneens bij Poëziecentrum Gent, in 2000 verscheen 'Pact met Pound' bij Kruispunt, in 2006 verscheen 'Gestolen lucht', wat de Publieksprijs voor de beste poëziebundel van 2006 ontving, en in 2011 verscheen 'Een zeemeermin aan de monding van het Zwin' bij Poëziecentrum Gent.
Zijn poëzie is vertaald in het Duits, het Catalaans, het Servo-Kroatisch en het Fries.
Hij werkte o.a. mee aan 'Paul Snoek Getaaltekend', 'Liber Amicorum Lucienne Stassaert', 'Brugge beschreven. Hoe een stad in teksten verschijnt' en 'Weerwoord', aangaande zijn vriend en dichter Renaat Ramon. Men noemt hem o.a. 'De Prins der Zwarte Romantiek' (P. Spriet) en 'de flamboyante Bourgondiër' en dat hij 'wonden openrijt, vraagt en zoekt, grenzen verlegd' (V. Schiltz) 'vanuit zijn dandyeske, met anekdoten gewapende en erudiete arglist' (P. Thomas).
Hij was in 2011 aanwezig tijdens de Nacht van de Poëzie in Gent.

'Aan de rand van het Veerse Meer herkende ik de bevende heer Bavink en in Domburg vond ik Mathilde Willink op het strand (zij had zilverige schubben op haar bips en zeegroen zeehaar in haar ooit zo weelderige Medusahaar)'

Schrijver: Joanan Rutgers, 29 januari 2012


Geplaatst in de categorie: literatuur

1.0 met 1 stemmen 122



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)