Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Raadsels op raadsels

(voor Rene François Ghislain Magritte (1898 - 1967))

Je bent geboren in Lessines als oudste zoon van moeder Regina Bertinchamps, een hoedenmaakster tot aan haar huwelijk, en vader Leopold, een kleermaker en textielhandelaar. Je moeder kampte met psychische problemen, waardoor ze zo depressief werd, dat ze er verschillende keren een eind aan heeft willen maken, waarna je vader haar nauwlettend in de gaten hield, wat de sfeer in huis beklemmend en beangstigend maakte. Toch had je moeder ook perioden van onbezorgde uitgelatenheid, waarin je geen donkere wolken vermoedde, maar het roer sloeg soms zomaar om, vaak door hele kleine aanleidingen, maar die bezorgden bij haar een domino-effect in de vergrotende trap. Op je twaalfde verhuisde je naar Châtelet nabij Brussel, waar je ook gelijk je eerste tekenlessen kreeg en terwijl je tekenoefeningen maakte, hoorde je je moeder hysterisch krijsen en huilen achter haar slaapkamerdeur, die door je vader op slot was gedraaid. Ook al zou je willen, je kon haar niet bevrijden, want je vader had de sleutel meegenomen. 'Het is voor haar eigen bestwil', zei je vader, 'anders gaat ze geheid weer gekke dingen doen en dat willen we niet!'. Je was er al aan gewend, maar vreemd bleef het wel, je moeder in een privé-gesloten-inrichting. Ze was wel eens naar een psychiater geweest, maar die begrepen zelf nauwelijks wat haar zou kunnen mankeren en antidepressiva bestond nog niet, dus moet het heel erg zwaar voor je moeder geweest zijn, zoiets als maandenlang de zon niet meer te zien krijgen. Bij de avondmaaltijden was ze natuurlijk gewoon aanwezig, ook omdat ze als enige heerlijk kookte, wat haar deed opbloeien, jou te zien genieten, waardoor ze liefdevol naar je glimlachte, dwars door haar permanente, terneerdrukkende zielenpijnen heen. Je zag dat ze huilend at, terwijl je vader haar hand streelde en zijn tranen moeilijk kon bedwingen, omdat hij ook zo verdomde machteloos stond tegenover onzichtbare processen, die almachtig leken. Je moeder reageerde heel vreugdevol bij het zien van je tekeningen, waardoor je een manier had gevonden om haar blij te maken, zodat je naarstig doorwerkte. Maar op een verschrikkelijke dag wist je zwaar depressieve moeder uit haar slaapkamer te ontsnappen en liep ze naar de rivier de Sambre, waar ze zichzelf uitkleedde, een doek voor haar gezicht bond en zichzelf verdronken heeft. Je was veertien en je hebt haar levenloze lichaam met de gelaatsbedekking gezien, wat je later in je schilderijen hebt verwerkt, via gesluierde vrouwen, naakte vrouwen tussen vissen en een aangespoelde visvrouw. De psychische pijnen hadden haar al bedolven, voordat ze zichzelf verstikte, in die zin was haar gruweldaad een zelf bevrijdende tegenactie en ondanks het bittere verdriet bleef je zielsdiep van haar houden, al piekerde je nog jaren over het hoe en waarom. Ze was opgebrand, sneller dan anderen, omdat ze inwendig meer voor haar kiezen heeft gekregen. Had jouw liefde haar dan niet kunnen redden? En de liefde van je vader en je broer? En van al die anderen? Nee, want er zijn menselijke wetten, die niet altijd stroken met de menselijke liefde, die wetten gaan louter uit van het individu en zeker als dat individu geïsoleerd wordt door psychische ziekte. Maar dan is juist de liefde over de dood heen van kracht en uiteindelijk de grootste troost die er is. Haar diepste redenen zijn niet meer te achterhalen, maar in de Akasha-kronieken kun je alles teruglezen. Op je achttiende ging je naar de Koninklijke Kunstacademie in Brussel, waar je van Constant Montald les kreeg en waar de kubistische Jean Metzinger je beïnvloedde. In het begin schilderde je voornamelijk naakte vrouwen, geen wonder, want dat is voor een man het heerlijkste onderwerp. Je trouwde met Georgette Berger, die je al sinds je vijftiende kende en die modernisme bestudeerde. Voor jou had ze geposeerd voor de pornografische kunstschilder Stefan Rowden en ze zag eruit om op te eten, hoogst intelligent en als door Rodin gebeeldhouwd, slank, aanhankelijk en met wilde haren. Bovendien beminde ze je met hartverwarmende overgave, ze deelde al haar vrouwelijke charme met jou. Er kwamen hemelse discokleuren uit haar ogen. Op je achtentwintigste was je fulltime kunstschilder en in Parijs kwam je in aanraking met André Breton en zijn surrealistische kunstenaarsgroep. Terug in Brussel deed je noodgedwongen reclamewerk, samen met je broer Paul, totdat je mecenas Edward James opdook, die getrouwd was met Tilly, een verbijsterend aantrekkelijke danseres en kunstschilderes, waar je met moeite van af kon blijven, al had je kleine jongen andere plannen. Je vertoefde gratis in het Londense huis van Edward, waar je hem twee keer geschilderd hebt. Die hing hij samen met 'Tijd aan de grond genageld' in zijn protserige balzaal. In de tweede wereldoorlog zat je deels in Brussel en deels in de middeleeuwse vestingstad Carcassonne, ooit een Kathaarse burcht. Breton kon de pot op en je deed een periode Renoir-achtig en een periode woest-fauvistisch, voorts ging je na de oorlog Picasso, Braque en Chirico vervalsen, voor de lol en voor het geld. Over geld gesproken, je vervalste ook bankbiljetten, samen met Paul, die door de dichter Marcel Mariën werden uitgedeeld op het Belgische strand. Toen hij bij wijze van grap een drastische prijsverlaging van jouw schilderijen aankondigde, heb je met hem gebroken. Niet echt fair en weinig humor aanvoelend. Op je vijftigste begon je je oude, vertrouwde, surrealistische stijl weer op te pakken, want dat was toch je stiel en zaligheid, waardoor je pijpen, rupsachtige kaarsen, zwevende appels en bolhoeden introduceerde. Een vrouw die voor de bovenste helft hemels is en voor de onderste helft aards is een absolute ode voor je moeder en aan Georgette, maar bovenal voor dé Vrouw. Je ontving als eerste kunstschilder de Belgische Staatsprijs en zeven jaar later stierf je door alvleesklierkanker, waarna je in Evere bent begraven en bijna twintig jaar later kwam Georgette bij je liggen, zoals ze dat tijdens je leven zo vaak had gedaan, nadat ze nog even checkte of alle huisdeuren op slot waren en de thermostaat omlaag was gedraaid.

Schrijver: Joanan Rutgers, 9 februari 2012


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

2.0 met 1 stemmen 139



Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Petra Hermans
Datum:
17 november 2013
Email:
worldpoet546live.nl
Eén zin raakt me in dit geheel, namelijk: "Maar dan is juist de liefde over de dood heen van kracht en uiteindelijk de grootste troost die er is."

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)