Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Eenzaam tussen velen

(voor Sir Joshua Reynolds (1723 - 1792))

Je bent geboren in Plympton, waar je vader meester van de dorpsschool en een strenge geestelijke was, die jou met ijzeren discipline benaderde. Je moeder was van hetzelfde laken een pak, maar die had het veel te druk met jou en de andere tien kinderen, die stuk voor stuk om de nodige aandacht vroegen. Alleen het avondeten voorbereiden, zou voor anderen al een dagtaak geweest zijn, al hielpen je oudste zussen al bekwaam mee. Als jongen werd je al gefascioneerd door de huisvriend Zacharia Mudge, een ambitieuze geestelijke, die het platonisme verkondigde, zeer geliefd bij je vader, al was hij ook vooral gecharmeerd van zijn zielsverblijdende vrouw Mary Fox, wat wederzijdig was en platonisch werd geduld door Zacharia en je moeder. Toen je je vader betrapte op onzedelijke betastingen deed je alsof je neus bloedde, want alle losbandige erotiek veegde je onder het platonische kleed van een monastiek silentium. Verder verdiepte je je in velerlei interessante biografieën, onder anderen in Seneca, Ovidius, Milton, Dryden en Da Vinci. Je werd het meest beïnvloed door de kunstschilder Jonathan Richardson, met name door zijn theoretische visie op de schilderkunst. Op je zeventiende kreeg je drie jaar schilderlessen van de portretschilder Thomas Hudson, die in Twickenham woonde en die ooit een leerling van Richardson was, wat je wel heel spannend vond, via hem je grootste voorbeeld zo nabij. Op je zesentwintigste ging je met de marine-officier Augustus Keppel op het schip Centurion naar de Middellandse Zee, terwijl je gebruik mocht maken van zijn bibliotheek. Augustus werd een intieme vriend, maar er was geen sprake van erotiek, wel hoofse liefde, waardoor het afscheid je moeilijk viel, maar je wilde per se de Italiaanse meesters bestuderen, dus zwierf je twee jaar door Italië, wat je de grootste inspiratie opleverde. In Rome vatte je zodanig kou, dat je slechthorend werd en op je dertigste bleef je voorgoed in Londen hangen, grotendeels in je atelier, want de opdrachten van rijke persoonlijkheden stroomden binnen. Bovendien gaven ze grote bedragen voor je puntgave leveringen. Voorts raakte je bevriend met vele intellectuelen; de schrijver Samuel Johnson, die leed aan het syndroom van Gilles de la Tourette, wat wel eens hilariteit opleverde, de staatsman en schrijver Edmund Burke, de schrijver en dichter Oliver Goldsmith, de literatuurcriticus Giuseppe Baretti, het parlementslid en de gokverslaafde brouwerij-eigenaar Henry Thrale, wiens vrouw je portretteerde, maar ze weigerde het op te hangen, de acteur en toneelschrijver David Garrick en de niet te versmaden kunstschilderes Angelica Kaufmann, die achttien jaar jonger was dan jij. Je hebt Angelica niet alleen meerdere keren geportretteerd, maar je hebt haar ook meerdere keren uit de kleren gekregen, wat je door velen gegund was, want na al die jaren onrust was je er wel aan toe en verder kwam er weinig op je pad. Om in de typisch Engelse traditie te blijven, laat ik me niet uit over de details van je rollebolnachten met de superhete Angelica, die de meest gewaagde pornofilms met gemak overtrof. Na haar was je voor je verdere leven klaar met de seksuele uitspattingen, bij wijze van spreken. Je randjekantje-homofiele herenclub eiste veel van je aandacht en je kwam armen tekort om al je opdrachten in te vullen. Lord Keppel heb je zes keer geschilderd, op het laatste portret met een dikke bierbuik en zijn hand nadrukkelijk op zijn sabel, daar hij na de krijgsraad als landsheld in ere was hersteld. Tegen de vijftig liet je 'The Wick House' bouwen, het lag nabij het Richmond Park, waar damherten rondliepen, en je keek er uit op Richmond Hill. Het was een groot hoekpaleisje, waar je tot je sterfjaar bleef wonen. Je volgde Allan Ramsay op als hofschilder van koning George de Derde, maar in de praktijk was je daar ontstemd over, want het salaris bleek nogal karig en de schildervertrekken zagen er niet uit. Fijn dat koning George je een paar jaar geleden had geridderd, maar deze eer ging bij nader inzien liever aan jouw deur voorbij. De Amerikaan Gilbert Stuwart portretteerde jou, zodat de rollen waren omgedraaid, waar je dan ook extreem van genoot, vergelijkbaar met de tintelgevoelens bij een kapper. Je schilderde Lord Heathfield, die zo moedig Gibraltar had verdedigd tegen diverse indringers. Een jaar later kreeg je een lichte beroerte en je linkeroog werd blind, waardoor je gedwongen met pensioen ging en overal liederlijk je patriottische inborst openbaarde. Er volgde een operatie van een gezwel boven je linkeroog en ondanks je leeftijd flirtte je met de rondborstige Fanny Burney, want je snakte ernaar om je vermoeide hoofd zacht te laten uitrusten. De dokters meenden dat je psychisch niet in orde was, men dacht aan levensmoeheid en zware depressie, want het eten ging ook niet meer. Je gniffelde bij je schilderij 'Cupido ontkleedt Venus', waarbij haar borsten al ontbloot waren, je tuimelde met je gedachten nog wat naar Fanny's hoogvlakten, keerde je pruilend af, bekeek nog eens je pre-impressionistische schilderij van de weelderige actrice Kitty Fisher, je glimlachte, je sloot nederig je ogen en even later stierf je in bewuste tevredenheid, terwijl je vriend Edmund Burke je wegglijdende hand stevig vasthield. Een tijd later heeft je snikkende huishoudster alle gordijnen van je huis in Leicester Fields met trillende handen gesloten. Ruim drieduizend schilderwerken heb je de wereld nagelaten, me dunkt, want bij één had je al tevreden kunnen zijn. De begrafenisdienst was in Sint Paul's Cathedral, waarna je later bent gecremeerd en weggeblazen als paardenbloemzaadjes.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 februari 2012


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

1.7 met 3 stemmen 116



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)