Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Geniale vervormingen

(voor Francis Bacon (1909 - 1992))

Je bent geboren in Dublin en je vader was een ex-legerofficier, die racepaarden fokte, terwijl je moeder afwezig en zwijgzaam was.
Je had twee broers en één zus en je broers stierven in hun kindertijd, terwijl je hoofdzakelijk werd opgevoed door je nanny Jessica Lightfood.

Op je negende verhuisde je naar Londen. Je autoritaire vader heeft je zeer veel geslagen, terwijl je moeder niet protesteerde. Je ontvluchtte die ongelukkige jaren door te dromen en te fantaseren, maar je vader hamerde erop dat je net als hij legerofficier moest worden, want daar werd je een kerel van en het verdiende uitstekend. Lekker op kroegentocht en achter de wijven aan.
Je stelde hem zwaar teleur, want je hield niet van fysieke inspanningen, noch van paarden, daar je vanwege je astma allergisch was voor die dieren, terwijl iedere officier moest kunnen paardrijden. Je vertelde je vader dat je kunstenaar wilde worden en ook dat je homoseksueel was en toen de getergde man je een keer in je moeders lingerie betrapte, heeft hij je de deur uitgetrapt.

Op je zestiende zwierf je door Engeland, levend van winkeldiefstallen en de drie pond per week van je moeder. Je ontmoette Harcourt Smith, ex-legerofficier en bevriend met je vader, en je begon een relatie met hem, want hij bleek van dezelfde soort, waardoor je bij hem kwam wonen en hij je tekenlessen betaalde. Met hem ging je naar Berlijn, waar je een opleiding binnenhuisarchitectuur volgde. Je maakte meubelen in de stijl van Le Corbusier.
De relatie mislukte, maar je vond genoeg andere rijke, oudere homomannen, die de beurs voor je trokken. In Chantilly had je een meubelmakerij, maar toen je in het plaatselijke kasteel 'Le Massacre des Innocents' van Poussin zag, was je diep geraakt en wilde je alles doen om kunstschilder te worden. Je zag de misvormde portretten van Picasso, die het wezenlijke, de diepste emoties, weergeven, wat je ook zo wilde doen.
In Engeland maakte je eerst aquarellen en daarna begon je met olieverf te werken. Je ging samenwonen met je nanny Jessica, die je bescherming en zekerheid bood, ook omdat je zo roekeloos en onvoorspelbaar was, een ongeleid projectiel.
Je schilderde een raar figuur aan een kruis - terwijl je atheïst was - een schilderij dat gekocht werd door de kunstverzamelaar Sir Michael Sadler, voor wie je ook een röntgenfoto van zijn schedel schilderde.
Na een periode van tijdelijke roem werd je op surrealistische exposities miskend en door het slijk gehaald, waardoor je verbitterd al je schilderijen vernietigde en jezelf in de drank en het gokken stortte.

Op je negenentwintigste nam je de schildersdraad weer op, gestimuleerd door Eric Hall, een invloedrijke kunsthandelaar, getrouwd en vader, maar ook homofiel. Hij kocht je werk en hij verspreidde dat onder collega's. Tijdens de tweede wereldoorlog had je veel succes, daar jouw werk de destructieve en wankele periode weerspiegelde.
Je werd bevriend met de dertien jaar jongere Lucien Freud, die een wild portret van je maakte en op je vijfendertigste brak je flink door met 'Drie Studies', drie monsterlijke figuren, die als voorstudie voor een kruisigingsscene moesten plaatsnemen, maar Hall kocht het en hij schonk het aan de Tate Gallery.
Met 'Figuurstudie 2' behoorde je nu tot de grootsten. Je maakte vijftien variaties op het schilderij 'Innocentius de Tiende' van Velásques, waarbij je de psyche van de paus en vooral zijn zwakheden bijzonder uitdiepte en vervolmaakte. Datzelfde deed je met Vincent van Gogh, waarbij je extreme versies van zijn schilderijen maakte. Tevens schilderde je apen om aan te geven dat mensen dieren zijn.

De verkoop steeg enorm, waardoor je met Jessica naar Monte Carlo verhuisde en terwijl zij je sokken zat te breien, smeet jij je kapitaal over de balk in casino's en dranklokalen. Het was al gauw weer armoede troef en je schilderde noodgedwongen aan de achterkanten van je doeken, wat je handelsmerk werd.
Op je tweeënveertigste stierf Jessica en je zonk weg in een diepe depressie, terwijl je soms schilderijen verbrandde, waar men je veel geld voor had geboden. Je atelier was een beestenbende, smerig en chaotisch.
Na je vijftigste maakte je veelal portretten van dierbaren en kennissen. Op je vierenvijftigste kreeg je een liefdesrelatie met George Dyer, wat acht jaar heeft geduurd, want George kon het rijke leven vol gestelondermijnende uitspattingen niet aan, waardoor hij zelfdoding toepaste.

Je versomberde en je zakte ineen, het experimenteren zat er niet meer in, de excentrieke strapatsen konden je niet meer boeien, je deed zelfs op hoge leeftijd neerbuigend over een eigen schilderij, de brand erin!, zoals jezelf als kind zwaar was mishandeld, zo mishandelde je ook een groot deel van je schilderwerken, onnadenkend, onbewust toch nog je opgekropte woede naar je vader uitend, zij het dan indirect, incluis kunstoffers, maar wel effectief, want het zwaarbeschadigde kind in jou hanteerde tenslotte een verfijnde, gekalmeerde, realistische schilderstijl.

De stormen waren gaan liggen en ondanks je turbulente leven bereikte je een hoge leeftijd, waardoor je het hartinfarct niets kwalijk kon nemen.

Schrijver: Joanan Rutgers, 25 februari 2012


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

2.8 met 4 stemmen 111



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)