Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Gelukkig net geen heilige

(voor Sir Frank Francis Bernard Dicksee (1853 - 1928))

Je bent geboren in Londen, in de chique wijk Bloomsbury, waar je vader Thomas Francis Dicksee werkte als portretschilder en het schilderen van historische feiten.
Je moeder Eliza Bernard zorgde voor jou, je zes jaar jongere zus Margaret Isabel en je negen jaar jongere broer Herbert Thomas. Je kreeg net als je zus en broer schilderles van je vader en alle drie werden jullie succesvolle kunstschilders.
Je oom John Robert was ook een kunstschilder en hij schilderde voornamelijk dieren.
Je vader had in boeken van Shakespeare en Sir Walter Scott getekend en hij verdiende ruim voldoende om je moeder gevarieerd voedsel te laten bereiden, om je nieuwe kleren te geven en om met je naar de musea te gaan. Omdat je schilderles van je eigen vader kreeg, was je dubbel geconcentreerd en wilde je niet voor hem onderdoen, sterker nog, hem het liefste overtreffen.

Op je zeventiende ging je naar de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, waar je les kreeg van Lord Frederick Leighton en John Everett Millais. Je had een groot respect voor deze grootmeesters, nog meer dan voor je vader, al hield je dat natuurlijk voor jezelf. Je bleek een vaardige leerling en je won diverse prijzen en onderscheidingen, op je tweeëntwintigste won je zelfs een gouden medaille voor 'Elia confronteert Achab en Izebel in Nabot's wijngaard'. Je maakte illustraties voor boeken van Shakespeare, 'Othello' en 'Romeo en Julia' en bij het lange gedicht 'Evangeline' van Longfellow.
Je werkte ook voor de Magazine Cassell's, Cornhill Magazine en The Graphic. Je brak door met het schilderij 'Harmonie', geëxposeerd in de Academie en gekocht door de Tate Gallery voor 350 guineas.

Het grote publiek smulde van je schilderstijl en sommigen weenden bij je historische gebeurtenissen, die je overgoot met diepe tragiek en emoties. Je was een Prerafaëliet, maar dan op de valreep, want die stroming lag op apegapen. Je laat-Victoriaanse stijl werd omarmd door het veelal conservatieve publiek, die zwijmelden bij je melodramatische en subtiel-decoratieve weergaven. Je vakmanschap was onmiskenbaar en je rolde al snel de decadente wereld van de rijke elite binnen, die graag door jou geportretteerd werd. Men waardeerde je goede, hoffelijke manieren ten zeerste in die acterende kringen en je genereuze karakter werd alom geroemd, maar bovenal je goddelijke schildertalent met zoveel subtiele krachtdadigheid.

Op je veertigste schilderde je 'De begrafenis van een Viking' en nog meer legendarische taferelen, zoals een weergaloze 'Romeo en Julia'.
Je bewoonde intussen een prettige woning in St. John's Wood, waar je iedere nacht in eenzaamheid doorbracht, bladerend in kunstboeken, werkend aan nieuwe schilderijen en nippend van de brandy.
Op je vijftigste stierf je dierbare zus Margaret, slechts vierenveertig, waardoor je maanden uit de roulatie was, maar na verloop van tijd pakte je de draad weer op en schilderde je met name rijke, mode-bewuste vrouwen, die veel voor je kunstwerken betaalden. Zo waren daar mevrouw W.K. D'Arcy en mevrouw Norman Holbrook, getrouwd met een heldhaftige commandant. Bij de edele Constance, Duchess of Westminster, kreeg je het even heel benauwd, want haar schoonheid maakte heel wat onderdrukte begeerte in jou los, maar je wist het bij het schilderwerk te houden.
Dat was echter niet het geval bij de jongedame Palmer Giclee, die met haar weelderige, uitdagende boezem je dronken voerde, waardoor je graag op haar bewegelijke verleidingen bent ingegaan. Je lange en knappe gestalte deden haar sidderen van verlangen. Je mocht dan een verstokte vrijgezel en een keurige gentleman zijn, bij deze vrouw bleef je niet tollen in je droombeelden, want je mocht all the way gaan bij haar, wat het hoogtepunt van je liefdesleven op aarde beduidde. Het bleef bij de dagen, die je nodig had om haar portret te voltooien, maar voor zo'n zalige bonus had je zo nodig heel je schilderwerk opgeofferd.
De negen jaar oudere mevrouw Ernst Guiness deed ook pogingen in die richting, maar ze leek in haar groene jurk op een koninklijke fee, je streek slechts even over haar borstbollingen, maar daarna schoot je weg als een bange hermelijn, wat de prijs behoorlijk gedrukt heeft.

In 1924 werd je directeur van de Koninklijke Academie en een jaar later werd je geridderd en weer twee jaar later kreeg je de Orde van Victorie uit handen van koning George de Vijfde.
De moderne schilders keken onterecht op jou neer, want ze bezaten zelf nauwelijks een vakmanschap zoals dat van jou. Zelf vond je de moderne kunst 'de cultus van lelijkheid' en bleef je met gepaste trots je eigen stijl trouw.

Je stierf op vijfenzeventigjarige leeftijd, met een forse glimlach op je gezicht, dankbaar voor alle schoonheid, die je naar de aarde hebt getrokken en nog nazwijmelend vanwege Palmer Giclee...

Schrijver: Joanan Rutgers, 16 maart 2012


Geplaatst in de categorie: schilderkunst

3.0 met 1 stemmen 106



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)