Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

OVER TRANSCENDENTIE

God als een persoon: is zo’n antropomorf, zo’n naar de mens gemodelleerd godsbeeld in onze tijd nog redelijk aanvaardbaar? Typisch voor zo’n godsvoorstelling en de daarmee samenhangende opvattingen over godsbestuur zijn immers de evidente innerlijke tegenstrijdigheden. Om maar wat te noemen: een almachtige Schepper en Bestuurder van hemel en aarde, die toch niét verantwoordelijk is voor kwaad, lijden en onvolkomenheden; een persoonlijke God die ieders leven leidt, maar die (hoewel daartoe bij machte) niét verhindert dat miljoenen door ziekten, natuurgeweld of medemensen een afgrijselijke dood vinden; een God die ieders lot voorbeschikt, maar mensen toch aanspreekt op hun vrije wil en eigen verantwoordelijkheid. Dit is maar een kleine greep, waaraan legio voorbeelden kunnen worden toegevoegd.

“Gij zult u geen gesneden beeld, NOCH ENIGE GELIJKENIS maken van hetgeen boven in de hemel is…”, aldus het tweede van de bijbelse “Tien geboden”. Wie God beschouwt als hoogste, heiligste en fundamentele werkelijkheid, onbegrensd in ruimte en tijd, elk voorstellingsvermogen overstijgend, kan dan ook niet (zoals wél gebeurt) tegelijkertijd proberen om die transcendente God als persoon te portretteren. Daarmee zouden we immers proberen God binnen onze tijd-ruimtelijke werkelijkheidsbeleving te trekken, wat een ontkenning betekent van diens absolute transcendentie. Als we God daarentegen aanduiden als de Eeuwige of als Levensbron waaruit, waardoor en waartoe wij bestaan, erkennen we daarmee zowel onze existentiële relatie als ons onvermogen om ons daar iets concreets bij voor te stellen.

Voor mijn gevoel heeft de wetenschapper/dichter Leo Vroman dat heel zuiver aangevoeld door God aan te duiden als “Systeem”, samenhangend Geheel van alle delen . Dat klinkt misschien op het eerste gehoor oneerbiedig, maar dat is het niet. Integendeel. Het is de erkenning van een absolute transcendentie. In een woord vooraf van zijn bundel “Twaalf Psalmen” zegt Vroman:
"Het bestaan van een meneer God, met al zijn mannelijke en vrouwelijke synoniemen, is in de loop van millennia ineengekrompen door onze pietluttige gebeden: die van vijanden om elkaar te verslaan, van zieken om te genezen, van gokkers om winst. Wel wil ik geloven in een Systeem dat onmenselijk groot is en dat ons menselijk heelal, en elk ander heelal, waarin ieder en alles een onbegrijpelijk mooie plaats inneemt, bestuurt. Als ons eigen heelal nu nog zwelt, en dan misschien weer ineenstort tot een enkel punt, is dat misschien wel Systeems natuurlijke ademhaling. Waar mogen we dan nog om bidden? Dat die ademhaling nooit zal stokken."

De transcendentie van een God die een universum heeft gecreëerd en omspant met een diameter van naar schatting zo'n 18 miljard lichtjaren en dat ruw geschat zo’n honderd miljard galactische stelsels omvat, elk met zo’n honderd miljard sterren, de transcendentie van die God ten opzichte van mij zou je kunnen vergelijken met de transcendentie van mij als persoon ten opzichte van één van de circa 10 biljoen lichaamscellen waaruit ik besta. Als mijn lichaamscellen op hún niveau over individualiteit en zelfbewustzijn zouden beschikken en zouden kunnen nadenken over mij als hun "Opperwezen", zouden zij zich mij kunnen voorstellen als een “Oppercel”. Maar ook zij zouden zich dan gaan realiseren dat die Oppercel zoveel complexer moet zijn dan zijzelf, dat ze nooit in staat zullen zijn zich er een reële voorstelling van te maken. Op mijn beurt zou ik voor hen transcendent zijn.

Ik geef deze vergelijking met het oog op de door mij veronderstelde relatie tussen God en mens. De mens als (relatief eenvoudige) individuele persoonlijkheid tegenover God als een slechts in abstracte termen aan te duiden, alle materie en geest van het universum omvattende, beheersende en overstijgende Kracht. Laten we beseffen dat de aard, het wezen, de complexiteit, de reikwijdte, de dimensies etc. van die Kracht voor ons transcendent, dus ten enenmale onvoorstelbaar zijn.

Schrijver: H.P. Winkelman, 18 maart 2012


Geplaatst in de categorie: religie

3.7 met 7 stemmen 206



Er zijn 3 reacties op deze inzending:

Naam:
mobar
Datum:
22 maart 2012
Email:
mobaronline.nl
@ H.P. Winkelman

Ik denk ook dat vele vragen onbeantwoord zullen blijven. Als de Goddelijke energie in alles is, dan zou het vanuit een naief standpunt ook niet benoemd hoeven te worden, maar veel mensen hebben kennelijk wel die behoefte, en maken daarmee toch een onderscheid tussen heilig en niet heilig, waardoor de ethiek in gelovig licht komt te staan.
Naam:
H.P. Winkelman
Datum:
19 maart 2012
@ mobar 18-03-2012
Wel, ik zou niet graag beweren dat ik zelf geen vragen meer over dit onderwerp zou hebben en of ik op jouw vragen een antwoord heb, is dus maar zeer de vraag.
Maar ik zou zeggen: kom ermee voor de dag. Als ik denk iets zinnig te kunnen antwoorden, zal ik dat doen. En zo niet, dan kan misschien een van de andere lezers nog te hulp schieten.
Naam:
mobar
Datum:
18 maart 2012
Email:
mobaronline.nl
Het is mij gelukt heel veel te begrijpen uit deze goed geschreven informatieve bijdrage die ik graag las, maar tegelijkertijd roept het ook veel vragen bij mij op.

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)