Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Gevlucht naar mooiere werelden

(voor Janis Lyn Joplin (1943 - 1970))

Je bent geboren in Port Arthur in de staat Texas, waar je vader Seth ingenieur bij Texaco was en je moeder Dorothy East ambtenaar op een handelsschool.
Je moeder was dertig toen je geboren werd en je vader drieëndertig.
Na jou kwam je broer Michael en je zus Laura.
Je ouders waren lid van de Church of Christ en het zat ze niet lekker dat je als kind al met randfiguren omging en dat je van Afro-Amerikaanse blues hield. Je zat in een koor en je luisterde naar Billie Holiday, Odetta Holmes en Willie Mae Thornton.
Op de Thomas Jefferson High School werd al duidelijk dat je anders was dan de meesten en dat leverde ook jou pesterijen op, vanwege je uiterlijk en je opvattingen, zodat ze je voor een griezelig varken uitscholden.
Je had huidproblemen, waar je niets aan kon doen, maar de wrede pestkoppen kenden geen sympathie en genade. Naast een groot minderwaardigheidscomplex kreeg je vanaf toen ook veel last van diepe depressies en zelfdestructief gedrag.

Toch zat je op de Universiteit van Texas, maar door je faalangst en psychische problematiek kon je geen enkele studie voltooien.
Op je negentiende zong je je eerste lied 'What Good Can Drinkin 'Do', een aanklacht tegen alcohol, maar je luisterde er zelf niet naar, want je gebruikte alcohol als benzine en vergetelheidsmiddel.
Op je twintigste woonde je in een zeer koddig huis in Haight-Ashbury te San Francisco, met je vriend Country Joe McDonald, de zanger van de psychedelische rockband 'Country Joe and the Fish'. In dit huis nam je drugsgebruik ernstig toe, je gebruikte speed, heroïne, psycho-actieve middelen, amfetamine en de zwaardere alcoholdranken, het liefst Southern Comfort, wat wat mij betreft ook de lekkerste whiskysoort is.
Je maakte jezelf kapot, amper nog veertig kilo wegend, waardoor enkele vrienden je naar Port Arthur hebben teruggestuurd om daar vooral af te kicken en aan te sterken.

Je ging sociologie studeren aan de Lamar University te Beamont en je nam als solo-artieste enkele nummers op, waaronder 'Turtle Blues'. Je kapte met de studie en je keerde terug naar San Francisco, waar je de zangeres van de band 'Big Brother and the Holding' werd en het debuutalbum verscheen. Je verhuisde met de bandleden naar Lagunitas, waar er veel gefeest werd met de leden van Grateful Dead.
Na een periode van (opgelegde) drugsonthouding verviel je al gauw weer tot harddrugsgebruik en zwaar alcoholisme, terwijl één van je vriendinnen, Nancy Gurley, stierf aan een overdosis.

Op je vierentwintigste had je je eerste grote concert in de Avalon Ballroom te San Francisco, georganiseerd door de Hare Krishna-beweging, Allen Ginsberg en LSD-goeroe Timothy Leary. Meditatietechnieken werden op één lijn gesteld met drugseffecten.
Op je vijfentwintigste verscheen de elpee 'Live at Winterland '68', met 'Piece of My Heart' (mijn lievelingsnummer) en 'Ball and Chain'. En daarna verscheen het album 'Cheap Thrills', met op de cover tekeningen van de undergroundstriptekenaar Robert Crumb, wat een megasucces werd.

Op 1 december 1968 had je je laatste concert met Big Brother and the Holding, met in het voorprogramma Chicago en Santana. Je werd de zangeres van de Kozmic Blues Band en rond die tijd gebruikte je iedere dag voor ruim tweehonderd dollar aan heroïne. Soms stak je de verdovingsnaald trillend in je armader, omdat je schokte van verdriet, te zeer overweldigd werd door psychisch lijden, wat je niet kon hanteren, maar enkel kon wegwerken met dat hallucinerende, lamleggende goedje.
Je concert in Frankfurt werd op film vastgelegd en je zong een duet met de zelfverzekerde, quasi-vrolijke macho Tom Jones in zijn televisieshow, terwijl je ook met Tina Turner optrad, wier fan je was.

'I Got Dem Ol 'Kosmic Blues Again Mama!' verscheen, wat bij velen de indruk gaf, dat je je band vaarwel moest zeggen. Op het Woodstock-festival moest je eerst heroïne spuiten en drank drinken om te kunnen optreden, maar je (drugs)vriendin Peggy Caserta stimuleerde je.
Op 19 december 1969 was je laatste concert met de Kosmic Blues Band, die uit elkaar viel en je allerlaatste concert was met de Full Tilt Boogie Band in het Harvard Stadium te Boston. Dat was op 12 augustus 1970. De prestatiedruk werd veel te groot voor jou en je dook weer in je oude overlevingsmethoden van harddrugs en sterke drank. Je hoorde de echo's van je schoolse plaaggeesten en je voelde je hart bevriezen.

Op 4 oktober 1970 vond de manager John Cooke jou naast je bed in het Landmark Motor Hotel, gestorven door een overdosis heroïne in combinatie met alcohol. De heroïne was veel sterker dan jij meestal gebruikte, wat je dood bespoedigd heeft.
Je bent gecremeerd in Los Angeles en je as is verstrooid over de Stille Oceaan en langs de Stinson Beach. In wezen ben je gestorven door een overdosis depressie, waar je geen adequate hulp voor gekregen hebt.
Na je overlijden verscheen het album 'Pearl', wat je vierde album was en het meest succesvolle, met de hit 'Me and Bobby McGee'. Bette Midler heeft je fantastisch geëerd met haar film en soundtrack 'The Rose', met als laatste zin 'Where are you going? Where is everybody going?', waarna je voorgoed instortte. Na jou zijn nog vele vriendinnen van jou gestorven aan een overdosis. Hoe bizar en wrang ook, hopelijk voel je je als eeuwige geest niet meer zo eenzaam en veracht!...


Zie ook: http://www.youtube.com/watch?v=tenV9Din7K4

Schrijver: Joanan Rutgers, 2 mei 2012


Geplaatst in de categorie: idool

2.7 met 3 stemmen 869



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)