Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Uit liefde voor je Hemelse Vader

(voor Sint Maria Domenica Lazzeri (1815 - 1848))

Je bent geboren op 16 maart 1815 in Capriana, Zuid-Italië. Je was de jongste van vijf kinderen. Je vader Bortolo Lazzeri was een molenaar en je moeder heette Margaret. Je had een gewone en onbekommerde jeugd en je ging naar de dorpsschool. Je had een diepgaand gebedsleven en je hielp de slachtoffers van epidemieën, want in jouw tijd kwamen die daar veelvuldig voor. Je hielp de buren, ook in andere dorpen en dan vooral de kwetsbare kinderen. Je kreeg een extra liefde voor de heiligenlevens en dan met name voor Sint Alfonsus Maria de Liguori (1696 - 1787) en zijn geschriften, vooral de gedeelten over de Passie en de kruisiging van Jezus. Alfonsus was een bisschop en de oprichter van de Redemptoristen. Hij was geboren in Marianella, vlakbij Napels, waar hij op zijn dertigste priester werd. Hij overleed in Pagani en in 1839 is hij heilig verklaard door paus Gregorius de Zestiende, wat uiteraard een feestdag voor jou was. Op je dertiende overleed je dierbare vader aan een longontsteking, wat je veel pijn heeft gedaan. Vaak verwarde je hem met de Hemelse Vader, wat niet zo gek was, maar na het verslijten van de pijn kon je het onderscheid heel goed maken. Niet lang na de navrante dreun van het vaderverlies kreeg je een psycho-somatische ziekte, waarbij je geestelijke leven zich sterk verdiepte en je nog meer begrip voor zieke mensen kreeg. Je mystieke, innerlijke weg was begonnen, ook al ging je gezondheid hard achteruit. Je snapte zelf niet wat er met je aan de hand was, maar je fysieke gesteltenis werd op onverklaarbare wijze ondermijnd en leeggezogen. Je werd op vreselijke wijze chronisch vermoeid, maar geestelijk veerde je op. Op je zeventiende heerste er in de hele streek een zware griepepidemie en jij ging vlijtig aan de slag om voor de zieken te zorgen. Op 15 augustus 1833, op je achttiende, tijdens het feest van de Hemelvaart van Maria, moest je met griep in bed blijven en je moeder ook. Terwijl je moeder na een week weer volop in de weer was, moest jij nog steeds in bed blijven en veel erger nog, je bent voor de rest van je leven bedlegerig gebleven. Een grote lijdensweg was begonnen. Je kreeg te maken met slapeloosheid en je eetlust ging razendsnel achteruit. Een jaar later liet je moeder dokter Leonardo Cloch komen en die constateerde na verloop van tijd, dat je zonder slaap, voedsel en drank kon. Je leefde van een gewijde hostie op elke zondag, wat natuurlijk een megawonder en een menselijk fenomeen was. Op je twintigste kreeg je de bloedende stigmata, incluis de wonden van een doornenkroon. Je leed voor de bekering van de zondaars in hetzelfde lijden als dat van Christus. De donorenkroonwonden waren veertig in aantal. Denk aan de veertig woestijnjaren van Mozes. Je kreeg ook wonden van de geseling. Kortom, je was een afspiegeling van de gekruisigde Jezus geworden. Dokter Cloch was er vele vrijdagen bij om je wonden te registreren. Hij was verbonden aan het Militaire Burger Hospitaal in Trento en hij was gespecialiseerd in stigmata-wonden. Hij schreef een verslag in de Annalen voor Universele Medicijnstudies (1837) en samen met dokter Antonio Faes van de Antonius van Padua Universiteit publiceerde hij meerdere rapporten tijdens congressen van Italiaanse, medische wetenschappers in Napels (1845), in Genua (1846) en in Venetië (1847). Zo zag hij bijvoorbeeld dat het bloed van je voetwonden vreemd genoeg omhoog stroomde, tegen de zwaartekracht in. Via orale verspreiding kwamen de wonderverhalen ook bij bisschop Giovanni de Nepomuceno Tschiderer in Trento terecht en hij riep op tot een grondig onderzoek, al was hij al met het fenomeen bekend via twee andere vrouwen uit zijn bisdom: Maria van Moerl Kaltern en Crescentia Niglutsch van Merano. Je werd al snel beroemd in heel Europa en de uitgevers waren dol op ooggetuigenverslagen. Bisschoppen, aartsbisschoppen en medisch specialisten reisden vol bewondering naar jou toe, zelfs de aartsbisschop van Australië, Sydney. Verder o.a. de benedictijnse schrijver Beda Weber, de markies Anatole de Segur, de baron Ernesto de Moy, de aartsbisschop John Bede Polding en Antonio Rosmini, een professor in de rechten aan de universiteit van Monaco. Iedereen was diep onder de indruk van jouw heiligheid en lijdensintentie. Je kreeg toekomstvisioenen, je sprak in vreemde talen, die onherkenbaar zijn gebleven, je hoorde op grote afstand de preken in een naburige, roomse kerk, terwijl je op je bed lag, je zat soms zomaar in Caldaro of Tscherms, waar je met de andere stigmata-vrouwen Maria en Crescentia aan het bidden was. Er kwamen zoveel mensen bij je op bezoek, dat de bisschop genoodzaakt was om de toevoer te beperken, ook om je gebedsleven de nodige ruimte te geven. De bisschop bleef je op afstand zeer aanhankelijk volgen en de negatieve persberichten in Engeland heeft hij persoonlijk met kracht ontkracht. Volgens dokter Cloch reinigden jouw bebloede kleren en lakens zich uit zichzelf, maar dat moet de brave man gedroomd hebben. Op 4 april 1848 overleed je in je huis te Capriana, drieëndertig jaar, terwijl je laatste woorden, die van Jezus waren: 'Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest!'.
Er is slechts één, slecht getekend portret van jou bekend. Daar hebben de kunstschilders hun kansen voorbij laten gaan.

Schrijver: Joanan Rutgers, 3 november 2012


Geplaatst in de categorie: idool

2.5 met 6 stemmen 112



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)