Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Je geleerdheid nederig afgelegd

(voor Edith Stein (1891 - 1942))

Je bent geboren op 12 oktober 1891 in Breslau, op de Grote Verzoendag. Breslau lag tot 1945 op Duits grondgebied. Je was de jongste van elf kinderen, waarvan er vier op jonge leeftijd overleden. Je ouders waren orthodox-joods. Je vader Siegfried Stein was houthandelaar en hij overleed toen jij twee was, waarna je moeder Augusta Courant de verloederde houthandel overnam en ze er weer een goedlopende zaak van maakte. Op je dertiende brak je met je joodse geloof en werd je atheïste, beïnvloed door moderne denkers en de biologische wetenschap. Je moeder ging iedere zaterdag naar de synagoge en arme klanten hoefden soms niet te betalen en ze schonk hen 's winters de opgespaarde houtrestanten. Op je veertiende had je ineens geen zin meer in school, waarna je moeder je naar Hamburg stuurde, waar je zus Else woonde, die getrouwd was met een dokter. Je werd er huishoudster. Je wilde graag zelfstandig zijn en niet meer betutteld worden door je moeder en zussen. Je stopte met bidden, maar je had wel een voorgevoel, dat er iets bijzonders met je ging gebeuren. Na de zomervakantie ging je toch weer naar school en op je negentiende behaalde je gymnasium-diploma, waarna je psychologie ging studeren aan de universiteit van Breslau.
Daarnaast studeerde je op je tweeëntwintigste filosofie, psychologie, geschiedenis en Duitse literatuurwetenschap aan de universiteit van Göttingen. Je slaagde na de eerste twee jaar met een tien en je was bevriend met beroemde filosofen als Edmund Husserl (1859 - 1938) en Max Scheler. Je studeerde ook aan de universiteit van Freiburg im Breisgau. Je was bevriend met het echtpaar Reinhard en met het echtpaar Conrad en Hedwig Martius. Na je proefschrift 'Zum Problem der Einfühling' (1916) werd je in Freiburg de wetenschappelijke assistente van Edmund Husserl. Je ontmoette de filosoof Martin Heidegger (1889 - 1976), die vreemd ging met zijn studentes Hannah Arendt en Elisabeth Blochmann. Later steunde hij de nazi's. Adolf Reinach overleed in een oorlog te België en jij ging naar zijn weduwe om zijn filosofische werken te ordenen. Mevrouw Reinach kreeg veel troost en kracht van Jezus, wat je diep raakte en waardoor je atheïsme plotsklaps verdween.
Je hield filosofische voordrachten en je ging tot het uiterste om de waarheid te ontdekken. Terwijl je bij het echtpaar Martius was, vond je in hun bibliotheek de biografie en de werken van de heilige Teresa van Avila en je las het allemaal, terwijl je voelde dat je de waarheid had gevonden. Je ging je verdiepen in het roomse geloof, je las een gebedenboek en je ging naar de mis. Je wilde graag gedoopt worden en dat gebeurde op 1 januari 1922. Je vertelde het aan je moeder, die in tranen uitbarstte, waarna je een half jaar bij haar bent gebleven en je meedeed met de joodse ritus van bidden, vasten en naar de synagoge gaan.

Van 1922 tot 1931 was je lerares wetenschappelijke opvoedkunde en lerares Duits aan het Sint-Magdalena-Instituut van de zusters dominicanessen in Speyer. Je was veeleisend en je had een hekel aan ongemotiveerde leerlingen. Je was zeer persoonlijk geïnteresseerd en je nam altijd alles serieus. Na een kerstnachtviering sloot een kosteres je per ongeluk op in de kerk, waar je bleef bidden tot de ochtend en toen de kosteres vroeg of je moe was, antwoordde je: 'Moe? Bij Hem?'.
Op je eenenveertigste wilde je dolgraag een kloosterzuster worden en je koos voor de orde van Teresa van Avila, de karmelietessen. Je moeder van 84 begreep er niets van en ze reageerde nukkig als altijd. Je bleef tot je verjaardag en je moeder probeerde je nog bij het joodse geloof te betrekken, maar je was vastbesloten en je vertrok naar Keulen, waar je op 15 oktober, de feestdag van Teresa van Avila, bij de karmelietessen bent ingetreden. Je moest helemaal opnieuw beginnen als een onopvallende, ploeterende postulant. Al je wijsheid ten spijt. Je deed het schitterend, wat je heiligheid onderstreepte. Je genoot extra veel van het gebedsleven en je had grote moeite handenarbeid als koken, wassen en strijken. Je novicenmeesteres schaamde zich voor je onhandigheid, maar jij zag het als geschikte handelingen in eenvoud en bescheidenheid. Jij had de juiste snaar te pakken.
Op 15 juli 1934 ben je ingekleed en heette je voortaan zuster Teresia Benedicta van het Kruis.
Je moeder overleed in 1935 en vanwege de nazi-terreur tegen joodse mensen werd je naar de Karmel in Echt gebracht, maar anderhalf jaar later zaten de nazi's ook daar. Je zus Rosa, die ook rooms was geworden, werd portierster in jouw klooster. Door openlijk tegen de Jodenvervolging te protesteren, heeft de roomse kerk onbedoeld de woede van de nazi's aangewakkerd, waardoor ze de jacht op roomse, religieuze Joden openden.
Op 2 augustus 1942 kwamen twee SS-officieren in het klooster en ze namen je zus Rosa en jou mee naar de Peyerstraat 16, waar de overvalwagen stond. Via kamp Amersfoort belandde je in kamp Westerbork, waar je als een engel de vrouwen en kinderen verzorgde. Er waren daar nog tien zusters in habijt. Samen met Rosa werd je in een veewagon naar Auschwitz-Birkenau vervoerd, waar jullie liefdevolle wezens op 9 augustus 1942 beestachtig werden vergast. Jij was vijftig.
Op 11 oktober 1998 heeft paus Johannes Paulus de Tweede jou zeer terecht heiligverklaard.

Schrijver: Joanan Rutgers, 5 november 2012


Geplaatst in de categorie: idool

3.5 met 4 stemmen 103



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)