Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Bewonderenswaardig medelijden

(voor de heilige pater Damiaan (1840 - 1889))

Je bent geboren als Jozef De Veuster op 3 januari 1840 in Ninde, gemeente Tremelo. In een groot en statig huis. Je vader was Jan-Frans De Veuster (1801 - 1874) en je moeder was Joanna-Catharina Wouters (1804 - 1886). Je groeide op in een boerengezin met zeven broers en zussen. Op je zevende overleed je zus Marieke door de cholera en op je veertiende overleed je zus Eugénie, die non in het klooster van het Heilig Hart was. Je zat op de basisschool in Werchter. Op je elfde deed je de eerste communie. Nog een andere zus werd ook non en je broer Auguste werd in Leuven monnik bij de Paters Pictussen. Op je vijftiende ging je je vader op de boerderij helpen en je deed wat in de graanhandel. Bij een timmerman leerde je o.a. stenen en dakpannen bakken. Op je achttiende leerde je Frans in Braine-le-Comte. Je voelde jezelf depressief en dwalend, waardoor je steeds meer voelde, dat je priester wilde worden. Op je negentiende ging je naar Leuven, waar je lid werd van de orde van de Heilige Harten van Jezus en Maria. Voortaan heette je Damiaan. Broer Auguste oftewel broeder Pamphile leerde je Latijns en na een half jaar mocht je voor priester studeren. Op je twintigste studeerde je Latijns, Grieks en filosofie in Parijs. Daarna studeerde je in Leuven theologie. Je was bij een lezing van de bisschop van Hawaii, die graag enkele jonge priesters wilde meenemen, maar jij was nog geen priester en je broer mocht wel mee. Pamphile kreeg echter vlektyfus en hij was te zwak om ver te reizen. Je vroeg of jij in zijn plaats mee mocht en de orde-directie stemde toe. Na 148 dagen bereikte je Honolulu. Je had in Parijs je eeuwige geloften gedaan en op je vierentwintigste werd je in de kathedraal van Honolulu tot priester gewijd. Je werd beïnvloed door Franciscus Xaverius en je probeerde Pamphile ook naar Hawaii te lokken. Je doopte mensen en je vierde met hen de eucharistie. De mensen, die lepra hadden, werden naar Kalawao gebracht. Bisschop Maigret vroeg vrijwilligers voor de geestelijke zorg in de lepra-kolonie. Jij was één van de vier vrijwilligers. Het was de bedoeling dat jullie elkaar om de drie maanden zouden aflossen. Ook om het besmettingsgevaar te verminderen.
Op 10 mei 1873 ging je samen met de bisschop naar Kalawao. Het werd je aangeraden om de nodige afstand te bewaren, maar dat was niet jouw stijl. Je wilde er graag blijven werken, want je zag het als jouw persoonlijke missie. Je sprak al gauw over 'Wij, de melaatsen'. De bisschop ging akkoord. Je zette je honderd procent in voor deze 816 uitgestotenen, die voor jou volwaardige mensen waren en je gaf hen weer hoop en liefde, materiële en spirituele bijstand. Je kreeg ruzie met de machthebbers in Honolulu, met je religieuze bazen en sommige broeders, die de hulp aan leprozen afwezen. Je kreeg van alles over je heen, o.a. afgunst, verdachtmakingen en beschuldigingen. Na drie jaar raakte je besmet, al kon je de symptomen verdoezelen en kon het vaak jaren duren, voordat het zichtbaar werd. Je wist dat de kans om lepra te krijgen zeer groot was, maar je deinsde er niet voor terug. Nu beleefde je de uitzichtloze en pijnlijke martelgang ook aan den lijve. Je band met de lijdende Christusgeest hield je staande. Je bouwde twee dorpen met keurige huizen en wegen, een school en een kerk. Je was ook dokter, timmerman, ziekenverzorger en begrafenisondernemer. De algehele hygiëne verbeterde aanzienlijk.
In 1884 werd het algemeen bekend dat je lepra had. Terwijl je zo leed, waren er altijd nog kleingeestige mensen, die jaloers op je grote, wereldwijde aandacht waren. Er waren zelfs boze tongen, die beweerden dat je door seksueel verkeer de lepra had gekregen, wat je diep gekwetst heeft. Ondanks dat je zelf hebt aangegeven, dat je geen seksueel contact met een vrouw of een man hebt gehad, bleven de geruchten voortduren. Anderen zeiden dat je juist lepra wilde krijgen, omdat je jezelf verregaande vereenzelvigde met de leprapatiënten. Het somberste scenario zou zijn, dat je levensmoe was. Wie zal het weten.
Je schreef: 'De goddelijke Voorzienigheid heeft me enige tijd geleden uitgekozen tot slachtoffer van deze vreselijke ziekte. Ik hoop God eeuwig dankbaar te blijven voor deze gunst!'. Woorden, die je kunt interpreteren als een bewust aangegaan slachtofferschap, maar dat brengt zijn heiligheid niet ter discussie. Je hoopte nog op een genezingsmiddel voor jouw melaatsen en je probeerde diverse middelen, ook voor jezelf. Ondertussen bleef je gewoon de troostende en krachtdadige priester, die je altijd was geweest, net zolang tot je lichaam niet meer verder kon. Je werd verpleegd door de Duits-Amerikaanse franciscanes Marianne Cope (1839 - 1918), die daar met zes medezusters verbleef. Ze is heilig verklaard door de huidige paus en ze bleef de melaatsen tot haar overlijden verzorgen en liefhebben.

Je overleed op 15 april 1889 op Molokai. Je lichaam was verwoest door de lepra. Je bent begraven in de Sint-Philomena-kerk. In 1936 ben je herbegraven in de crypte van de Sint-Antonius-kerk aan het Damiaanplein in Leuven. Je werd negenenveertig en je bent de patroonheilige van melaatsen en aidspatiënten. Moeder Theresa en Ghandi vereerden jou.

Schrijver: Joanan Rutgers, 12 december 2012


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 82



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)