Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Via jou kwam Maria's medaille

(voor Sint Catharina Zoe Labouré (1806 - 1876))

Je bent geboren op 2 mei 1806 in Fain-lès-Moutiers. Je groeide op in een arm boerengezin met negentien kinderen. Jij was het negende kind. Op je negende overleed je dierbare moeder en dat traumatiseerde je. Je pakte een Maria-beeld van de kast en je omarmde dat heel stevig. Je vroeg aan Moeder Maria of zij de plaats van je overleden moeder wilde overnemen. Op 25 januari 1818 ontving je de eerste communie. Je werkte als dienstmeisje bij een rijke, keurige familie. Je sliep daar op een eenzaam zolderkamertje. Vaak lag je huilend voor je Maria-beeld. Op je vierentwintigste werd je novice in het klooster van de Dochters van Liefde in Parijs. Deze orde is in 1633 gesticht door Sint Vincentius a Paulo (1581 - 1660), samen met Sint Louise Legras-de Marillac (1591 - 1660), elkaars zielsverwanten. Deze vrouwen verzorgden de armen en de zieken. Deze orde van de Liefdezusters overleefde de Franse Revolutie en tijdens de Krimoorlog verzorgde ze de Franse gewonden. De Vincentiaanse spiritualiteit is ook aanwezig bij de zusters van Schijndel, in 1836 gesticht door Antonius van Erp (1797 - 1861). Vincentius was bij het overlijden van koning Lodewijk de Dertiende (1601 - 1643). Je leefde zonder afgesloten klooster en zonder ordekledij en je verzorgde de zieken, de bejaarden, de wezen en de gevangenen. Je verbleef in de Rue de Bac en je was bij de overplaatsing van de relieken van Sint-Vincentius van de Notre Dame naar de kapel van de Lazaristen, vlakbij Rue du Bac. Alle kloosterzusters kregen een stukje linnen van zijn koorhemd, dat hij gedragen had. Jij scheurde jouw stukje in tweeën en één stukje slikte je door. Je hoopte dat Vincentius genade voor je zou bepleiten en vooral om de Heilige Maagd te mogen zien, je tweede moeder. In de nacht van 18 naar 19 juli 1830 schrok je plotseling wakker van een stem, die riep 'Zuster Labouré!'. Naast je bed stond een kind van ongeveer vijf jaar, die helder licht uitstraalde. Dit kind zei, dat je naar de kapel moest gaan, want daar verwachtte de Heilige Maagd jou. Het kind zei: 'Kom, iedereen slaapt, volg mij!'. Jullie liepen door het dormitorium, maar niemand ontwaakte. Het kind opende het slot van de kapel en je zag een stralend licht. Je knielde en je wachtte af. Het kind zei: 'Kijk, hier is de Heilige Maagd!'. Je zag een vrouw in een blauwe mantel met een witte sluier en ze liep naar jou toe. Ze ging op een zetel zitten en het kind, je beschermengel, zei dat je voor haar moest knielen. Maria sprak ruim twee uur met jou. God gaf je een missie en dat ging gepaard met grote moeiten en barre tijden, verwardheid door allerlei ongelukken, verachting van het Kruis en het weer doen bloeden van de zijde van Jezus. Maria keek bedroefd, maar ze beloofde genaden voor allen, die daarom vragen. Op 27 november 1830 kreeg je een tweede verschijning van Maria. Je zat met je medezusters in de kapel te mediteren. Ineens zag je Maria in een lichtrood gewaad, dat hemels licht uitstraalde. Het gewaad was eenvoudig en het had wijde mouwen. Er was een lange sluier, die tot haar voeten kwam. Er schemerde goudkleurig haar doorheen. De sluier was met kant boven het voorhoofd bevestigd, heel elegant. Maria was ongeveer veertig jaar en ze glimlachte, maar wel een beetje verdrietig. Haar ogen keken smekend omhoog en ze stond op een halve bol, die het rijk van de duivel symboliseerde, want er kronkelde een slang. In haar hand hield ze een kleinere bol met een kruis erop, waardoor ze de wereld aan God schenkt. Uit haar ringen met glanzende stenen kwamen fonkelende stralen, die als genadedruppels op de halve bol terecht kwamen. Wie Maria om hulp smeekt, die zal haar genade ontvangen. Maria vertelde hoe ze een medaille wilde: bovenaan een kruis, in het midden een letter M en daaronder twee uit liefde gemartelde harten. Maria zei, dat de dragers van deze medaille grote genade zullen ontvangen en zelfs overvloedige genade voor hen die het met diep vertrouwen dragen. Maria overwon de duivel. Bij een derde verschijning in december 1830 was Maria bedroefd, omdat je biechtvader pater Aladel geen medailles had laten maken. Toen je dat aan Aladel vertelde, vroeg hij om raad bij de aartsbisschop Monseigneur De Quélen, die in 1832 toestemming gaf voor de productie. In vijf jaar werden er tien miljoen exemplaren verkocht. Het bevat ook het schietgebedje 'O, Maria, zonder zonden ontvangen, bid voor ons die onze toevlucht tot U nemen!'. Op 31 december 1876 ben je overleden en op 27 juli 1947 ben je door paus Pius de Twaalfde heilig verklaard. Je veelal intact gebleven, stoffelijk overschot ligt in een glazen schrijn in de Chapelle de la Médaille Miraculeuse, Rue du Bac, Parijs.

Schrijver: Joanan Rutgers, 16 december 2012


Geplaatst in de categorie: idool

Er is nog niet op deze inzending gestemd. 1.155



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)