Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

De H van Hypochondrie

(voor Millicent Lilian Peg Entwistle (1908 - 1932))

Je bent geboren op 5 februari 1908 in Port Talbot, in Wales. Je ouders waren Robert Symes en Emily Stevenson. Je groeide op in West Kensington, in Londen. Hoogstvermoedelijk overleed je moeder toen jij nog jong was, maar het kan ook dat je vader gewoon gescheiden is en de voogdij heeft gekregen. Op jonge leeftijd liep je al warm voor het acteren en je noemde jezelf Peg. Op je achtste ging je met je vader en een oom en tante op de boot naar New York. Je speelde kleine rollen, totdat je op je zeventiende in Boston belandde, waar je een leerlinge aan het Repertory Henry Jewett's was en je werd lid van de Henry Jewett Players, waar mee je nationale bekendheid kreeg. Je vader hertrouwde en hij kreeg twee zoons, Robert en Milton. In december 1922 werd je vader echter overreden op Park Avenue. Jij en je stiefbroers werden opgevangen door je oom, die de manager van de acteur Walter Hampden (1879 - 1955) was, de jongere broer van de kunstschilder Paul Dougherty (1877 - 1947). Na Boston ging je optreden bij de Theatre Guild producties op Broadway. Je mocht van Hampden meespelen in 'Hamlet' en je speelde naast Ethel Barrymore (1879 - 1959), bevriend met Winston Churchill en de groottante van de actrice Drew Barrymore (1975, Culver City), de peetmoeder van Frances Bean Cobain (1992, Los Angeles). Je speelde Hedvig Ekdal in 'De wilde eend' van Hendrik Ibsen (1828 - 1906) en Bette Davis (1908 - 1989) zag je spelen en ze wenste net zo goed als jou te zijn. Jaren later mocht Bette van de regisseur/actrice Blanche Yurka (1887 - 1974) ook Hedvig spelen. Jij was voor Bette de inspiratiebron om te gaan acteren. In 1926 speelde je op Broadway Martha in 'The Man from Toronto', wat 28 keer werd opgevoerd. Tot 1932 speelde je in tien Broadway-toneelstukken. Je speelde o.a. samen met George M. Cohan (1878 - 1942), William Gillette (1853 - 1937), Robert Cummings (1910 - 1990), Dorothy Gish (1898 - 1968), Hugh Sinclair, Henry Travers (1874 - 1965) en Laurette Taylor (1883 - 1946). In je langstlopende toneelstuk 'Tommy' (1927) speelde je naast Sidney Toler (1874 - 1947). Het stuk werd 232 keer opgevoerd. Op je negentiende, op 18 april 1927, trouwde je met de acteur Robert Keith (1898 - 1966). Zijn eerste vrouw was Laura Jackson, een lid van een vooraanstaande familie uit Cedar Rapids. Zijn tweede vrouw was de toneelactrice Helena Shipman en met haar kreeg hij zoon Brian Keith (1921 - 1997), een acteur. Jij was zijn stiefmoeder, want Robert en Helena zijn in 1923 gescheiden. Keith is drie keer getrouwd. Eerst met Frances Helm, toen met de actrice Judy Landon, met wie hij vier meisjes en een jongen kreeg. Het huwelijk duurde vijftien jaar. Daarna trouwde hij met de actrice Victoria Leialoha, met wie hij twee kinderen kreeg, Robert en Daisy, een actrice, die o.a. in de serie 'Heartland' speelde. Twee maanden na de zelfdoding van Daisy heeft hij zichzelf doodgeschoten. Hij had ook een depressie en longkanker, terwijl hij al tien jaar met de Camels was gestopt. In 1929 zijn Robert en jij gescheiden en hij hertrouwde in 1930 met Dorothy Tierney. Je vond hem wreed en hij had niet van Brian verteld. Je speelde zeven keer in 'Uninvited Guest' en je ging op tournee met het Theatre Guild. Je speelde in het spannende drama 'Sherlock Holmes and the Strange Case of Miss Faulkner'. Verder werd je veel als comedienne gevraagd, wat je liever niet had. In 1932 speelde je in je laatste Broadway-stuk 'Alice Sit-by-the-Fire' van de schrijver Sir James Matthew Barrie (1860 - 1937), die ook 'Peter Pan' creëerde, gebaseerd op de vijf broers Llewelyn Davies, waarvan Michael zich op 20-jarige leeftijd samen met zijn homosexuele vriend Rupert Buxton heeft verdronken. Ze werden aan elkaar geklemd teruggevonden. Je speelde naast Laurette Taylor (1883 - 1946), een zware alcoholiste, wat haar werk belemmerde. In 1932 speelde je in het Belasco Theatre in Los Angeles, in 'The Mad speaks of Hope' van Romney Brent (1902 - 1976), met in de hoofdrollen Billie Burke (1884 - 1970) en Humphrey Bogart (1899 - 1957). Jij speelde hun dochter Genève Hope. Je speelde Hazel Clay Cousins in de thriller 'Thirteen Women' van George Archainbaud. Op 16 september 1932 klom je via een achtergelaten werktrap bovenop de letter H van het Hollywood-teken en je sprong in een diep ravijn. Je was niet op slag overleden en je bent twee dagen later gevonden. Je schreef: 'Ik ben bang, ik ben een lafaard. Het spijt me voor alles. Als ik dit eerder had gedaan, zou mij dat veel pijn gescheeld hebben.'. Je voelde je verraden door de filmwereld. Op de dag van je zelfdoding ontving je juist een brief voor een hoofdrol in een toneelstuk, waarbij jouw rol tenslotte ook zelfdoding pleegde. Je as werd later naast je vader begraven, op Oak Hill Cemetery in Glendale, Ohio.

Schrijver: Joanan Rutgers, 4 januari 2013


Geplaatst in de categorie: idool

-1.0 met 1 stemmen 69



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)