Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Het noodlot van Orpheus

(voor Louis Couperus (1863 - 1923))

Met grote liefde, maar verslagen door de oppermachtige goden, schreef je diepzinnige boeken over verzonken werelden, antieke steden bracht je weer tot leven, lang en donker was die weg, schitterend en teder de beelden die je meenam; bronzen, glinsterend gespierde worstelaars in ontwakende schoonheid, een afgeronde hermafrodiet als erotisch ideaal en de faun Barberini met zijn marmeren geslacht, zo zwaar, zo hypnotiserend onweerstaanbaar. Heb je ooit een afgekoeld beeld gestreeld? Herakles misschien bij zijn stevige lendenen gepakt?
Of Antinoüs, die zichzelf verdronk, omdat hij door zijn minnaar was verlaten, net als jouw neef, die alleen al om zijn uitgescholden en ongewenste geaardheid zijn hoofd in een strop stopte en de stoel woest onder zijn benen wegtrapte. Of sliep je met de schepper van Alba, dat zuivere beeld, waar je enkel lof voor had?

Lieve Louis, verschuil je maar niet langer achter je imago van gevierde schrijver, iedereen weet dat jij Eline Vere was en al die andere verbeelde vrouwenpsyches. Als vrouwelijke ziel kostte je het geen enkele moeite om in de huid van een vrouw te kruipen.
Het zou beter zijn om je Louise te noemen. Je zuinige lippen waren goddelijk om te kussen, maar ze hielden iets achter, ze hielden zich zichtbaar gesloten als middeleeuwse poorten, want je droeg een leed, dat ongeopend bleef, de uitgesmeerde zang van je soepele onthullingen ten spijt. Via je heldere ogen keken we diep in de onderwereld en we zagen vele schimmen, even droevig als Eline, delen van jou, levensmoe wellicht, maar ergens glimpen van een ongeëvenaard heldendom.

Jouw Euridike was een strenge meesteres, jij was haar braaf likkende schoothondje aan een stalen leiband, waar ze hard aan trok, je arme hart zat wreed gevangen in een schijn van geluk, een rare variant op de Griekse sagen. Ze overgoot je hart iedere dag met benzine en iedere dag gooide ze met satanische geestdrift een brandende lucifer erop. Jij lag als een wrak op de bodem van de oceaan, waar slingerplanten, siervissen en hamerhaaien de heersers zijn, in deze symbolische wereld van vrije zielen, waar een verdronken schip kostbare schatten herbergt. Wie kent in wezen de angsten van kwetsbare, bange, op de tenen lopende homofielen?

Veilig bij Elisabeth, je was niet aards genoeg, zoals je zei, een zwak excuus voor feitelijke lafheid, een misdaad bijna, voor wie verder ziet, want Johan Ram hield meer van jou dan je surrogaat moeder, dan zelfs je echte moeder.

In Napels dronk je met hem zware, rode wijnen en je keek verliefd naar zijn aanbiddelijke gelaat en voor het slapen gaan kuste je uiterst teder zijn erudiete voorhoofd, die edele huid, als van een zijdevlinder, want je wilde hem troosten, omdat hij zo hypochondrisch was.
Zes jaren later schoot hij in Den Haag een kogel door datzelfde, minzame hoofd en je geheime liefde stierf als een liefdesoffer voor je debuutroman. Nooit heeft er een hardere knal in je bovenzaal geklonken, nooit ontstond er grotere leegte in je hartkamers. Je vele liefdesbrieven zijn verbrand. De laatste brief van Johan loog er niet om, gedoemd tot troosteloze eenzaamheid lag er geen andere weg voor hem open.

'De schreeuw' van Edvard Munch is geïnspireerd op jouw zielenpijn, althans, jouw wroeging aangaande Johan moet immens zijn geweest, maar je leefde door, als op een vliegend tapijt, en vele boeken volgden. Schrijven om te vergeten. Om de wond met talloze gedachten onder te sneeuwen.
Het slotklooster van abdis Elisabeth wist je soms te ontvluchten, Orlando volgde Johan op, een Italiaanse charmeur, bij wie je vergat een balling op aarde te zijn. Waar in elke zin Rome voor jou een heilige stad was, bezocht je zonder schroom de nachtelijke bordelen, anoniem en zo genietend van dierlijke lusten, die altijd verborgen zaten onder een gekunstelde dekmantel, onderdrukt in esthetische hersenafleidingen.
En de bedreigende, bedrieglijke wereld hield je zoet, grotesk als een Hollandse Marcel Proust, gespleten als Commodus, maar Promotheus was je niet tot voorbeeld toen je in de hoogmoed toch verstikte. Extatisch ten hoogste, zoals je zong, zo viel je ook genadeloos diep te pletter, onrustig reisde je van hotelkamer naar hotelkamer, vaak verlost van het saaie, platvloerse, bloedeloze, achterdochtige gekkenland Holland.
Je verbleef veel liever in de kleurrijke magie van tropisch Indië, de artistieke weelde van Italië en de opzwepende oerdans van Afrika.
Het al te strakke van Japan deed je ineenstorten, ook al omdat het warmbloedige Indië als een slotakkoord geklonken had, waar je in de groene wouden Charon voelde naderen. Je zwerftochten eindigden subliem, de goden waardig, maar moegestreden was je, zwaar vergiftigd door een lyrisch, maar pathetisch keizerrijk.

Niet Elisabeth, maar een blijde officier herken ik, die gearmd naast je loopt, die je met betraand gelaat felle mondkussen geeft, daar in het nieuwe rijk van Hades. Zoals je eens met hem in de bossen van Den Haag wandelde en in de mildstemmende warmte van Italië. Johan snapte wel dat jij niet uit je huwelijkstrance stapte, in een immers kleinburgerlijke en afgezaagde tijd. Je gaf hem slechts spaarzame momenten, soms gelukzalige dagen, en terwijl jij als schrijver op een voetstuk werd gezet, kwijnde hij weg zonder verfraaide sporen en heeft hij met een gebroken trots zijn doodvonnis voltrokken.
Je kust hem nu met een intentie die zijn aardse tragedie wenst weg te kussen, maar dat kan je jezelf helemaal niet herinneren. Je bent zelfs slimmer dan de hemelse wetten.

Schrijver: Joanan Rutgers, 7 maart 2013


Geplaatst in de categorie: liefde

4.0 met 3 stemmen 559



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)