Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Opgejaagd genie was de nazi's voor

(voor Anita Clara Rée (1885 - 1933))

Je bent geboren op 9 februari 1885 in Hamburg.
Je vader Israel Rée was een Joodse koopman en je moeder Clara Hahn was van Zuid-Amerikaanse, Indiaanse afkomst. Je zus heette Emily.
Je kreeg een Evangelisch Lutherse opvoeding en je was vanaf je negentiende een leerling van Arthur Siebelist, die je teken- en schilderles gaf. Arthur was een impressionist.
Omdat je twijfelde over je schilderkunst vroeg je de kunstschilder Max Liebermann om raad. Max waardeerde je talent en hij stimuleerde je om door te zetten. Tot je vijfentwintigste bleef je in de leer bij Arthur en daarna deelde je een atelier met de expressionist Franz Nolken, die op zijn vierendertigste sneuvelde in La Capelle. Je was smoorverliefd op Franz, maar hij heeft je liefde niet beantwoord, waardoor je diep gekwetst naar Parijs vertrok.

In Parijs was je een half jaar de leerling van Fernand Leger, bij wie je vooral naaktmodellen schilderde, wat voor een schilderes in Duitsland destijds een taboe was. Je vertoonde raakvlakken met het werk van Picasso, Matisse en Cezanne.
Je eerste, gedeelde expositie was in Hamburg. Je ontmoette de dichter Richard Dehmel. Vele componisten hebben zijn gedichten op muziek gezet. Vanwege je portretten steeg je roem.

Op je eenendertigste overleed je vader en kreeg je ernstige geldproblemen. Je was één van de oprichters van de kunstenaarsvereniging 'Hamburg Secession'. Je had o.a. contact met Gretchen Wohlwill, Alma del Banco, Povòrina, de vrouw van Ahlers-Hesterman, Hilde Hamann en Franz Radziwill.

Vanaf 1922 woonde je drie jaar in de romantische kuststad Positano, waar je werken maakte overeenkomstig aan de Nieuwe Zakelijkheid. Je was daar sterk bevriend met de boekhandelaar/kunstschilder Christian Selle en hij was je minnaar. Je schilderij 'Halfnaakt voor vijgencactus' toont een opvallend sensueel tafereel, zoals meerdere naakten van jou.
Italië leverde je veel indrukwekkende schilderijen op, kinderportretten en landschappen. Met de kunstschilder Hugo Ernst Schnegg reisde je naar Sicilië. Je keerde alleen naar Hamburg terug voor enkele exposities. In 1926 woonde je weer in Hamburg en was de liefdesrelatie met Christian voorbij. De zwoele magie van Italië heerste nu eenmaal niet in het koude Hamburg.

Je was de medeoprichter van GEDOK, naast de feministische dichteres Ida Dehmel, die op haar tweeënzeventigste een overdosis slaappillen nam.
Je maakte twee grote muurschilderingen voor de architect/stedenbouwkundige Fritz Schumacher. De muurschildering 'De wijze en de dwaze maagden' in een vakschool is door de nazi's geheel vernietigd. De muurschildering 'Orpheus met de beesten' in de Ballet School van het Hamburg Ballet is overgeschilderd en intact.
Op je 'Zelfportret 1929' zie je vertwijfeling, verbittering, verdriet, kwetsbaarheid en eenzaamheid. Een naakte aanklacht tegen het nazisme.

In 1930 kreeg je de opdracht om een drieluik over Jezus in Jeruzalem te schilderen, wat je deed, maar de werken werden afgekeurd, omdat je een Jodin was en de kerkgemeenschap vele leden van de NSDAP telde. De schilderijen zijn helaas verloren gegaan door de bombardementen op de St. Nicolaaskerk van Hamburg.

In 1932 verhuisde je naar Sylt, het grootste Noord-Friese eiland. De nazi-pers had je onbeschaamd beschimpt en je was bang voor vervolging. Op 25 april 1933 werd er door de Hamburgse kunstenaarsvereniging kwaad over jou en je werk gesproken en hebben ze jou als lid buitengesloten. De nazi-gedachten glipten als gifslangen overal naar binnen.
Je schreef aan Emily 'Ik kan mijn weg niet vinden in zo'n krankzinnige wereld, waarin je enkel kunt wegkwijnen zonder familie, mensen en de eens zo geliefde kunst, dus heb ik geen andere keus dan te vertrekken!'. Je vond jezelf te oud om nog te emigreren. Al sinds het overlijden van je vader had je suïcidale plannen.

Op 12 december 1933 pleegde je zelfdoding door een overdosis barbituraten (Veronal) in te nemen.
Je werd achtenveertig jaar en je bent begraven op het Ohlsdorfer Friedhof in Hamburg.
Ik moest denken aan die lang geleden, opgejaagde Israëlieten in de Golan Hoogvlakte, die zichzelf massaal van de rotsen hebben gestort, liever dat, dan in handen van de vijand te vallen.
Je werk werd door de nazi's verwijderd. Toch wist de oude portier Wilhelm Werner zeven schilderijen te verstoppen en ook de werken die Gustav Pauli bezat, kwamen terug in de Hamburger Kunsthalle.

Schrijver: Joanan Rutgers, 15 maart 2013


Geplaatst in de categorie: idool

1.9 met 7 stemmen 74



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)