Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Doorgeschoten zelfhaat

(voor Adriaan Ditvoorst (1940 - 1987))

Je bent geboren op 23 januari 1940 in Bergen op Zoom. Je bent rooms-katholiek opgevoed.
Je vader Jan Baptistus was een handelsreiziger en je moeder heette Antonia Weijts. Je familie was niet artistiek en burgerlijk.
Op je tiende overleed je vader door een auto-ongeluk, wat volgens Thom Hoffman zelfdoding was, wat heel goed mogelijk is.

Je behaalde het gymnasiumdiploma en daarna werd je in Rotterdam een vormgever/tekenaar op een reclamebureau.
Je vervulde je dienstplicht in een kazerne te Ede, waar je onderofficier bij de veldartillerie was. Daar organiseerde je artistieke feestavonden en je las er Franse poëzie, zoals die van Comte de Lautreamont, waar je veel van hield.
Na je dienstplicht deed je een opleiding aan de kersverse, Amsterdamse Filmacademie. Je eindexamenfilm was 'Ik kom wat later naar Madra', met Rudi Falkenhagen. Je volgende films 'Paranoia' en 'De blinde fotograaf', gebaseerd op literatuur van W.F. Hermans, werden omhelsd door beroemde regisseurs als Godard, Bertolucci, Pasolini en Truffaut. 'Paranoia' is o.a. met Pamela Koevoet en Rudolf Lucieer.

De dood en het katholicisme vormen een rode draad in je filmoeuvre. Film was voor jou poëzie en schilderkunst ineen. Je was een groot liefhebber van de filmstroming 'Nouvelle Vague' en je schreef en regisseerde al je films zelf.
Al je films waren een commerciële ramp, maar dat zegt niets over de kwaliteit, al heeft het aan je gevreten. Je moest gedwongen overgaan tot opdrachtfilms en zo maakte je de documentaire 'Carna' over het carnaval in Bergen op Zoom. Je wist ongezien wat geld te jatten, waarmee je de korte film 'Antenna' maakte, met Pierre Clementi. In deze film rijdt Jezus in een gammel, rammelend Dafje, terwijl hij hasj geeft aan de behoeftigen.
Je film 'De val' is naar het gelijknamige boek van Albert Camus.
De speelfilm 'Flanagan', gebaseerd op een roman van Tim Krabbé, verscheen en had geen succes in de bioscopen. Met Guido de Moor, Anne Wil Blankers en Petra Laseur, een dochter van Mary Dresselhuys en de weduwe van de dichter Martin Veltman.

Je wist dat je geen groot kunstenaar zou worden, althans volgens jouw hoge normen, en je dook onder in de alcohol. Je relatie ging kapot en je raakte werkeloos. Je leefde als een lichtschuwe kluizenaar op een rommelige zolderkamer in de buurt van het Vondelpark. Overdag verstopte je jezelf en 's nachts kwam je als een nachtdier naar buiten om naar een café te gaan. Je ontmoette een drugsdealer/pornoproducent, die ook van surrealistische komedies hield. Samen met hem maakte je een maatschappij-kritische satire 'De Mantel der Liefde', waarin je woest en wanhopig de Nederlandse maatschappij een nekschot gaf en dan met name de filmindustrie, maar ook deze film kende geen succes.
Je werd steeds eenzamer en je zakte steeds meer weg in je depressie. Je filmde het toneelstuk 'Lucifer' van Joost van den Vondel, gespeeld door Toneelgroep Amsterdam. Het werd door de VPRO uitgezonden, maar dat kon je niet echt verblijden.

Je gebruikte steeds vaker allerlei soorten drugs en je verbleef als ware artiste maudit tussen de radicale jongeren; krakers, skinheads en punkers. Je herkende hun woede tegen de starre, heerszuchtige maatschappij. Dit desolate leefmilieu inspireerde je tot je laatste speelfilm 'De Witte Waan', een filmisch testament, met Thom Hofmann in de hoofdrol, die griezelig echt zijn rol weet te spelen. Het gaat over de relatie tussen een drugsverslaafde (heroïne en cocaïne) en zijn moeder, een verloederde actrice, die probeerde zelfdoding te plegen. Beiden zijn zichzelf steeds meer verwaarlozende zonderlingen, die zichzelf uiteindelijk doden met giftige champagne. Theo van Gogh speelt een junk, die in geldnood is.
De film heeft een zeer vervreemdende en indrukwekkende uitstraling, luguber en toch heel fascinerend, een beetje het Dracula-effect. De film was te elitair om door de massa te worden bemind, laat staan begrepen. Alleen de intellectuele elite droeg je op handen, maar zelfs dat is je blijkbaar ontgaan.

Op 18 oktober 1987 woonde je weer in Bergen op Zoom en was volgens jou je levenscirkel rond en keek je zwaar verbitterd terug op een roemloze filmcarrière, concludeerde je bitterhard voor jezelf. Wat je voor ogen had, is niet uitgekomen, zoals het met de meesten vergaat, maar jij pikte dat niet en je hebt jezelf in je depressieve wanhoop in de Schelde verdronken.
Je was nog van plan geweest om 'De Tandeloze Tijd' van A.F.Th. van der Heijden te verfilmen, maar je was al teveel afgestompt en lusteloos.
Je werd zevenenveertig jaar. Op 26 oktober 1987 is je lichaam in de Theodorushaven gevonden. Je had enkele afscheidsbrieven verstuurd en je schreef 'Alles is stilte, meer is er niet'. Dan moet je wel volstrekt eenzaam zijn geweest.

Je boezemvriend Thom Hoffman maakte de documentaire 'De domeinen Ditvoorst' over jouw leven. Hij ontdekte dat je wegens een zedendelict in de gevangenis had gezeten en dat je al twintig jaar geen contact meer met je familie had, de tijd van je extraordinaire filmwerk.
Je hebt de ware reden van je zeemansgraf voor altijd geheim gehouden, zoals je ook niet graag gefotografeerd of geïnterviewd wilde worden.

Schrijver: Joanan Rutgers, 20 maart 2013


Geplaatst in de categorie: idool

3.8 met 5 stemmen 143



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)