Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Collaborateur van laffe moorddadigheid

(voor Jan Emiel Daele (1942 - 1978))

Je bent geboren op 12 april 1942 in een door nazi's bezet Gent. Je ouders woonden in Sint-Amandsberg.
Je kreeg als jongeling een aanrijding met je bromfiets, wat je een dubbele schedelbreuk opleverde. Hierdoor kon je enkele jaren slecht leren.
Je zat als kind op de Aangenomen Jongensschool van het Heilig Hart in Sint-Amandsberg. Je behaalde je atheneum-diploma aan het Sint-Lievenscollege in Gent. Daarna studeerde je Germaanse talen aan de Rijksmiddelbare Normaalschool in Gent. Vervolgens studeerde je nog Kunstgeschiedenis en Pers- en Communicatiewetenschappen aan de Universiteit van Gent. De laatste jaren werkte je aan een doctoraat over het gebruik van teksten in de plastische chirurgie.

Je schreef erotische en avant-gardistische boeken en je publiceerde eenmanstijdschriften, zoals 'daele', waarin de schrijver Herman Claeys 'elkaar de handen schudden' wilde vervangen voor 'elkaar in het kruis knijpen'. Daarna kwamen er vier politie-agenten bij jou langs en hebben ze alles in verband met 'daele' meegenomen. Ook bij Claeys was er een inval en inbeslagname. Hugo Claus en velen met hem waren ontzet en verbolgen. Het mooiste is wel dat jij zelf een anonieme klacht had ingediend, om zo meer aandacht op 'daele' te vestigen. De dichter Lode Willems schreef ook voor 'daele', waarvan achttien nummers verschenen.

Je was bevriend met de uitgever/schrijver Julien Weverbergh en Herwig Leus en je kende Jeroen Brouwers, die in 'De laatste deur' over jou schreef. Je wilde graag bij de beste schrijvers behoren, maar daarvoor had je te weinig talent. Volgens Brouwers schreef je tegen beter weten in, ontgoocheld en vernederd.

In 1965 trouwde je met Anna van Lierde en jullie woonden in de Dr. De Reusestraat in Sint-Amandsberg. Jullie kregen een dochter Lisette en jullie verhuisden naar een oude hoeve in De Pinte.
In 1967 verscheen je debuutboek 'Verloren nachtboekbladen'. Je was verbonden met de tijdschriften Yang, Boemerang, Totems, Mep, Schrift, Bok, De Vlaamse Gids, Nieuw Vlaams Tijdschrift en Ons Erfdeel.
In 1971 verscheen je dichtbundeldebuut 'Erotische gedichten' en twee jaar later 'Eros'.

In 1973 trouwde je met Digne (Diana) van Cappellen en je woonde tot 1977 in de Kerkstraat in Drongen, in een ex-notariswoning met een grote, verwilderde tuin. De huur was erg laag, want het huis zou gesloopt worden voor een geplande weg, wat in de zomer van 1977 dan ook gebeurde.
In 1975 kregen Digne en jij jullie zoon Marius. Je verhuisde naar een statig herenhuis aan de Prinses Clementinalaan in Gent, vlakbij het Sint-Pieters station en het Koninklijke Atheneum aan de Volkenslaan, waar jij part-time leraar was.

De verhalenbundel 'Een placenta. Oriëntatie' verscheen en de romans 'De achtervolgers', 'De moedergodinnen' en 'Je onbekende vader. Een stukje autobiografie & een verhaal vol vergiffenis en verlangen'. Hierin probeer je in het reine te komen met het waarschijnlijke collaboratieverleden van je vader. Je hebt gesprekken met mensen, die je vader gekend hebben. Voor velen was dit je beste boek en je ontving er de Prijs van de stad Gent voor Proza voor. Je schreef ook essays en reisverhalen.

Op 14 februari 1978, het was Valentijnsdag, dat had je zo macaber bedacht, schoot jij vroeg in de ochtend met vijf kogels uit een lang geweer je slapende vrouw Digne dood. Je was jaloers, omdat je vrouw niet meer van jou hield en een relatie met huisvriend H. had, wat je schijnbaar had goedgekeurd. Digne was van plan om jou te verlaten en dat maakte je waanzinnig kwaad, maar je had haar beter op straat kunnen zetten.
Na je laffe, brute, zinloze moord op Digne heb je jezelf met een zesde kogel door het hoofd geschoten.

Digne werd achtentwintig jaar. Jij werd vijfendertig jaar. Je liep al lange tijd rond met zelfdodingsplannen, want je was zwaar depressief en je voelde je als schrijver mislukt en miskend. Je kon je graatmagere schrijverschap niet verkroppen. Je hebt je wraakgevoelens lafhartig geprojecteerd op die arme Digne, die je de levensvrijheid had moeten gunnen, want niemand is iemands bezit, in welke situatie ook. Jij maakte haar huwelijk met jou tot een gevangenis en uiteindelijk een martelkamer en executieplek. Eén kogel voor jezelf was genoeg geweest, want je hebt haar gewetenloos misbruikt als opstap naar je suïcide en daarmee heb je alle respect voor jou teniet gedaan.

Je was gespleten, psychopatisch, en je leed aan stress-stoornissen, depressies en absurde angsten. Je liet Digne zelfs achtervolgen door een privé-detective, terwijl stalking één van jouw grootste angsten was. Je was meer beul dan slachtoffer. Van mij had je de grootste, Belgische en wereldse schrijver mogen zijn, als je Digne maar had laten leven.
Akelige prulschrijver! Maar vooral akelige moordenaar!

Je bent begraven op het Campo Santo in Sint-Amandsberg. Veel teveel eer, als je het mij vraagt.

Schrijver: Joanan Rutgers, 29 maart 2013


Geplaatst in de categorie: literatuur

4.0 met 1 stemmen 428



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)