Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Je verstikte hart was een lege kathedraal

(voor Rene Crevel (1900 - 1935))

Je bent geboren op 10 augustus 1900 in Parijs. Je groeide op in een burgerlijk gezin, met een door religie verpeste, traumatische opvoeding. Je studeerde aan het Lycee Janson-de-Sailly, de grootste, openbare school van Parijs.
Je raakte bevriend met de art-deco ontwerper Jean-Michel Frank, die op zijn zesenveertigste in New York zelfdoding pleegde door van een hoog gebouw te springen.
Je was ook bevriend met de literair criticus Leon Pierre-Quint, die bevriend was met Proust en Gide.
En je was bevriend met de regisseur Marc Allegret, die een relatie met Gide had en een affaire met de charmante actrice Simone Simon.

Op je veertiende heeft je vader zichzelf opgehangen en je had het al zwaar. Een uiterst slecht voorbeeld en zeker voor iemand, die ook aan depressie leed. Het zou je visie over zelfdoding versoepelen om uiteindelijk geen weerstand meer te bieden.

Je studeerde literatuur en rechten aan de Sorbonne, maar je verliet de opleiding, omdat je liever in de cafés met de kunstenaars kletste, wat je meer uit het leven gegrepen vond.
Je was bevriend met de schrijver en professor in de literatuur Marcelle Sauvageot, geboren in Charleville en door tuberculose maar vierendertig jaar oud geworden.
In je militaire diensttijd ontmoette je de dichter/toneelschrijver Roger Vitrac, een dadaïst en surrealist. En je ontmoette de surrealistische kunstenaar Max Morise. Op je eenentwintigste ontmoette je de leider van de surrealisten, Andre Breton, en je ontmoette in de kazerne Toren Maubourg de dichter/schrijver Georges Limbour. Voorts de romanschrijver Marcel Arland en de dichter/schrijver Andre D'Hôtel.
Je liet je mede-surrealisten kennismaken met de methode van 'gedwongen slaap', oftewel hypnose. Je was daarbij onder de indruk van je eigen welsprekendheid.

Op je vierentwintigste dubuteerde je met 'Detours'. Daarna volgden 'Ma Corps et moi', 'La Mort difficile', 'Babylon' en vijf andere boeken.

Op je vijfentwintigste hebben de surrealisten je buitengesloten, vanwege je openlijke homoseksualiteit, waardoor Breton vond, dat je de beweging had aangetast en beschadigd. Breton de homohater. Maar wat hij niet wist, was dat jij in wezen biseksueel was en dat je daar danig mee worstelde. Jij sloot je aan bij het dadaïsme van de oprichter Samuel Rosenstock, die zich Tristan Tzara noemde. Beïnvloed door Rimbaud schreef je onbevangen proza. Je speelde mee in een toneelstuk van Tzara 'Het Hart Baard'. In een kostuum, dat ontworpen was door de kunstschilderes Sonia Delaunay. Je schreef een bejubelend artikel voor Sonia en haar jurken.

Op je zesentwintigste werd er tuberculose bij je ontdekt, waardoor je morfine ging gebruiken en je ging naar een sanatorium in Zwitserland. Deze ziekte verergerde je reeds aanwezige depressie. Door de afwezigheid binnen je literaire vriendenkring, verminderde je invloed en bevochten imago. Je schreef binnen je werk geobsedeerd over zelfdoding. Alsof de dolende geest van je vader met je pingpongde. Je kwam geregeld uitrusten en bijtanken bij je lieve vrienden Charles en Marie-Laure de Noailles in hun kasteel te Hyères.

Door de verbanning van de revolutionaire politicus Leon Trotski lukte het jou om weer bij de surrealisten terug te keren. Breton bromde niet meer om je homofiel gedrag van vroeger. Hij erkende meer zijn onmiskenbare, vrouwelijke kanten. Jij wilde het surrealisme vermengen met het communisme. Na zes jaar lidmaatschap bij de Communistische Partij werd je eruit gegooid.
In 1935 zette je je hard in voor het Internationale Congres van Schrijvers voor de Verdediging van Cultuur, een onderdeel van de surrealisten. Breton voerde het woord en hij maakte ruzie met de Russische schrijver Ilya Ehrenburg, die surrealisten pedofielen noemde. Je legde hem publiekelijk een spreekverbod op en je verbood hem de verdere toegang tot de conferentie. Dat vond jij zo denigrerend en beschamend, dat je vol walging en ontgoocheling deze zogenaamde, surrealistische conferentie de rug toekeerde. Bye-bye, surrealisme!

In juni 1935 kwam je nier-tuberculose weer opzetten, terwijl je dacht, dat je voorgoed genezen was. Je raakte vervuld van afschuw over je lichaam.

Op 18 juni 1935 heb je jezelf 's nachts in je appartement vergast. Je werd vierendertig jaar, net zo oud als je gestorven vriend Marcelle. Door diezelfde leeftijd wilde je je weer met hem verenigen, omdat hij een ware vriend was geweest en de surrealisten brutale verraders waren, met name Breton, het absurdistische boegbeeld.
Je noemde zelfdoding 'waarschijnlijk de meest correcte en meest ultieme oplossing'.
Je goede vriend Klaus Mann schreef later dat je bang voor dementie was en dat je je aftakeling voor wilde zijn. Waarschijnlijk projecteerde Klaus dit, want niemand van vierendertig maakt zich druk om dementie. Breton dacht dat je in een vlaag van razernij handelde, wat zo kon zijn, maar in de angst voor een vergroting van je al zo zware depressie was het eerder een koele berekening. Je tuberculose was voor jou immers depressie-verhogend.
Je bent begraven op de begraafplaats van Montrouge.

Schrijver: Joanan Rutgers, 21 april 2013


Geplaatst in de categorie: idool

4.0 met 2 stemmen 59



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)