Inloggen
voeg je beschouwing toe

Beschouwingen

Omreis naar het sluwe fatum

(voor Danielle Collobert (1940 - 1978))

Je bent geboren op 23 juli 1940 in Rostrenen. Je moeder was een lerares en zij werd gedwongen om in een naburig dorp te leven.
Jij groeide op bij je grootouders, terwijl je moeder en je tante in het verzet zaten. Je vader zat vanaf 1942 in het Geheim Leger en je zag hem pas na de bevrijding terug. Je tante werd door de Gestapo gearresteerd en naar Ravensbrück gedeporteerd, wat ze overleefde.

Na de oorlog verhuisde je naar Parijs, waar je vader bij een ministerie werkte en je moeder lerares in Belleville was. Vanaf je zestiende schreef je een dagboek. Je zat op het Lycee Victor Hugo en daarna studeerde je geografie aan de Sorbonne.

Je ontmoette Uccio Esposito-Torrigani, een integere, zachtaardige letterkundige/romancier, met wie je veel ging samenwerken. Op je twintigste verbleef je in Sidi Bou Said in Tunesië. Daarna werkte je bij de Galerie Hautefeuille in Parijs.
Je begon je roman 'Meurtre' te schrijven en je publiceerde 'Chants des Guerres' op eigen kosten.
Op je twee-en-twintigste kreeg je een relatie met de beeldhouwer Natalino Andolfatto, die zijn werk bij Galerie Hautefeuille exposeerde. Natalino (1933, Pove del Grappa) studeerde aan de Ecole des Beaux Arts, bij Jansesse en Zadkine. Je woonde met hem in Italië en in 1968 reisde je met hem naar Tjecho-Slowakije ten tijde van de Praagse Lente. Hij was door kunstenaars uitgenodigd en hij won een prijs in Bratislava.

Vanwege je politieke activiteiten bij het Nationale Bevrijdingsfront Algerije verbleef je drie maanden in Italië en je werkte mee aan het Algerijnse tijdschrift 'Revolution Africaine'. Door bemiddeling van Raymond Queneau verscheen 'Meurtre' bij Gallimard. Je schreef het voornamelijk in Venetië.
Je ontmoette Samuel Beckett en je werd lid van de Unie van Schrijvers. Met Uccio schreef je de vertaling 'Des nuits sur les hauteurs' van Giuseppe Bonaviri.
Op je dertigste reisde je naar Singapore, Java en Borneo.
Je hoorspel 'Battle' werd in het Frans en Duits vertaald. Bij Editions Seghers-Laffont verscheen 'Saying' en je hoorspel 'Polyfonie' werd uitgezonden door France Culture. In Formentera schreef je met Uccio het hoorspel 'Speech'.
Je reisde naar Bolivia, Ecuador, Venezuela, Mexico en Amerika. Je reisde continu en dit bepaalde grotendeels de inhoud van je schrijfwerk. Je verkocht je atelier om nog meer te kunnen reizen. Je reisde naar Spanje, Italië, Kreta, Cairo, Aswan, Abu Simbel, Luxor en Edfu.

In 1976 verliet jij Natalino. In mei 1977 was je in Delft, Rotterdam en Amsterdam. In januari 1978 verbleef je op Kreta.
In Frankrijk publiceerde je 'Survie', uitgevoerd door Emmanuel Hoquard. Zestig exemplaren in de collectie 'Figurae', vertaald door Uccio.

Je was een experimentele schrijfster en je schreef prozagedichten in een indringende, sombere, dwingende en grimmige stijl. Je was geobsedeerd door de dood als eindbestemming van de mensheid, de dubbelzinnigheid van het geslacht, reizen, waanzin en schizofrenie.

In juni 1978 verhuisde je naar New York en je keerde rond 15 juli terug. Op 23 juli 1978 pleegde je zelfdoding in een hotel aan de Rue Dauphine. Dat was op de dag van je achtendertigste verjaardag.

Schrijver: Joanan Rutgers, 13 september 2013


Geplaatst in de categorie: idool

2.7 met 3 stemmen 51



Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)